Beroepen in groepen: welke & waar

Beroepen in groepen: welke zijn er & waar zijn er het meeste van
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Beroepen in groepen: welke zijn er & waar zijn er het meeste van

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les weet ik:
-dat mensen in Nederland werken in verschillende beroepen;
-dat je die beroepen kunt verdelen in drie groepen/sectoren
-dat mensen vroeger in andere groepen werkten dan nu

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We lezen samen de tekst over beroepen in groepen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Sector = 
Groep

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op de pizza zit tomaat. Tomaten worden geplukt. In welke groep werken deze mensen?

A
Eerste groep/sector = landbouw
B
Tweede groep/sector = industrie
C
Derde groep/sector = diensten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De pizza's worden door de vrachtwagenchauffeur naar de supermarkt gebracht. In welke groep werkt de chauffeur?

A
Eerste groep/sector = landbouw
B
Tweede groep/sector = industrie
C
Derde groep/sector = diensten

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nu samen oefenen!
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke sector denk je dat de meeste Nederlanders vroeger werkten?

A
Eerste groep/sector = landbouw
B
Tweede groep/sector = industrie
C
Derde groep/sector = diensten

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vroeger werkte de meeste mensen in de landbouw -> eten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Machines werden uitgevonden, de industrie begint

Slide 11 - Tekstslide

Er werden machines uitgevonden en een groot deel van de mensen gingen in fabrieken werken . Doordat mensen meer gingen verdienen konden ze meer kopen.  Doordat ze meer gingen kopen hadden ze meer diensten nodig; dingen die je voor een ander doet.

Er zijn meer diensten nodig

Slide 12 - Tekstslide

Omdat mensen meer verdienen kunnen ze meer leuke dingen doen. bij een uitstapje maak je gebruik van vervoer, eten kopen. 
In welke sector denk je dat nu de meeste Nederlanders werken?

A
Eerste groep/sector = landbouw
B
Tweede groep/sector = industrie
C
Derde groep/sector = diensten

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschuiving?!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit het in Houten? Wat denken jullie?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werken steeds meer mensen uit de eerste en tweede groep in de derde groep?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe rijker een land, hoe minder mensen in de primaire sector werken.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de drie V's in de derde groep voor?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord dat je
dit hoofdstuk geleerd
hebt past bij deze
afbeelding?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn beroepen uit de eerste groep, de primaire sector?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werken steeds meer mensen uit de eerste en tweede groep in de derde groep?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Functie?!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk!!
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepen

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies