04-02 - H1 + H2 Fictie

Welkom bij Nederlands!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

In deze les                                                       Tijd: 90 min.
  • Inloop (5. min.)
  • Lesopening (25 min.):
    - Herhaling: fictie en non-fictie, realistisch en onrealistisch
    - Opdracht: fictie en non-fictie, realistisch en onrealistisch

  • Uitleg: verhaalsoorten (10 min.)

  • Zelfstandig aan het werk gaan (40 min.):
    Je leest het verhaal op blz. 64 tot en met 68. Daarna maak je:
    - opdracht 1 (op blz. 68 en 69)
    - opdracht 2 (op blz. 69)
    - opdracht 3 (op blz. 71)
 
  • Evaluatie en reflectie (10 min.):



Doelen van deze les:
1. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen fictie en non-fictie.

2. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen realistische verhalen en onrealistische verhalen.

3. Je kunt zeggen bij welke verhaalsoort een verhaal hoort.








Slide 2 - Tekstslide

Vooruitblik finaleweek 4:
een recensie schrijven over een film (fictie)

Slide 3 - Tekstslide

fictie en non-fictie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Is het volgende fragment fictie of non-fictie?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hoe weet je of een verhaal realistisch is?

Slide 9 - Tekstslide

Realistisch?
Let op: 

- de beschrijving van de tijd en omgeving;
- de beschrijving van de personen en hun gesprekken, gedachten, problemen en bezigheden;
- of je echt gelooft wat er gebeurt;
of er gefantaseerde dingen in voorkomen, zoals vampiers of elfjes;
- hoe de problemen worden opgelost.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe realistisch is deze aflevering van Flexe gasten?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Welke verhaalsoorten zijn er?

Slide 15 - Tekstslide

Realistische verhaalsoorten
Detective:
een speurder probeert erachter te komen wie een moord heeft gepleegd of
waarom hij dat gedaan heeft.


Thriller:
een spannend verhaal waarin de hoofdpersoon bedreigd wordt, meestal door een
misdadiger.


Ontwikkelingsverhaal:
een verhaal dat laat zien hoe iemand niet langer kind is, maar
volwassen wordt

Slide 16 - Tekstslide

Onrealistische verhaalsoorten
 Sciencefiction:
speelt zich meestal af in de toekomst of in de ruimte en gaat vaak over
ruimtevaart of nieuwe techniek.


Fantasy:
verhalen met fantasiewezens in een fantasiewereld.


Dystopie-verhaal:
een utopie is een heel mooie, ideale wereld. Het tegenovergestelde is
een dystopie: een wereld die verpest is door rampen of door slechte leiders. Een dystopie-
verhaal speelt zich af in zo’n wereld, meestal in de toekomst

Slide 17 - Tekstslide

opdracht 3 (blz. 39) maken
klassikaal

Slide 18 - Tekstslide