Hospitality luisteren en gesprekvoeren

Hospitality
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hospitality

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt uitleggen wat hospitality betekent
Je kunt minimaal 3 werkzaamheden hierbij benoemen
Je kunt voorbeelden geven waar een frontoffice wordt gebruikt
Je kunt de begrippen representatief, dienstverlenend en commercieel uitleggen



Slide 2 - Tekstslide

Logistiek
Hospitality
Commercieel

Slide 3 - Sleepvraag

Als je gaat inchecken bij een hotel wat verwacht je dan van het personeel?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Hospitality
Gastvrijheid
Vriendelijkheid voor gasten'
Voorzien van eten, drinken en onderdak

Slide 6 - Tekstslide

Werkzaamheden
Gasten ontvangen
Gasten verzorgen
Gebruiksklaar maken van ruimtes
Vragen beantwoorden
Afspraken of reserveringen maken
Telefoon aannemen

Slide 7 - Tekstslide

Beroepshouding
Vriendelijk
Beleefd
Representatief
Dienstverlenend

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Frontoffice
Campings
Bungalowparken
Buitensportbedrijven
Attractieparken
Informatiekantoren
Jachthavens
Hotels

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Frontofficemedewerker
Representatief = goede indruk maken op de gast
Dienstverlenend = de gast zo goed mogelijk helpen
Commercieel = geld verdienen aan gasten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Hoe spreekt de kassiére zijn klant aan en wat doet dat met de klant?

Slide 14 - Open vraag


Je begroet de klant met 'Goedemorgen'
A
Verbaal
B
Non-verbaal

Slide 15 - Quizvraag

Er belt een klant naar de salon. Hoe help je de klant?

A
Je noemt alleen je voornaam
B
Je spreekt duidelijk en snel om tijd te besparen.
C
Je zegt Goedendag en je naam en de naam van de salon

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer bied je koffie aan bij een klant?
A
Als de klant binnen komt gelijk aan de balie.
B
Als je de klant heb verwelkomt en voordat hij zijn jas uit doet.
C
Als de klant binnen is gekomen en zijn jas heeft uitgedaan.

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noem je de klanten in een restaurant?
A
Cliënten
B
Gasten
C
Bezoekers
D
Klanten

Slide 18 - Quizvraag

Reisbureau
Wie: je gaat in 3 tallen werken.
Wat: rollenspel om een vakantie te boeken.
Hoe: 1 persoon speelt de klant die een vakantie boekt. 1 persoon is de medewerker en registreert de boeking. 1 persoon let op de gespreksvoering en geeft feedback.

Iedereen moet iedere rol 1 keer hebben gehad.

Slide 19 - Tekstslide

Luisterstechnieken
- Actief luisteren naar de klant/collega.
- Juiste houding. 
- Kijk de ander aan.
- Laat merken dat je de ander hoort
- Reageer op de ander

Slide 20 - Tekstslide

Selectief                             Oriënterend          Globaal
 
Intensief                 Doen alsof                    Empathisch

Slide 21 - Tekstslide

Klantsoorten
- Boze klant
- Kritische klant 
- Praatgrage klant
- Verlegen klant
- Vriendelijke klant
- Zelfverzekerde klant

Slide 22 - Tekstslide

Luisterspel
We gaan in een kring zitten.
1 persoon krijgt een zin fluisterend te horen en moet het doorvertellen aan de persoon naast hem/haar. Die persoon fluistert het door aan de gene naast hem. 
Je mag het maximaal 2 keer fluisterend doorvertellen.
De laatste persoon vertelt het hardop.

Slide 23 - Tekstslide

Reisbrochure
Je maakt een reisbrochure naar een land en bestemming die je zelf mag kiezen.
Eisen: de brochure bestaat uit 2 kolommen.
Het bestaat uit een inleiding, kern en slot.
De alinea's hebben kopjes die vetgedrukt zijn.
Er staan minimaal 2 afbeeldingen in.
Er staan 5 bezienswaardigheden/activiteiten in.

Slide 24 - Tekstslide