VD 1.2 week 5
Dekkingsgraad
Voor het lezen van een vreemdtalige tekst wordt gesteld dat je voor een redelijk begrip ongeveer ??? van de woorden moet kennen.
Voor het lezen van een vreemdtalige tekst wordt gesteld dat je voor een redelijk begrip ongeveer ??? van de woorden moet kennen.
A
60%
B
70%
C
80%
D
90%
1 / 12
Onderdelen in deze les
Dekkingsgraad
Voor het lezen van een vreemdtalige tekst wordt gesteld dat je voor een redelijk begrip ongeveer ??? van de woorden moet kennen.
Voor het lezen van een vreemdtalige tekst wordt gesteld dat je voor een redelijk begrip ongeveer ??? van de woorden moet kennen.
A
60%
B
70%
C
80%
D
90%
Slide 1 - Quizvraag
Redundantievelden zijn
A
Kennis over de waarschijnlijkheid van lettercombinaties
B
Kennis over de waarschijnlijkheid van betekeniscombinaties
C
Kennis over de waarschijnlijkheid van hoe zinnen plegen te verlopen
D
Kennis over de waarschijnlijkheid van logische structuren en kennis van de wereld.
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Welke vakdidactische term hoort bij de oefening?
Slide 4 - Open vraag
Kan teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit zeer frequente dagelijkse, of aan het werk gerelateerde taal. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen.
A
A1
B
A2
C
B1
D
B2
Slide 5 - Quizvraag
Kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi.
A
A1
B
A2
C
B1
D
B2
Slide 6 - Quizvraag
Kan korte, eenvoudige teksten lezen. Kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, menu’s en dienstregelingen. Kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen.
A
A1
B
A2
C
B1
D
B2
Slide 7 - Quizvraag
Waarom lezen?
Slide 8 - Woordweb
Welke stelling is juist mbt lezen en de hersenen?
Lezen...
Lezen...
A
... verhoogt de hersenconnectiviteit.
B
... plaatst lezers in de huid van de personages, zowel figuurlijk als biologisch.
C
... vergroot de aandachtsspanne van een lezer.
D
... vergroot de capaciteit van je werkgeheugen.
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat zijn redenen om lezen te toetsen?
Slide 11 - Open vraag
Welke 2 evaluaties bestaan er?
A
op papier
B
formatief
C
summatief
D
online
