Paragraaf 2 Belastingen en auto

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

opdracht paragraaf 1

5-7 tot met 10 bespreken

3.2 Belasting en de auto

In deze paragraaf leer je wat de rol is van belastingen en accijnzen bij het kiezen van een auto.

Dit moet je kennen/kunnen:

* Ik kan de kilometerprijs van een auto berekenen.

* Ik kan uitleggen uit welke kosten de kilometerprijs  bestaat.

BTW

Een frikandellenbroodje kost inclusief BTW € 1,25.

Wat kost het broodje exclusief BTW? ( 9%)

BTW

Een frikandellenbroodje kost inclusief BTW € 1,25.

Wat kost het broodje exclusief BTW? ( 9%)

Antwoord

€ 1,25 : 109 x 100 = € 1,15

€ 1,25 - € 1,15 = € 0,10

Rekenen met BTW

Verkoopprijs jas € 125 en btw is 21%. 

Bereken de consumentenprijs

1. BTW berekenen:
   € 125 : 100 x 21 = € 26,25
2. Consumentenprijs berekenen
   € 125 + € 26,25 = € 151,25

3.2 Belasting en de auto

Motorrijtuigenbelasting (=houderschapsbelasting)

• Wegenbelasting
  
• Belasting op het bezitten van een motorrijtuig
  

3.2 Belasting en de auto

Dus... De hoogte van belasting is afhankelijk van gewicht, brandstof en provincie.

Veel km's --> beter lpg/diesel

weinig km's --> beter benzine

Autokosten kan je het beste vergelijken door de prijs per km uit te rekenen.

3.1 Belasting op aankopen

Wat kost een auto per kilometer?

Je houdt rekening met :

• Brandstofkosten (prijs per liter en verbruik)
  
• Motorrijtuigenbelasting
  
• Verzekering
  
• Onderhoud
  
• Afschrijving
  

Het berekenen van autokosten:

Benzinekosten: hangt of van het verbruik van de auto.
Dit wordt geschreven als 1:20.

Dit betekent: met 1 liter brandstof kan ik 20 kilometer rijden.

Stel mijn auto rijdt 1:25 en ik rijd 20.000 kilometer per jaar.

1 liter benzine kost € 1,55. 
2 Hoeveel zijn mijn benzinekosten per kilometer?
1. Hoeveel zijn mijn benzinekosten per jaar?

Het berekenen van autokosten:

1. Hoeveel zijn mijn benzinekosten per jaar?

20.000 : 25 = 800 liter

800 x € 1,55 = € 1.240

2 Hoeveel zijn mijn benzinekosten per kilometer?
€ 1.240 : 20.000 = € 0,062

Huiswerk Hoofdstuk 3 par. 2

opdracht 1 tot met 6

rekentrainer paragraaf 2