H4.2 Berekenen - 3

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

4.2 Berekenen

leerdoel

• ik kan krachten tekenen en berekenen

spoorboekje

bespreken oefenbladen vorige les

maken opdracht

maken nieuwe vragen op oefenblad

bespreken vragen oefenblad

antwoorden oefenblad

• a. 1 cm = 20 N     3 cm = 60 N
• b. 1 cm = 100 N   2,5 cm = 250 N
• c. 1 cm = 5 N        3,3 cm = 16,5 N
• d. 1 cm = 2 N        1,8 cm = 3,6 N
• e. 1 cm = 15 N      5 cm = 75 N
• f.  1 cm = 50 N      3,75 cm = 187,5 N

antwoorden oefenblad

• a. 5,3 cm = 1060 N     1 cm = 200 N
• b. 2,7 cm = 405 N       1 cm = 150 N
• c. 3,7 cm = 92,5 N       1 cm = 25 N
• d. 2,8 cm = 84 N          1 cm = 30 N
• e. 2,8 cm = 126 N         1 cm = 45 N
• f. 2,1 cm    = 10 N            1 cm = 10 N

antwoorden oefenblad vraag 2

40 N  200 N   160 N    180 N     155 N      132 N     20 N   60 N     92 N

-----------------------------------------------------------------------

1 cm   5 cm    4 cm   4,5 cm   3,9 cm    3,3 cm  0,5 cm 1,5 cm 2,3cm

vraag

• 2 mensen duwen tegen een deur. 
• een met 185 N en de andere met 130 N
• aan de andere kant staat iemand ook te duwen met een kracht van 280 N.
• wie gaat er winnen?

• 185 N + 130 N = 315 N
• dit is meer dan 280 N dus zij winnen.
• bereken met een verhoudingstabel de lengte van de pijlen
  
• teken de drie krachten waarbij 1 cm ^= 60 N

• hoeveel kracht moet er gezet worden om de deur dicht te laten?
• 315 N - 280 N = 35 N aan de kant waar 1 persoon staat

opdrachten oefenblad

• maak de drie opdrachten van het oefenblad

bespreken oefenopdrachten

zie inask.nl 5.2 samenwerken

over nettokrachten