Farmacologie onderwijs verpleegkundigen

12 januari 2025
1 / 58
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeneeskundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 58 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

12 januari 2025

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is farmacokinetiek?
A
Wat doet het lichaam met het middel
B
Wat doet het middel met het lichaam

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is farmacodynamiek?
A
Wat doet het lichaam met het middel
B
Wat doet het middel met het lichaam

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de fase waarin een geneesmiddel wordt opgenomen in het bloed?
A
Absorptie
B
Distributie
C
Metabolisme
D
Eliminatie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt het snelst in het bloed opgenomen?
A
Capsule
B
Gewone tablet
C
Oplossing
D
Tablet met verlengde afgifte

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de biologische beschikbaarheid van een intraveneus geneesmiddel?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mag je pantoprazol tabletten vermalen en via de maagsonde toedienen?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Het middel komt via de bloedbaan terecht in de pariëtale cellen van de maagwand — dit zijn de cellen die maagzuur (H⁺) produceren.

Pantoprazol is een prodrug:
het moet eerst worden geactiveerd in het zure milieu van de zogenaamde canaliculi van de pariëtale cel.
Daar wordt pantoprazol omgezet in een reactieve sulfenamide-vorm.
Het geactiveerde pantoprazol bindt onomkeerbaar aan de H⁺/K⁺-ATPase protonpomp — het laatste en belangrijkste enzym in de productie van maagzuur.

Door deze binding:
wordt de pomp geblokkeerd
kan de cel geen maagzuur meer uitscheiden
De remming houdt aan tot de maagcel nieuwe protonpompen heeft aangemaakt (meestal 24–48 uur).

Verminderde maagzuurproductie
Het resultaat is:
minder basale maagzuurproductie
minder zuur na voedselinname
hogere pH in de maag
verlichting van klachten zoals reflux, zuurbranden en maagzweren


Wat betekent mga?
A
Met geleidelijke afname
B
Maandelijks geregelde afgifte
C
Met gereguleerde afgifte
D
Met gemengde afgifte

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de therapeutische breedte van een geneesmiddel?
A
De concentraties waarbij het geneesmiddel een effect heeft zonder bijwerkingen
B
De concentratie waarbij bijwerkingen op kunnen treden
C
De concentratie waarbij je nog geen effect hebt
D
Hoe lang het geneesmiddel in het lichaam blijft

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Fijnmalen geeft klontvorming; pantoprazoltabletten bevatten hulpstoffen die plakkerig worden → kans op sondeverstopping.
gebruik Nexium granulaat voor sondetoediening

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hier de biologische beschikbaarheid?
A
200%
B
50%
C
75%
D
0%

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een patiënte van 73 jaar is opgenomen in het ziekenhuis vanwege een darmobstructie (ileus), zij heeft een sonde. Haar thuismedicatie bestaat uit nifedipine 30 mg MGA. Dit wordt gecontinueerd.
Ze ontwikkelt plotseling een diepe hypotensie. Wat is hier aan de hand?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een patiënte van 65 jaar is opgenomen met een nefrotisch syndroom, en heeft hierbij een heel laag albumine. Als thuismedicatie gebruikt ze valproïnezuur. Gedurende de ochtend wordt de patiënt steeds suffer en heeft ze last van trillende handen.
Wat kan hier aan de hand zijn?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met de halfwaardetijd als de nierfunctie verminderd is?
A
Deze blijft gelijk
B
Deze neemt toe
C
Deze neemt af

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je doen met de dosering van een geneesmiddel wanneer de patiënt een verminderde nierfunctie heeft?
A
Dosering verhogen
B
Minder vaak op de dag geven
C
Dosering verlagen
D
Vaker op de dag geven

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moet je van alle geneesmiddelen de dosering aanpassen bij een patiënt met een verminderde nierfunctie?
A
Ja
B
Nee

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een oudere man van 83 jaar is opgenomen bij NBR. In het ziekenhuis kreeg hij temazepam voor het slapen gaan, met goed effect. Nu, een paar weken later, heeft hij het idee dat het niet genoeg meer helpt en wil hij iets anders.

Wat kan de reden zijn dat het niet meer goed werkt?

Slide 56 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies