W&P_deel 2_soorten presentaties & schappenplan

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

NB: Deze slide wordt door de docent wel of juist niet toegevoegd aan de presentatie (afhankelijk of de online of fysiek gegeven wordt)

Slide 2 - Tekstslide

Doel: Voorkennis activeren, motiveren door inzicht
Werkvorm: instructie (lesinhoud uitleggen a.d.v. PPT of Lessonup)
Uitleg: Vorige les zijn we binnen het taakgebied “werken in de winkelomgeving”  gestart met “winkel- en productpresentatie”. Je hebt basiskennis opgedaan en kennis gemaakt met globale vakbegrippen. Vandaag gaan we inzoomen op soorten productpresentaties 

Slide 3 - Tekstslide

Doel: opstarten, begroeten, inzicht geven, aandacht en betrokkenheid krijgen
Vertellen: In deze themaochtend zijn we dus gericht bezig met Productpresentatie.
(Docent bekijkt samen met de student het beeldmateriaal en neemt de studenten mee in de wereld van Retail. Spreekt met studenten over het belang van presenteren).

Slide 4 - Tekstslide

Doel: bewustheid en betrokkenheid creëren (motiveren)
Werkvorm: instructie (bespreken: docent bespreekt de lesdoelen en de tijdsplanning)
NB: De tijdsplanning wordt eventueel door de docent zelf voor de les toegevoegd in deze slide of bij een  fysieke les bijv. apart op een whiteboard geschreven

Slide 5 - Tekstslide

Doel: de student doet kennis op van de verschillende soorten presentaties (vast versus tijdelijk)
Werkvorm: instructie (vertellen)
Vertellen: Klanten willen een bepaalde beleving ervaren als ze winkelen.
Belangrijk is om de artikelen zo aantrekkelijk mogelijk te presenteren in zowel de etalage, als in de winkel
Elke winkel heeft vaste en tijdelijke artikelpresentaties.
Deze presentaties moeten er altijd verzorgd uitzien.
Vaste assortimenten worden vastgelegd in schappenplannen. 
Voor artikelen die tijdelijk vanwege een actie moeten opvallen, gebruik je andere hulpmiddelen dan voor vaste artikelen in het assortiment.
Tijdelijke artikelen moeten opvallen, als de klant ze niet ziet, koopt hij ze niet. Het moet zorgen voor stopkracht.
(Vraag studenten wat stopkracht is)

Slide 6 - Tekstslide

Doel: de student doet kennis op van de verschillende soorten presentaties (stopkracht)
Werkvorm: instructie (vertellen)
Vertellen: Dit is een begrip uit de reclamewereld.
Een goed product of presentatie heeft de kracht om de haastige of verveelde klant tot stoppen te brengen.
Dat moet binnen vijf seconden gebeuren.
Als stopkracht goed is, beweegt het de consument ertoe stil te staan en liefst ook tot aankoop over te gaan.

Slide 7 - Tekstslide

Doel: de student verzamelt en deelt basiskennis mbt soorten presentaties 
Werkvorm: interactie (klassikale vraag, onderwijsleergesprek)

Instructie: Welk plaatje laat wàt zien?

Mogelijke antwoorden: 
•Olifant-etalage is tijdelijk (in dit geval zal het wel wat langer staan dan gewoonlijk i.v.m. duur decor)
  • •Schoenenwand is vast (minimaal half jaar, daarna collectiewissel)
  • •Food (biologisch) winkel vast, mogelijk worden de koppen gebruikt voor actie/seizoen
  • •Kledingetalage tijdelijk (wordt gemiddeld na 6 weken gewisseld)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten
tijdelijke of vaste presentaties
ken je uit je eigen omgeving/ervaring?

Slide 9 - Open vraag

Doel: voorkennis activeren/delen​
Werkvorm: opdracht in Lessonup + interactie ​
Instructie: Welke soorten tijdelijke of vaste presentaties ken je uit je eigen omgeving/ervaring ? Bijvoorbeeld uit je werk, stage of als je zelf gaat winkelen ​ . 
 Beschrijf in je eigen woorden en/of voeg een plaatje toe​ 
​ 
De docent bespreekt de antwoorden van de studenten en koppelt aan deze indien mogelijk steeds aan een vakbegrip (zie hieronder )
Mogelijke begrippen: ​
  • Vaste artikelpresentatie: schappenplan, massapresentatie​
  • Tijdelijke presentatie: etalagepresentatie, actiepresentatie, seizoenspresentatie, display, sfeerpresentatie, themapresentatie, kassapresentatie, stortmandpresentatie, impulspresentatie​

Slide 10 - Tekstslide

De docent koppelt de antwoorden van de studenten aan deze begrippen

Slide 11 - Tekstslide

Doel: de student weet wat een schappenplan is en hoe deze in elkaar zit
Werkvorm: instructie (vertellen) + opdracht + interactie ( klassikaal bespreken)

Vertellen: Een schappenplan is een plan waarin staat welke artikelen waar en hoe in welke schappen moeten liggen of hangen.

Slide 12 - Tekstslide

Vertellen:
Om het vaste assortiment te presenteren gebruik je vaste presentatiemeubels zoals rekken, schappen, stellingen of gondola’s en vitrines. Een gondolastelling bestaat uit een tussenwand met aan twee kanten legborden.
De gondolastelling is speciaal ontworpen om in het midden van een ruimte te plaatsen. 

