Karel ende Elegast

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Voorkennis over Karel ende Elegast;
- Opfrissen van kennis over de Middeleeuwen;

Slide 2 - Tekstslide

Karel ende Elegast
- Schrijver?
- Stamt waarschijnlijk uit de 13e eeuw
- Traditie van de Karelepiek
- Orale traditie
- Populair verhaal



Slide 3 - Tekstslide

middeleeuwen

Slide 4 - Woordweb

Middeleeuwen
  • Ongeveer van 500 (val van Romeinse Rijk) tot 1500 (renaissance, hernieuwde interesse in klassieke oudheid)
  • 'Tussenperiode' tussen twee beschavingen > verval
  • Toch nog belangrijke uitvindingen, zoals de zandloper, bril en stijgbeugels
  • Standenmaatschappij: geboorte bepaalde je stand. 1: geestelijkheid, 2: adel, 3: boeren.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

In tweetallen/individueel (minipresentatie)
1.    Welke taal werd in de middeleeuwen gesproken in de Lage Landen en wat zijn kenmerken van deze taal?
2.    Welke verhaalsoorten waren er in de middeleeuwen? Vertel er iets over.
3.    Wat is een minstreel? Leg uit.
4.    Wat gebeurde er op een hofdag? 100 woorden
5.    Wat is de feodale maatschappij? 100 woorden
6.    Wat kun je vinden over de rol van de rooms-katholieke kerk in de middeleeuwen?
7.    Wat kun je vinden over de boekdrukkunst in de middeleeuwen?

Slide 7 - Tekstslide

Volgende week
Korte presentatie van 2-3 minuten waarin je de rest van de klas uitlegt hoe het zit.

Deze informatie kun je ook gebruiken in je eindpresentatie!

Slide 8 - Tekstslide

Les 2
  • Groepspresentaties
  • Uitleg taal en Karel ende Elegast
  • Filmpje met vragen

Slide 9 - Tekstslide

Hoe vaak werd er een hofdag gehouden?
A
één keer per jaar
B
twee keer per jaar
C
drie keer per jaar
D
vier keer per jaar

Slide 10 - Quizvraag

Het feodale stelsel (of leenstelsel) houdt in dat.....
A
De koning zijn land zelf bestuurt met behulp van ministers
B
De koning het bestuur van delen van het rijk aan de adel overliet, in ruil voor trouw

Slide 11 - Quizvraag

De middeleeuwse maatschappij was theocentrisch. Wat betekent dat?
In het dagelijks leven ...
A
... staat de wetenschap centraal.
B
... staan God en godsdienst centraal.
C
... staan geld en economie centraal.
D
... staat iemand die Theo heet centraal.

Slide 12 - Quizvraag

Middeleeuwse literatuur is bedoeld om .....
A
te lezen
B
te luisteren

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Met welk voorbeeld kun je de tekst van Karel ende Elegast waarschijnlijk vergelijken?
A
fragment van 500 jaar geleden
B
fragment van 1000 jaar geleden
C
fragment van 1500 jaar geleden

Slide 15 - Quizvraag

Literatuur in de middeleeuwen
  • Rijm
  • Luisteren
  • Middelnederlands
  • Andere woorden
  • Dubbele ontkenningen
  • Klanken

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Vragen bij filmpje
1. Op het leven van welke Karel is dit verhaal gebaseerd?
2. Wat is het verschil met de verhalen over koning Arthur?
3. Waarom moet de engel de opdracht om te gaan stelen driemaal herhalen?
     Geef twee redenen.
4. Waarom is de dichter Jacob van Maerlant het niet eens met het verhaal
     over Karel ende Elegast?
5. In welke landen kom je het verhaal Karel ende Elegast allemaal tegen?

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open vraag

Les 5
  • Quizvragen
  • Uitleg ridderromans
  • Opdracht

Slide 21 - Tekstslide

Hoe vaak verschijnt de engel aan Karel voordat hij uit stelen gaat?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 22 - Quizvraag

Waarom moest de engel zijn boodschap aan Karel drie keer herhalen?
A
Karel was doof.
B
Karel sliep heel vast.
C
Drie was het getal van de duivel.
D
Drie was het getal van God.

Slide 23 - Quizvraag

Waarom stelde Karel aan Elegast voor om bij zichzelf in te breken?
A
Hij kon Elegast zo op de proef stellen
B
Dan zou niemand er iets van merken
C
Omdat Karel graag de juwelen van Elegast wilde
D
Daar was geen reden voor, het gebeurde toevallig

Slide 24 - Quizvraag

Wat betekent het Middelnederlandse woord 'lijf'?
A
lichaam
B
leven
C
lef
D
lief

Slide 25 - Quizvraag

Wat betekent het Middelnederlandse woord 'ors'?
A
oren
B
eerst
C
hond
D
paard

Slide 26 - Quizvraag

Welke kleur brengt Karel in verband met ongeluk?
A
Rood
B
Oranje
C
Zwart
D
Geel

Slide 27 - Quizvraag

Ridderliteratuur
1100: Voorhoofs, bloederig, oorlog, massagevechten, vrouwonterend, vechten voor God en voor het geloof, de koning vecht zelf (Karel de Grote, Karelromans)

1200: Hoofse, hoofse liefde, hoofse held tegen onhoofse schurk, vechten om respect te krijgen van deprinses, aan het hof van Koning Arthur (Arthurromans)

Slide 28 - Tekstslide

Doelen ridderliteratuur
1. Ontspanning: aan de middeleeuwse hoven genoot men van lange en spannende verhalen over moed, trouw en liefde.

2. Voorbeeldfunctie: de lotgevallen van de romanfiguren dienden tot voorbeeld van de edelen die naar zulke verhalen luisterden.

Slide 29 - Tekstslide

Karelromans

  • Karel de Grote
  • 1100
  • Oorlog en massagevechten
  • Vechten voor de heerser
  • Weinig respect t.o.v. vrouwen
Arthurromans

  • Koning Arthur
  • 1200
  • Hoofse ridderromans
  • Hoofse held <-> onhoofse schurk
  • Liefde
  • Respect t.o.v. vrouwen

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak de opdrachten op het stencil.
timer
15:00

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide