Herhalen hoofdstuk 7 t/m 9 (B)

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Sponsors
Sommige programma's, vooral op de commerciele zenders, hebben sponsors. Je ziet of hoort dan de zin '' Dit programma is mede mogelijk gemaakt door...''

Stel, jij bent directeur bij een commerciële tv-zender.
Noem steeds één bedrijf waaraan jij zou  vragen om een sponsor te worden voor de programma's.

Slide 10 - Tekstslide

Sluikreclame
  • Onbewuste reclame
  • Niet altijd zichtbaar
  • Vooral in vlogs

Slide 11 - Tekstslide

Massamedia
Hoofdstuk 8
In de vorige hoofdstukken hebben we het gehad over verschillende soorten media, waarvoor je media gebruikt, over het nieuws en reclame.

Maar wat heeft de media nu eigenlijk te maken met de maatschappij?

In deze les behandelen we de deelvraag:
  • Welke rol spelen de media in een democratie?

Slide 12 - Tekstslide

Vrijheid van meningsuiting
In Nederland hebben we veel vrijheid en veel rechten.
Rechten = alle dingen die je MAG doen of MAG hebben.

De rechten die iedereen in Nederland heeft, staan in de grondwet, de belangrijkste wet in ons land.

Een belangrijk recht = vrijheid van meningsuiting = dat iedereen mag zeggen en schrijven wat hij wil.

Slide 13 - Tekstslide

Persvrijheid
Dat dit artikel in de Grondwet staat is voor ons allemaal belangrijk, maar vooral voor journalisten.

Die hebben daardoor namelijk: persvrijheid..
Dit wil zeggen: de media in ons land mogen bijna alles schrijven en laten zien wat ze willen.

Slide 14 - Tekstslide

Censuur
Persvrijheid en democratie horen bij elkaar. In een democratie is er altijd persvrijheid voor de media!
In een dictatuur is er géén persvrijheid maar precies het tegenovergestelde. 

Dit noem je censuur = Dat betekent dat artikelen van journalisten vóóraf worden gecontroleerd (door de machthebbers).
De regering wil dan niet dat de bevolking dingen te weten komt.

Slide 15 - Tekstslide

Mag de pers alles zeggen?
Persvrijheid betekent niet dat journalisten echt alles mogen schrijven of laten zien wat ze willen.
Ze mogen niet:
  • Discrimineren
  • Expres liegen
  • Oproepen tot geweld
Dit mag niet omdat er bijvoorbeeld ook in de grondwet staat dat je
niet mag discrimineren.

Slide 16 - Tekstslide

Pluriformiteit van de media
In een democratie is het fijn dat je kan kiezen uit allerlei kranten, tijdschriften, websites en radio- en tv-zenders.
We noemen dit pluriformiteit van de media = we kunnen kiezen uit veel verschillende media.
De overheid vindt deze pluriformiteit belangrijk! Het zorgt ervoor dat er media zijn voor alle groepen in de samenleving (jongeren, ouderen enz.)

Pluriformiteit betekent ook dat er veel verschillende nieuwsbronnen zijn. Mensen kiezen de nieuwsbron die bij hun mening past.

Slide 17 - Tekstslide


Controle
De journalisten die schrijven over het nieuws, controleren politici.
Bijvoorbeeld: als een minister belooft om geld te geven aan hulpverlening voor jongeren, doet hij dat dan ook? Zo niet, dan komt het in de krant of op tv en kunnen we dat allemaal lezen en zien.

Slide 18 - Tekstslide

Dus... Welke rol spelen de media in een democratie?
  1. In een democratie is er persvrijheid.
  2. In een democratie is er pluriformiteit van de media.
  3. In een democratie controleren journalisten de politici.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide