Taalverzorging PV en Ond

Taalverzorging (tvz)
Persoonsvorm (pv) en onderwerp (ond)

Maar eerst nog even naar de vorige les.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging (tvz)
Persoonsvorm (pv) en onderwerp (ond)

Maar eerst nog even naar de vorige les.

Slide 1 - Tekstslide

aantreft (al.1)
bovendien (al.3)
veroorzaken (al. 5)
onderling (al. 5)
verzinnen (al. 6)
bedenken
ook
samen
tegenkomt
zorgen voor

Slide 2 - Sleepvraag

Synoniem voor: Afbeeldingen
A
computer
B
plaatjes
C
tafel
D
bal

Slide 3 - Quizvraag

Synoniem voor: crimineel
A
onaardig
B
agressief
C
misdadig
D
enthousiast

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het synoniem van circa?
A
bijna
B
nauwkeurig
C
exact
D
ongeveer

Slide 5 - Quizvraag

Synoniem voor schrijver is?
A
Auteur
B
Man
C
Acteur
D
Cartoonist

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het synoniem van exacte?
A
enorme
B
ongeveer
C
bijna
D
Precieze

Slide 7 - Quizvraag

Persoonsvorm en onderwerp

Slide 8 - Tekstslide


Is de bewering juist?
De persoonsvorm is meestal een werkwoord.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag


Is de bewering juist?
De persoonsvorm vind je door de wie- of wat- vraag te stellen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag


Is de bewering juist?
De persoonsvorm vind je door de zin vragend te maken of door de zin in een andere tijd te zetten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Maak de zin vragend.
Olav heeft drie honden.

Slide 12 - Open vraag

Zet de zin in een andere tijd.
Lianne heeft veel vriendinnen.

Slide 13 - Open vraag

Doe de vraagproef.
Het huis is geschilderd.

Slide 14 - Open vraag

Doe de tijdproef.
Hoeveel vriendinnen heeft Lianne?

Slide 15 - Open vraag

Doe de tijdproef.
Wat is er met het huis gebeurd?

Slide 16 - Open vraag

Lekker werken!
Maak de opdrachten 1 t/m 8 blz. 35 t/m 37

Slide 17 - Tekstslide