Vwo 2/ Havo2 - hfd 1 - herhaling gram voor hfd 1

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Korte herhaling

* van alle grammatica voor je toets

 zwakke werkwoorden Duits

* stam = hele ww  min - en /-n

* zijn regelmatig 

* worden gevormd door uitgang achter de stam (esttenten)

(heißen) Wie ............. du?

(fragen) Warum ........ du das immer?

(kommen) Herr Schröder, ............. Sie auch mit?

Herhaling: 

Persoonlijke voornaamwoorden

jullie → Hört .................... das Lied auch?

wij → ……………. kommen aus den Niederlanden

Herhaling: 

haben und sein

het werkwoord sein  

Ik ben - ich ..

jij bent - du ...

hij/zij/het is

er/sie/es ....

wij zijn - wir ..

jullie zijn - ihr ..

Zij zijn / U bent

sie/Sie  ...

bin

bist

ist

sind

seid

sind

hebben	haben
ik heb	ich
jij hebt	du
hij/zij/het heeft	er/sie/es
wij hebben	wir
jullie hebben	ihr
zij hebben	sie
u heeft	S ie

Vervoeg het werkwoord ...

habe

hast

hat

haben

habt

haben

haben

Meine Schwester …………. eine große Tasche gkauft → (haben)

Der Hund …………… sehr alt geworden. (sein)

Herhaling: 

Getallen/Zahlen

Schrijf het getal voluit in het Duits:
33

Schrijf het getal voluit in het Duits:
75

Herhaling: 

het bepaald en onbepaald lidwoord 

                             +

Bezittelijke voornaamwoorden

Bezittelijke voornaamwoorden horen ook

bij de EIN-Gruppe:

Wanneer komt er een -e achter ein + kein en alle bezittelijke voornaamwoorden.

mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
DER	DIE	DAS	DIE
asassa

meine

mein

mein

meine

Ihr

Sein

mein

Euer

Der

deine

Die

Weiter lernen (woorden en zinnen)

Ga naar oefentoets en maak de rest van de woorden in je schrift.

Je kan oefentoets nogmaals online maken.. Ik doe ook de antwoorden erbij.

Viel Erfolg / Succes