Gastvrijheid in de praktijk

Gastvrijheid in de praktijk

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je voorbeelden van gastvrijheid herkennen en reflecteren op hoe deze worden toegepast.

Wat weet jij al over gastvrijheid?

Wat is gastvrijheid?

Gastvrijheid is het vriendelijk en welwillend ontvangen en behandelen van gasten en vreemdelingen.

Definieer gastvrijheid en vraag naar voorbeelden in de klas.

Voorbeelden van gastvrijheid

Voorbeelden van gastvrijheid zijn onder andere: het aanbieden van een drankje bij binnenkomst, het vragen naar de wensen van de gast, het bieden van hulp bij het vinden van de juiste weg, etc.

Beschrijf verschillende voorbeelden van gastvrijheid en vraag de studenten om toe te voegen aan de lijst.

Voorbeeld 1: Restaurant

Een voorbeeld van gastvrijheid in een restaurant is het aanbieden van een gratis aperitief bij binnenkomst.

Vraag de studenten om andere voorbeelden van gastvrijheid in een restaurant te bedenken.

Voorbeeld 2: Hotel

Een voorbeeld van gastvrijheid in een hotel is het aanbieden van een welkomstpakket op de kamer.

Vraag de studenten om andere voorbeelden van gastvrijheid in een hotel te bedenken.

Voorbeeld 3: Winkel

Een voorbeeld van gastvrijheid in een winkel is het aanbieden van een kopje koffie of thee aan de klant tijdens het winkelen.

Vraag de studenten om andere voorbeelden van gastvrijheid in een winkel te bedenken.

Reflectie

Reflecteer op een moment waarop je zelf gastvrijheid hebt ervaren. Wat was er gastvrij aan de situatie? Hoe maakte het jouw ervaring beter?

Laat de studenten reflecteren op hun eigen ervaringen met gastvrijheid en deel hun antwoorden in de klas.

Samenvatting

Gastvrijheid is het vriendelijk en welwillend ontvangen en behandelen van gasten en vreemdelingen. Voorbeelden van gastvrijheid kunnen zijn: het aanbieden van een drankje bij binnenkomst, het vragen naar de wensen van de gast, het bieden van hulp bij het vinden van de juiste weg, etc. Reflecteer op een moment waarop je zelf gastvrijheid hebt ervaren.

Herhaal de belangrijkste punten van de les en vraag de studenten om vragen te stellen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.