In de 19e eeuw waren de meeste bestuurders in Nederland liberalen.
a Welke zin past niet bij de liberalen?
A Zij dachten dat de regering moest zorgen voor orde in een land.
B Zij vonden dat alleen mensen met geld verstandige besluiten konden nemen.
C Zij vonden dat iedereen dezelfde grondrechten moest hebben.
D Zij wilden kiesrecht voor arbeiders en de gegoede burgerij.
- D Zij wilden kiesrecht voor arbeiders en de gegoede burgerij.