3.3 Exogeen: klimaten, landschapszones en landbouw

1 / 18
volgende
Slide 1: Link
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link

Slide 2 - Link

Er zijn 5 klimaatfactoren die klimaat het bepalen
  1. De geografische breedteligging
  2. Overheersende windrichting
  3. Hoogteligging
  4. ligging van gebergten
  5. Invloed van zeeën en oceanen

Slide 3 - Tekstslide

geografische breedteligging
Algemene regel:
Hoe verder van de evenaar hoe kouder het is.

Dit komt doordat:
1. Zonnestralen warmteverliezen naarmate ze langer onderweg zijn.
2. De zonnestralen op hogere breedte een groter oppervlak moeten verwarmen.

Slide 4 - Tekstslide

Land-zeeverdeling
Algemene regel:
Wind van zee brengt meer neerslag met zich mee dan wind over land.

Wintermoesson = droog
Zomermoesson = nat

Slide 5 - Tekstslide

Hoogteligging
Algemene regel: Hoe hoger hoe kouder.

Per 1000 meter stijging daalt de temperatuur 6 graden.

(per 100 meter stijging 0,6 graden)

Slide 6 - Tekstslide

ligging van gebergten; loefzijde, zijde van de wind hier stijgt de lucht en geeft stuwingsneerslag. Aan de lijzijde daalt de lucht en blijft het droog.

Slide 7 - Tekstslide

De invloed van zeeën en oceanen
Algemene regel: Hoe verder van zee, hoe minder neerslag er valt.

Algemene regel:
wind van zee heeft in de winter een verwarmend effect op het land en in de zomer een verkoelend effect.

Slide 8 - Tekstslide

opgave 3 landschapszone versus klimaten

Slide 9 - Tekstslide

opgave 3 landschapszone versus klimaten

Slide 10 - Tekstslide

opgave 5: geringe bevolkingsdichtheid Borneo
situatiebeschrijving bodem en landbouw.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Intensieve landbouw veel inzet van arbeid op klein oppervlak.
Extensieve landbouw weinig arbeid op groot opervlak

Slide 13 - Tekstslide

opgave 6a:
Padang =Af, Makassar = Aw

6a. Padang = Af
Makassar = Aw

Slide 14 - Tekstslide

6b.
Oorzaak: ligging op evenaar. Gevolg: warme lucht met waterdamp stijgt op, koelt af, koude lucht houdt minder waterdamp vast, condensatie.

Slide 15 - Tekstslide

opgave 6d: droge tijd is van mei t/m oktober (winter) Aw
opgave 6e. kijk naar moesson in juli (legenda), ZO-moesson.
opgave 6f. Hoge drukgebied ligt dan boven Australië.


6a. Padang = Af
Makassar = Aw

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

opgave 8:
droogte neemt toe van west naar oost en van noord naar zuid.
2 redenen: welke?

6a. Padang = Af
Makassar = Aw

Slide 18 - Tekstslide