FRT Les 2 (blokuur)


Faalangst Reductie Training

Les 2
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Faalangst Reductie TrainingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les


Faalangst Reductie Training

Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Theorie
Tijdens de vorige les hebben we samen een ademhalingsoefening gedaan en besproken dat als je de manier waarop je ademt verandert, dit direct invloed heeft op je lichaam. Tijdens deze les gaan we hier iets dieper op in en gaan we naast de ademhalingsoefening ook een voorstellingsoefening doen.

Ademhaling is een belangrijk proces in je lichaam. Door adem te halen krijg je zuurstof binnen en door uit te ademen raak je afvalstoffen kwijt. Ademhaling speelt ook een belangrijke rol als het gaat om reacties op spannende situaties. In de voorgaande les hebben we geleerd dat je ademhaling versnelt tijdens een angstreactie. Doordat je sneller gaat ademen, kan je lijf in kortere tijd meer zuurstof opnemen. Deze extra zuurstof heb je nodig voor lichamelijke inspanningen.

Sommige leerlingen met faalangst schrikken van deze snelle ademhaling en krijgen deze niet onder controle. Het kan dan gebeuren dat je snelle ademhaling overslaat in hyperventilatie. Wanneer je last hebt van hyperventilatie adem je meer in en uit dan goed is voor je lichaam. Je lichaam raakt in de war. Je kunt last krijgen van transpiratie, een sneller kloppend hart, dubbel zien, duizeligheid en soms zelfs flauwvallen.   
 

Slide 2 - Tekstslide


Adem jij weleens verkeerd? In welke situatie(s) was dit? Hoe merkte je dit? 

Slide 3 - Open vraag

Theorie
Borstademhaling: Een lichaam dat gespannen is, ademt vaak niet diep genoeg, er is sprake van borstademhaling. De borstkas en schouder gaan op en neer, waardoor het bovenste gedeelte van je lijf gespannen wordt. Je kan hierdoor last krijgen van je schouders, nek en kaken met eventueel hoofdpijn tot gevolg.  

Na het uitvoeren van drie diepe buikademhalingen zakken de stresshormonen in je lichaam. Veel jongeren vertellen dat ze door deze oefening beter zijn gaan slapen en dat ze hun zenuwen beter onder controle hebben gekregen. 

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Voorstellingsoefening

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Kleine ontspanningsoefeningen
De bedoeling van deze oefening is om zittend in de klas of aan je tafel opkomende spanning weg te werken. De oefeningen bevorderen de bloedsomloop, zorgen ervoor dat je hart wat rustiger wordt en je ademhaling weer normaal verloopt.  
 
Werkwijze: Je kunt deze oefeningen zittend doen. Ga bij elke oefening rechtop op je stoel zitten. Zorg dat je steeds tijdens een inademing de spieren aanspant, houd ze even vast en laat de spieren weer los tijdens een uitademing. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Theorie "Piekeren"
Piekeren kan een heel nadelig invloed hebben op je leerprestaties. Het is meestal één van de belangrijkste onderdelen van faalangst/zenuwachtigheid. Als je wilt leren om dit piekeren beter onder controle te krijgen, moet je je realiseren dat niet de gebeurtenis, maar je eigen gedachten over de gebeurtenis ervoor zorgen dat je piekert. 

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Opdracht 
Er worden twee verschillende situaties geschetst, noteer wat je reactie is als de situatie waarover ik vertel jullie zou overkomen.  


Slide 18 - Tekstslide

Situatie 1
Stel dat je op school in de gang loopt en dat je mij tegen een andere leraar hoort zeggen: “Ik hoorde dat … blijft zitten omdat hij/zij een onvoldoende voor Nederlands en geschiedenis heeft.” Schrijf op wat je zou voelen als we het over jou zouden hebben. 

Slide 19 - Tekstslide

Situatie 1 (vervolg)
Stel nu dat je, terwijl je verder loopt, de andere leraar tegen mij hoort zeggen: “Dat vind ik jammer. Ik heb hem/haar nog wel zo geholpen met Nederlands.” Schrijf op wat je nu zou voelen.

Slide 20 - Tekstslide

Situatie 2
Stel je voor dat je bij de bushalte staat te wachten. Er staan erg veel mensen te wachten, en als de bus eraan komt, probeert iedereen er snel in te komen. Je voelt prikken in je rug. Schrijf op wat je op dat moment zou denken of voelen. 

Slide 21 - Tekstslide

Situatie 2 (vervolg)
Even later draai je je om, om er wat van te zeggen en dan zie je dat het een blinde is die met zijn stok in je rug prikte. Schrijf nu op wat je op dat moment voelt.

Slide 22 - Tekstslide

Theorie "Gedachten beinvloeden je gevoel"
“Je kreeg in deze voorbeelden allerlei gevoelens die later, toen je meer informatie kreeg veranderen. Wat gebeurt er dan met je kwaadheid, verdriet of schuldgevoel? Waardoor veranderen je gevoelens zo totaal? Dat komt doordat je zo totaal anders tegen de situatie aankeek. Dus een verandering van gedachten veroorzaakte een verandering van gevoelens.   
  
Vaak merk je niet eens dat je nadacht over een handeling. En dat nadenken is toch hetgeen wat je gevoelens opwekt. 

Slide 23 - Tekstslide

Associatiespel 

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
Neem de “Handleiding Ontspannen” door en denk erover na welke manieren voor jou ontspannend kunnen werken, schrijf ze op en ga hier indien nodig mee oefenen. Naast de 6 manieren in de handleiding, zijn er natuurlijk nog vele andere manieren welke voor jou ontspannend kunnen werken, schrijf deze manieren ook op (indien dit voor jou van toepassing is).


Slide 25 - Tekstslide

Tot Slot

Slide 26 - Tekstslide