K1 Lektion 6A

  • Handy zu Hause/Schließfach
  • Setzt euch bitte (ga zitten)
  • Schulsachen auf dem Tisch (Buch+Laptop+Heft)
  • Laptop geschlossen
  • Rucksack auf dem Boden

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  • Handy zu Hause/Schließfach
  • Setzt euch bitte (ga zitten)
  • Schulsachen auf dem Tisch (Buch+Laptop+Heft)
  • Laptop geschlossen
  • Rucksack auf dem Boden

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
- Hausaufgaben 10
- Rückblick & Wiederholung 10
- Sätze schreiben / proeftoets maken (H3c)  20
- evaluieren 5

Grammaticastencils?






Slide 2 - Tekstslide

Kapitel 1 : Salzburg
Stadt Salzburg, Sommer(ferien), Schule
Lernziele: 
- ik kan de woorden van Lektion 6 foutloos schrijven
- ik kan zwakke werkwoorden en haben/sein/werden vervoegen













Slide 3 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

einen Fehler.....
A
bekommen
B
verstehen
C
machen
D
lernen

Slide 5 - Quizvraag

etwas auswendig......
A
schreiben
B
lernen
C
bekommen
D
verstehen

Slide 6 - Quizvraag

eine Fremdsprache.....
A
schreiben
B
machen
C
lernen
D
bekommen

Slide 7 - Quizvraag

Nachhilfe.....
A
bekommen
B
schreiben
C
übersetzen
D
machen

Slide 8 - Quizvraag

Er ......eine Klassenarbeit.
A
schreib
B
schreibe
C
schreibt
D
schreibst

Slide 9 - Quizvraag

Du.........einen Satz.
A
übersetzt
B
übersetzst
C
übersetze
D
übersetzen

Slide 10 - Quizvraag

Ich .....meine Hausaufgaben .......(machen)
A
hat - gemachen
B
habe - gemachen
C
habe - gemacht
D
habt - gemacht

Slide 11 - Quizvraag

Er (werken) (op dinsdag) (van) sieben (tot) neun.
A
arbeit -am Dienstag - von ..bis
B
arbeitest - um Dienstag - um
C
arbeitet - am Dienstag- von..bis
D
arbeiten - im Dienstag -von..bis

Slide 12 - Quizvraag

Er .....(worden) .... (in) September ....(16)
A
wird - am - sechszehn
B
wird - im - sechzehn
C
wirst - im - sechzehn
D
wirst - am - sechszehn

Slide 13 - Quizvraag

(worden) du ...(op) 2. September (17)?
A
werdet - im - siebenzehn
B
werde - am - siebzehn
C
wird - um - siebenzehn
D
wirst - am - siebzehn

Slide 14 - Quizvraag

Ihr (machen) ('s avonds) (om) acht Uhr Hausaufgaben
A
macht - am Abend - um
B
machet - im Abend - am
C
mache - am Abend - am
D
machen - am Abend - um

Slide 15 - Quizvraag

einen (fout) machen
etwas (uit het hoofd) lernen
eine (vreemde taal)lernen
(huiswerk) machen
eine (proefwerk) schreiben
einen (zin) übersetzen
die (oefening) erklären
die (woorden) lernen
Fremdsprache
Klassenarbeit
Fehler
Hausaufgaben
auswendig
Satz
Übung
Vokabeln

Slide 16 - Sleepvraag

Er (schrijven) die Formel ins (schrift).
A
schreibe - Heft
B
schreibt - Heft
C
schreibst - Buch
D
schreiben - Zeugnis

Slide 17 - Quizvraag

Sie (begrijpt) die (opdracht).
A
versteht - Aufgabe
B
verstehen - Übung
C
verstehst - Satz
D
verstehe - Aufgabe

Slide 18 - Quizvraag

(Krijg) du (bijles)?
A
bekomme - Nachhilfe
B
bekommen - Zeugnis
C
bekommst - Nachhilfe
D
bekommt - Vokabeln

Slide 19 - Quizvraag

(Hebben) ihr das (uit het hoofd leren).
A
Hat - aus dem Kopf gelernt
B
Hast - auswendig gelernt
C
Habt - aus dem Kopf gelernen
D
Habt - auswendig gelernt

Slide 20 - Quizvraag

Übersetze: Op dinsdag maak ik mijn huiswerk.
A
Auf Dienstag mache ich meine Hausaufgaben
B
Am Dienstag machen ich meine Hausarbeit
C
Am Dienstag mache ich meine Hausaufgaben
D
Um Dienstag macht ich meine Hausaufgaben

Slide 21 - Quizvraag

Sätze schreiben
1. Hij zal iets uit het hoofd leren. (zullen = werden)
2. Op woensdag krijg ik bijles.
3. In maart maken wij een proefwerk.
4. Leren jullie de woorden op dinsdag?
5. Van 16.00 tot 18.00 uur maakt zij huiswerk.
6. Legt u de oefening op vrijdag uit?
7. Jij schrijft de formule in het schrift.
8. Zij krijgen het rapport in de zomer.

Nodig: Grammatica-stencil + Lernbox 6
Of: proeftoets maken


timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Sätze schreiben
1. Er wird etwas auswendig lernen.
2. Am Mittwoch bekomme ich Nachhilfe.
3. Im März schreiben wir eine Klassenarbeit.
4. Lernt ihr die Vokabeln am Dienstag?
5. Von vier bis sechs Uhr macht sie Hausaufgaben.
6. Erklären Sie die Übung am Freitag?
7. Du schreibst die Formel ins Heft.
8. Sie bekommen das Zeugnis im Sommer.

Slide 23 - Tekstslide

Nächste Stunde

Klassenarbeit Kapitel 1: 
8. Oktober (H3c)
9. Oktober (H3a)

Check rommel rond je tafel
Blijf op je plaats tot de bel gaat
Stoel aanschuiven
Danke schön !


Slide 24 - Tekstslide