In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Les 3 H3 Schoonmaken
Detailhandel
Klas 2a
Woensdag
Niet vergeten: Boomerang maken
Slide 1 - Tekstslide
Gedragsverwachtingen
Ik luister naar de uitleg.
Ik gebruik mijn Chromebook op de juiste manier.
Tijdens de praktijk blijf ik op/bij mijn eigen werkplek.
Ik verlaat het lokaal alleen met toestemming van de docent.
Slide 2 - Tekstslide
Doelen
- Aan het eind van de les (her)ken ik verschillende gevarensymbolen en ken ik tips voor het schoonmaken. - Aan het eind van de les heb ik geoefend in de praktijk.
Slide 3 - Tekstslide
Lesplanning
- 1e uur theorie
- 2e uur praktijk
Slide 4 - Tekstslide
Theorie - klas 2
Schoonmaken
Droog vuil
Reinigen
Gevarensymbool
Zichtbaar vuil
Aangekleefd vuil
Reinigingsmiddel
Schoonmaakplan
Slide 5 - Tekstslide
Even herhalen...
Slide 6 - Tekstslide
Vraag 9
- Wie maakt er thuis weleens schoon?
- Welke middelen gebruik je daarbij?
- Wat vind je een leuke schoonmaakklus?
- Waarom vind je dat een leuke klus?
Slide 7 - Tekstslide
Droog vuil verwijder je...
A
Nat (dus met een sopje/dweil)
B
Droog (dus met een stofzuiger/bezem)
C
Met een kauwgomkrabber
D
Niet.. Dat laat je gewoon liggen ;)
Slide 8 - Quizvraag
Aangekleefd vuil verwijder je...
A
Nat (dus met een sopje/dweil)
B
Droog (dus met een stofzuiger/bezem)
C
Met een kauwgomkrabber
D
Niet.. Dat laat je gewoon liggen ;)
Slide 9 - Quizvraag
Als je aangekleefd vuil verwijdert (nat, dus met een sopje), dan noem je dat: reinigen.
Slide 10 - Tekstslide
Zichtbaar vuil
Onzichtbaar vuil
Reinigingsmiddel
Desinfecteermiddel
Slide 11 - Sleepvraag
Zichtbaar vuil
Voor badkamer/toilet
Voor de vloeren
Voor al het overige schoonmaakwerk
Sanitairreiniger
Vloerreinigingsmiddel
Interieurreiniger
Slide 12 - Sleepvraag
Vraag 13
Glassex:
Ontstopper:
Harpic:
Slide 13 - Tekstslide
Nieuwe theorie!
Eens even kijken wat jullie al weten! :)
Slide 14 - Tekstslide
Wat heb je allemaal nodig als je gaat schoonmaken?
Slide 15 - Open vraag
Gevarensymbolen
We gaan eens kijken wat jullie al weten over gevarensymbolen
Slide 16 - Tekstslide
Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Acute gezondheidseffecten
B
Oxiderend
C
Lange termijn gezondheidsgevaarlijk
D
Bijtend
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Bijtend
B
Giftig
C
Ontvlambaar
D
Lange termijn gezondheidsgevaarlijk
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Oxiderend
B
Milieugevaarlijk
C
Giftig
D
Ontplofbaar/ explosief
Slide 19 - Quizvraag
Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Gassen onder druk
B
Ontplofbaar/Explosief
C
Ontvlambaar
D
Oxiderend
Slide 20 - Quizvraag
Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Giftig
B
Ontvlambaar
C
Milieugevaarlijk
D
Schadelijk (bijv. ontstekingen)
Slide 21 - Quizvraag
Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Oxiderend
B
Milieugevaarlijk
C
Ontplofbaar/Explosief
D
Ontvlambaar
Slide 22 - Quizvraag
Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Ontvlambaar
B
Oxiderend
C
Ontplofbaar/Explosief
D
Gassen onder druk
Slide 23 - Quizvraag
Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Giftig
B
Acute gezondheidseffecten
C
Bijtend
D
Lange termijn gezondheidsgevaar
Slide 24 - Quizvraag
Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Ontvlambaar
B
Ontplofbaar/Explosief
C
Gassen onder druk
D
Oxiderend
Slide 25 - Quizvraag
Deze week
In je boek:
- Maak opdracht 14 t/m 18 (blz. 57 t/m 60)
Klaar? even iets voor jezelf doen! We kijken het zo samen na.
Slide 26 - Tekstslide
Praktijk: Inpakken
Voor cijfer!
Opruimen om 12:35
Slide 27 - Tekstslide
Afspraken
Niet zo maar lopen door de klas.
Soms moet je even wachten, geduld!
Product kapot maken = lesuur nablijven (45 minuten)
Alles wordt netjes opgeruimd voor 12:35
2 leerlingen zijn verantwoordelijk voor de producten netjes terug in de winkel te zetten.
Slide 28 - Tekstslide
Praktijk (inpakken)
1: De leerkracht geeft een voorbeeld.
2: De leerkracht zegt wanneer je 2 producten uit de winkel mag pakken.
3: Je gaat deze producten zelfstandig inpakken.
4: Je zet een teken op het product waardoor je weet dat die van jou is.
5: Je legt het product op de tafel bij de leerkracht.
Slide 29 - Tekstslide
Cijfers geven
1: De leerkracht geeft iedereen (random) twee ingepakte producten.
2: Je schrijft een duidelijk cijfer op het product.
Je let op: Netheid? Strak ingepakt? Niet te veel papier of plakband gebruikt?
3: Je zet het product weer terug bij de leerkracht en die beoordeelt nogmaals de inpakskills.
Slide 30 - Tekstslide
Checklist opruimen
-Alle producten uitgepakt?
-Al het papier in de papierbak (niet op de grond)?
-Alle producten weer op de juiste plek in de winkel?
-Alle plekken weer netjes?
Dan pas vrije tijd op de laptop!
Volgende week is het weer tijd voor een buitenopdracht.