In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Formatieve toets hoofdstuk 3
Formules en grafieken
Slide 1 - Tekstslide
Hiernaast staan vier verschillende grafieken. Welke grafieken zijn lineair? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Grafiek A
B
Grafiek B
C
Grafiek C
D
Grafiek D
Slide 2 - Quizvraag
Hiernaast staan vier verschillende grafieken. Wat voor grafiek is C?
A
Lineaire grafiek
B
Vloeiende kromme
C
Horizontale grafiek
D
Periodieke grafiek
Slide 3 - Quizvraag
De fiets van Janine daalt elk jaar in waarde. Hierbij hoort de formule waarde in euro’s = 1800 – 180 × aantal jaren Hoeveel heeft de fiets van Janine gekost?
Slide 4 - Open vraag
De fiets van Janine daalt elk jaar in waarde. Hierbij hoort de formule waarde in euro’s = 1800 – 180 × aantal jaren Hoeveel euro daalt de fiets elk jaar in waarde?
Slide 5 - Open vraag
De fiets van Janine daalt elk jaar in waarde. Hierbij hoort de formule waarde in euro’s = 1800 – 180 × aantal jaren Hoeveel is de waarde van de fiets na drie jaar?
Slide 6 - Open vraag
Is bij tabel I hiernaast sprake van een regelmatige toename of afname? Zo ja, wat is dan de richtingscoëfficiënt?
Slide 7 - Open vraag
Is bij tabel II hiernaast sprake van een regelmatige toename of afname? Zo ja, wat is dan de richtingscoëfficiënt?
Slide 8 - Open vraag
Is bij tabel III hiernaast sprake van een regelmatige toename of afname? Zo ja, wat is dan de richtingscoëfficiënt?
Slide 9 - Open vraag
Maak de formule bij de tabel.
Slide 10 - Open vraag
Schrijf de formule op die hoort bij de grafiek uit de afbeelding.