Thema 8 BS4 & BS5 16 juni 2021

Thema 8 Gedrag
BS4 Sociaal gedrag
BS5 Gedrag bij mensen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 8 Gedrag
BS4 Sociaal gedrag
BS5 Gedrag bij mensen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen
- Nakijken BS3
- Herhaling BS3
- Doelen BS4 & BS5 
- Uitleg BS4 & BS5
- Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Een politiepaard loopt braaf langs vuur.

A
Inprenting
B
Gewenning
C
Trial and error
D
Conditionering

Slide 3 - Quizvraag

Deze vorm van leren gebeurt in een gevoelige periode
A
Gewenning
B
Conditionering
C
Trial and error
D
Inprenting

Slide 4 - Quizvraag

Deze vorm van leren is ook wel 'proefondervindelijk leren'
A
Conditionering
B
Trial and error
C
Inprenting
D
Gewenning

Slide 5 - Quizvraag

Het aanleren van gedrag door beloning of straf
A
Conditionering
B
Gewenning
C
Trial and error
D
Inprenting

Slide 6 - Quizvraag

Doelen BS4 & BS5
- Je kunt verschillende typen sociaal gedrag onderscheiden.
- Je kunt overeenkomsten en de verschillen noemen tussen gedrag van mensen en gedrag van dieren.

Slide 7 - Tekstslide

BS4 Sociaal gedrag
= gedrag van SOORTGENOTEN ten opzichte van elkaar

signaal  = handeling die als prikkel werkt voor de volgende handeling van een soortgenoot. (Bv. geluiden, geuren)

Communicatie = afgeven van signalen

Slide 8 - Tekstslide

Taakverdeling
= sommige dieren vertonen ander gedrag dan hun soortgenoten. Alle individuen in de groep hebben hierdoor een betere overlevingskans. (Bv. waarschuwen)

Slide 9 - Tekstslide

Territoriumgedrag
Territorium = gebied rond de nestplaats
Territoriumgedrag = gedrag om het territorium af te bakenen en te verdedigen tegen indringers

Slide 10 - Tekstslide

Territoriumgedrag
Dreiggedrag = gedrag bedoeld om indringers te verjagen

Slide 11 - Tekstslide

Territoriumgedrag
Aanvalsgedrag = gedrag waarbij een dier gaat vechten met een ander dier

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Paringsgedrag
Baltsgedrag = om partner aan te trekken en te motiveren voor paring

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Broedzorg
= het verzorgen van eieren en jongen

Slide 16 - Tekstslide

Rangorde in groepen
= de plaats van een dier in de groep

Sterkste en meest dominante dier bovenaan

Bij kippen = pikorde                                                    



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Imponeergedrag (dreigen)

Slide 19 - Tekstslide

Verantwoorde behuizing
Om natuurlijk gedrag te stimuleren is er steeds meer aandacht voor verantwoorde behuizing van dieren

Slide 20 - Tekstslide

Nadelen onverantwoorde huisvesting

- Verwondingen
- Stereotype gedrag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Dit is een voorbeeld van
A
dreiggedrag
B
vluchtgedrag
C
baltsgedrag
D
territoriumgedrag

Slide 23 - Quizvraag

Welke vorm van gedrag is dit?
A
Voortplantingsgedrag
B
Broedzorg
C
Baltsgedrag
D
Territoriumgedrag

Slide 24 - Quizvraag

Een voorbeeld van een gedragsketen is paringsgedrag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Wat is dit voor
gedrag
A
territoriumgedrag
B
Broedzorg
C
baltsgedrag
D
imponeergedrag

Slide 26 - Quizvraag

Wat is dit voor
gedrag
A
territoriumgedrag
B
Broedzorg
C
baltsgedrag
D
imponeergedrag

Slide 27 - Quizvraag

Mensen en dieren vertonen beide territoriumgedrag
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de leider van de groep
A
Dominant
B
Onderdanig
C
Rangorde
D
De grootste

Slide 29 - Quizvraag

Aangeboren/ aangeleerd gedrag
Aangeboren gedag = erfelijke factoren (genen) bepalen gedrag
- wordt bij dieren vaak instinct genoemd

Aangeleerd gedrag = gedrag ontstaan door leren

Gedrag is vaak een combinatie van aangeboren en aangeleerd gedrag.

Slide 30 - Tekstslide

Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag

Slide 31 - Tekstslide

Normen en waarden
Waarden: een opvatting over wat belangrijk is.
Bijvoorbeeld: eerlijkheid.
Normen: gedragsregels die gebaseerd zijn op waarden. Bijvoorbeeld: niet stelen, niet liegen, niet spieken.

Soms botsen normen, bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting en geen discriminatie.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Sleutelprikkel
Sleutelprikkel -> een prikkel die een vaste reactie veroorzaakt

Slide 34 - Tekstslide

Supranormale prikkel bij een vrouw
Supranormale prikkel bij een man

Slide 35 - Tekstslide

overeenkomsten mens/dier

- gedrag bepaald door erfelijke factoren en leerprocessen
- gevoelig voor sleutelprikkels en supranormale prikkels
- territoriumgedrag, imponeergedrag, dreiggedrag

Verschillen mens/dier

- gedrag mens sterker bepaald door leerprocessen
- mens kan gedrag beoordelen adhv normen / waarden


Slide 36 - Tekstslide

Aan de slag
BS4 opdracht 25 t/m 29
BS5 opdracht 34 t/m 39
Begrippen BS4 en BS5 overschrijven

Slide 37 - Tekstslide