Unit 4 Lesson 2 Word order and some and any. January 23

WELCOME
IRREGULAR VERBS
UNIT 4
SOME
ANY
+ COMPOUNDS
WORD ORDER
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

WELCOME
IRREGULAR VERBS
UNIT 4
SOME
ANY
+ COMPOUNDS
WORD ORDER

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IRREGULAR VERBS
to begin - ..... - have begun - beginnen
A
begin
B
begun
C
began

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

IRREGULAR VERBS
to ..... - bound - have bound - binden
A
bound
B
bind
C
binded

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

IRREGULAR VERBS
to cling - ..... - have ..... - .....
A
clinged / clinged / vasthouden
B
clung - clinged - vastmaken
C
clung - clung - vasthouden
D
clung - clung vastklemmen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Irregular verbs

to break - ……. - …... - breken
A
breaked - broken
B
broke - broken
C
broke - broked
D
break- break

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: Irregular verbs
Which one is correct?
choose one
A
To blaw - blew -blawn - blazen
B
To blow -blew- blown - blazen
C
To blow - blow -blown - blazen
D
To blow -blew-blawn - blazen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Irregular verbs

To catch - ….. - …... - vangen
A
caught - caught
B
catched - caught
C
caught - catched
D
catched - catched

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Irregular verbs

to choose - ……. - chosen - kiezen
A
chose
B
chosen
C
chose
D
choose

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOME & ANY
Betekenis: een paar, een beetje, wat, enkele
Maar wanneer gebruik je some en wanneer gebruik je any?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOME • when to use it? 
1. In bevestigende / positieve zinnen
   We bought some flowers
2. In een vraag als je verwacht dat het 
   antwoord "ja" is
   Can I have some water please?
3. Bij een aanbod of verzoek
   Would you like some tea?
   
    
 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANY • when to use it?
1. In ontkennende / negatieve zinnen


2. In vraagzinnen - waarvan het antwoord 
     nog niet zeker is

We didn't buy any flowers.
They arrived without any delay.

Slide 11 - Tekstslide

Bij vraagzinnen: hoe maak je duidelijk aan de leerlingen om welke zinnen het gaat. Aangezien vraagzinnen ook some kunnen bevatten. 
ANY • when to use it?
1. In ontkennende / negatieve zinnen


2. In vraagzinnen - waarvan het antwoord 
     nog niet zeker is
     Do you have any luggage?
             
We didn't buy any flowers.
They arrived without any delay.
negative

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANY • when to use it?
1. In ontkennende / negatieve zinnen


2. In vraagzinnen - waarvan het antwoord 
     nog niet zeker is
     Do you have any luggage?
                          Maybe, maybe not.
We didn't buy any flowers.
They arrived without any delay.
negative

Slide 13 - Tekstslide

Bij vraagzinnen: hoe maak je duidelijk aan de leerlingen om welke zinnen het gaat. Aangezien vraagzinnen ook some kunnen bevatten. 
SOME



ANY 
Gebruik je bij: 

- Bevestigende zinnen;
- Vragen waarbij je verwacht dat het antwoord "ja" is;
- Als het een aanbod of verzoek is.
Gebruik je bij: 

- Ontkennende / Negatieve zinnen;
- Alle andere vraagzinnen.


Let op woorden zoals,
without, hardly, never

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOME / ANY

They didn't make ... mistakes
A
some
B
any

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOME / ANY

I am going to buy ... flowers.
A
some
B
any

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOME / ANY

I can't pay. I haven't got ... money.
A
some
B
any

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOME / ANY

I haven't seen ... good movies lately.
A
some
B
any

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOME / ANY

Those apples look nice! Shall we get ...?
A
some
B
any

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

COMBINING SOME & ANY
Some and any kunnen ook in andere vormen voorkomen:
  • Somebody -- anybody
  • Something -- anything
  • Someone -- anyone
  • Somewhere -- anywhere 

Hierbij wordt de betekenis: iemand, ergens 
of iets en de regels blijven hetzelfde :)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WHAT NOW? 
Extra uitleg nodig? No worries! 
Try the video on the next slide of stel je vraag via teams!

Alles begrepen? Super!
Begin dan alvast met de oefeningen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Keith used to watch television in his room at bedtime.
Wie    -         doet        -          wat        -     waar       -      wanneer.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie
doet
wat
waar
wanneer
Jacky and Pete
aren't going
to the cinema
tonight

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

wie
doet
wat
waar
wanneer
The parents
bring
to football training

every Sunday

their son

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste volgorde
A
Wie - doet - waar - wat - wanneer
B
Wie - doet - waar - wanneer - wat
C
Wie - doet - wat - wanneer - waar
D
Wie - doet - wat - waar - wanneer

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the sentence with the correct word order.
A
He swims every day in the canal.
B
He swims in the canal every day.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the sentence with the correct word order.
A
My sister got married last year.
B
Last year my sister got married.
C
My sister last year got married.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the sentence with the correct word order.
A
Doesn't she go in the weekends out?
B
Doesn't she go out in the weekends?

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Correct word order:
Billy / to his friend /
five minutes ago / went
A
Billy went to his friend five minutes ago
B
Billy went five minutes ago to his friend
C
Billy five minutes ago went to his friend.
D
Five minutes ago Billy went to his friend

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Correct word order:
her / in town / yesterday / I / met
A
I met her in town yesterday.
B
I met her yesterday in town.
C
I yesterday met her in town.
D
I met yesterday her in town.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga je te werk?
1.  zoek als eerst het zelfstandig werkwoord op.
2.  plaats dan het bijwoord van frequentie VOOR het werkwoord.
LET OP!
Als het werkwoord een vorm is van to be (am, are, is, was, were) dan staat het bijwoord van frequentie ACHTER het werkwoord.


Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Choose the sentence with the correct word order.
A
They often go out in the weekends.
B
They go often out in the weekends.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the sentence with the correct word order.
A
We are never in a position to complain.
B
We never are in a position to complain.

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the sentence with the correct word order.
A
Who gives never a straight answer?
B
Who gives a straight answer never?
C
Who never gives a straight answer?
D
Who gives a straight never answer?

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Correct word order:
summer / we / here / are / in / usually
A
Usually we are here in summer.
B
We usually are here in summer.
C
We are usually in summer here.
D
We are usually here in summer.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. He _________ listens __________ to the radio.

2. They ___________ read ___________ a book.

3. Tom _________ is _________ very friendly. 

4. Pete _________ gets _________ angry. 

5. We _________ are _________ on time. 
Sleep het bijwoord op de juiste plek
often
sometimes
usually
never
always

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Any questions?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

UNIT 4 Lesson 2
Do ex 13, 14, 16, 17

Study Irregular verbs to arise - to forgive

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies