Stap voor stap:
Teken jouw geheugenpaleis
Kies een plek die je goed kent, zoals je slaapkamer of je huis.
Teken een eenvoudige plattegrond: begin bij de deur en teken 10 plekken op volgorde waar je vaak langsloopt.
Voorbeeld: deur → bed → kast → bureau → raam → stoel → spiegel → vloer → nachtkastje → lamp
De docent geeft jou 10 willekeurige woorden (bv. ijsje, gitaar, olifant, hoed...).
Maak gekke beelden op vaste plekken
Zet elk woord op één plek in jouw paleis.
Gebruik fantasie: maak een raar, grappig of opvallend plaatje.
Voorbeeld:
Op je bed ligt een olifant die een boek leest.
Op je kast zit een papegaai met een zonnebril.
Loop het geheugenpaleis in je hoofd
Sluit je ogen en “loop” van de deur langs alle plekken.
Noem bij elke plek wat je daar hebt geplaatst.
Vertel het aan een klasgenoot
Vertel in de juiste volgorde wat er in jouw geheugenpaleis ligt.
Je klasgenoot checkt of je niets vergeet en of de volgorde klopt.