Les 3 Het Hart

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

2 minuten voordat de les begint

• telefoon op tafel maar (nog) niets                                                         mee doen tot toestemming!!
• boeken/agenda op tafel.
• Blz. 91 handboek. 
• Blz. 79 werkboek. 
• stilte

Het Hart

Ga naar Lesson Up en wacht op de klascode.....

Wat weet je al over het hart?

Lesdoel

De onderdelen van het hart kunnen benoemen.

Kunnen uitleggen hoe het hart werkt. 

Kransslagaders en Kransaders

• Het hart gebruikt niet het zuurstof of de voedingstoffen uit het bloed dat het pompt
• Het hart heeft wel veel zuurstof en voedingstoffen nodig.
• Deze krijgt hij van de kransslagaders.
• De afvalstoffen en koolstofdioxide worden weggevoerd door de kransaders.
• Verstoppingen van de kransslagaders veroorzaken hartinfarcten. 

Opdracht 8 blz 79

Hartklep open

Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Open: 

Er stroomt bloed vanuit de boezems in de kamers.

open

open

Hartklep dicht

Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Dicht: 

Er stroomt bloed uit de kamers.

Er kan geen bloed terugstromen naar de boezems.

De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).

De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.

dicht

dicht

Halvemaanvormige kleppen open

Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.

Open: 

Er stroomt bloed vanuit de kamers in de slagaders:

- de longslagader

- de aorta

De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).

De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.

beide open

Halvemaanvormige kleppen: dicht

Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.

Dicht: Het bloed kan niet terugstromen naar de kamers

beide dicht

Nu mogen jullie de telefoon pakken. 

uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?

1. bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
2. bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
3. bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
4. bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

Sleep de onderdelen naar het hart!

Rechterboezem

Rechterkamer

Linker

boezem

Linkerkamer

De hartkleppen vormen de scheiding tussen

1. Boezems en aders
2. Kamers en aders
3. Boezems en kamers
4. Boezems en slagaders

Een bloedvat heeft overal kleppen.
Welk soort bloedvat is dit?

1. Slagader
2. Ader
3. Haarvat

Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?

1. hartkleppen
2. kleppen
3. harttussenwand
4. daar zit niets

Een bloedvat loopt van het hart weg. Dit is een...

1. Slagader
2. Ader
3. Haarvat
4. Dit kan alle soorten bloedvaten zijn

Wat vind jij van deze manier van les krijgen?

1. Leuk
2. Ik vond het eerst leuker, nu is er niks aan
3. Beter dan eerst, maar niet echt leuk
4. Verschrikkelijk

Telefoons weg!

Aan het (huis)werk

Lesstof thema 3.3 lezen

opdrachten maken

Voor volgende les moet 3.3 af zijn (blz 79 en 80). Noteer dit nu in je agenda. 

Nu mogen jullie de telefoon pakken. 

hoe loopt de kleine bloedsomloop?

1. hart, longen, hart
2. hart, lichaam, hart
3. lichaam, hart
4. longen, hart

De hartkleppen zorgen ervoor dat bloed

1. sneller stroomt
2. niet terugstroomt in de boezems
3. niet terugstroomt in de kamers
4. langzamer stroomt

De wanden van het hart

1. zijn overal even dik
2. zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
3. zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
4. zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers

hoe heten de kleppen in de aorta en de longslagaders?

1. halve maan vormige kleppen
2. aderkleppen
3. hartkleppen
4. bloedkleppen

Het hart krijgt ZELF zuurstofrijkbloed dankzij de:

1. Longader
2. Kransslagader
3. Kransader
4. Aorta

Waar liggen de kransslagaders?

1. In je hoofd
2. In je longen
3. In je hart
4. In je benen

Wat is er bijzonder aan de longader?

1. De bloeddruk is er hoog
2. Hij loopt van het hart af
3. Hij bevat zuurstofrijk bloed
4. Hij heeft een gespierde wand

7 en 8

1. 7: linker boezem 8: kransaders
2. 7: rechter kamer 8: kransslagaders
3. 7: rechter boezem 8: kransaders
4. 7: rechter boezem 8: kransslagaders

Telefoons weg!

www.classroomscreen.com

noem 3 adviezen voor een gezonde leefwijze

1. wel roken, veel alcohol, eet ongezond en altijd hetzelfde
2. niet roken, weinig alcohol, eet gezond en gevarieerd, beweeg weinig
3. niet roken, weinig alcohol, eet gezond en gevarieerd
4. niet roken, weinig bewegen, weinig alcohol

1 en 2

1. 1: Aorta 2: longslagader
2. 1: Aorta 2: longader
3. 1: Ader 2: longslagader
4. 1: Slagader 2: longader

Welke kleppen hebben geen nummer?

1. hartkleppen
2. halvemaanvormige kleppen
3. halve hartkleppen
4. kleppende manen

De kleppen zonder nummer gaan open als de kamers samentrekken

1. ja
2. nee
3. nee, ze staan altijd open
4. nee ze zijn nooit open

De kleppen zonder nummer voorkomen dat er bloed terug stroomt naar de boezems

1. ja
2. nee

Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:

1. Longslagader
2. Longader
3. Aorta
4. Holle ader

3 en 4

1. 3: onderste holle aders 4: longaders
2. 3: bovenste holle aders 4: longslagaders
3. 3: onderste holle aders 4: longslagaders
4. 3: bovenste holle aders 4: longaders

5 en 6

1. 5: rechter boezem 6: kransaders
2. 5: rechter kamer 6: kransslagaders
3. 5: linker kamer 6: kransaders
4. 5: linker boezem 6: kransslagaders

9 en 10

1. 9: aorta 10: rechter kamer
2. 9: onderste holle ader 10: linker kamer
3. 9: bovenste holle ader 10: linker boezem
4. 9: onderste holle ader 10: rechter kamer

Nr. 8

1. hartkleppen
2. halvemaanvormige kleppen
3. halve hartkleppen
4. kleppende manen

De kleppen nr 8. voorkomen dat er bloed terug stroomt naar de boezems als ze gesloten zijn

1. ja
2. nee