Slide 13 - Tekstslide

Vertellen: Bespreek de slide. De looptijd van een schappenplan is van te voren bekend. Afdeling inkoop (Category management) bepaalt hoe lang een assortiment blijft staan.
POS- materiaal > zie volgende slide
Facing > zie 2 slides verder

Slide 14 - Tekstslide

Vertellen: 
POS- materiaal betekent Point Of Sale materiaal. Het betreft materiaal dat de verkoop van producten ondersteunt. Het vergroot de aandacht op een product. Dit kan in de vorm van posters, banners, prijskaarten, creatieve vloerstickers of displays. 
  • Pricing is het beprijzen van artikelen (bijvoorbeeld de prijs op het artikel zelf of met schapprijskaartjes op de schappen)
  • Signing is alles wat te maken heeft met het fysiek (dus offline) communiceren van teksten en beelden; ook wel visuele communicatie genoemd

Slide 15 - Tekstslide

Vertellen:
Facing is dat van een artikel de voorkant zichtbaar is. In een schappenplan betekent het het aantal verpakkingen van een product naast elkaar

Slide 16 - Tekstslide

Doel: de student weet wat family grouping is en wat je hiermee kunt in de praktijk
Werkvorm: instructie (vertellen) + opdracht (individueel) +interactie ( klassikaal bespreken)

Vertellen:
Een klant verwacht dat bepaalde artikelen bij elkaar staan, zoals koffie en koffiemelk in de supermarkt.
In drogisterijen staan alle geurtjes bij elkaar, alle huidverzorgingsproducten en alle haarverzorgingsproducten.
Het bij elkaar plaatsen van artikelen die bij elkaar horen noem je family-grouping.
Dit betekent letterlijk het groeperen van een familie.
Online zie je dit ook.

Slide 17 - Tekstslide

NB: laat studenten aantekeningen maken

Slide 18 - Tekstslide

Vertellen:
Artikelen die elkaar aanvullen (elkaar compleet maken) noem je complementaire artikelen. Artikelen die elkaar aanvullen, staan bij elkaar.
Alle artikelen om een pannenkoek te kunnen bakken staan bij elkaar; meel, eieren, poedersuiker, stroop
Om pasta te kunnen maken (snelle maaltijd) staan de kant-en-klare potten saus er alvast bij in verschillende smaken. Alleen het gehakt ontbreekt (kan niet anders, dat staat in de koeling). Maar andersom staat er wel eens potten pastasaus en pasta op het koelingschap bij het gehakt (gemak voor de klant om sneller te winkel)

Slide 19 - Tekstslide

Vertellen:
Klanten die het ene artikel kopen, zullen of willen vaak ook het andere artikel kopen.
Klanten die voor een herenbroek komen, zullen hoogstwaarschijnlijk ook geïnteresseerd zijn in truien, T-shirts, etc.
Klanten die voor verfbenodigdheden komen, zullen ook interesse hebben in kwasten, reinigingsmiddelen, schilderdoeken, etc.

Slide 20 - Tekstslide

Vertellen:
Het geeft gemak bij het zoeken naar de juiste maat (scheelt veel tijd).
Kan bijvoorbeeld ook voorkomen bij een aanbieding op een kopstelling met ‘alle pakken koffie 500 gr. 2de halve prijs (alle merken worden dan door elkaar op dit schap geplaatst)

Slide 21 - Tekstslide

Vertellen:
  • Deze manier van verwantschap geeft een boost aan een merk
  • Geeft rust in de presentatie doordat de artikelen goed bij elkaar passen qua stijl (dat komt met name door de verpakking)
  • Vaak wordt dit soort presentaties versterkt door merksigning (posters, borden met de merknaam erop)
  • Bijvoorbeeld shop-in-shop (betekent; winkel in een andere winkel) Tommy Hilllfiger bij de Bijenkorf.

Slide 22 - Tekstslide

Vertellen:
De artikelen samengebracht in 1 thema versterken elkaar, waardoor er vaak meer dan 1 artikel gekocht wordt
Decoratie/signing (met thema aanduiding of een afbeelding die de sfeer versterkt) in de presentatie is daarbij een belangrijk onderdeel
Bijvoorbeeld alles rondom Moederdag of Sinterklaas.

Slide 23 - Tekstslide

Vertellen:
Alle artikelen met eenzelfde kleur liggen bij elkaar. Of gepresenteerd in kleurbanen.

Slide 24 - Tekstslide

Vertellen:
Bijvoorbeeld babyartikelen in de supermarkt. Of de artikelen voor senioren bij de bouwmarkt; steun voor in de douche, rollator, etc.

Slide 25 - Tekstslide

Vertellen:
Denk aan de eurobakken bij de kassa van Praxis.

Slide 26 - Tekstslide

Vertellen:
In een meubelzaak is een ruimte ingericht op basis van de stijlverwantschap, bijvoorbeeld ‘barok’ of ‘modern’.

Slide 27 - Tekstslide

Vertellen:
Alle artikelen die van hetzelfde materiaal zijn gemaakt, liggen bij elkaar. Bijvoorbeeld alle ruwhouten planken en ruwhouten balken. Liggen bij onbewerkt hout in het schap.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Merk- verwandschap
B
Maat- verwandschap
C
Koop- verwandschap
D
Thema- verwandschap

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Maat- verwandschap
B
Thema- verwandschap
C
Kleur- verwandschap
D
Merk- verwandschap

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek zelf 3 afbeeldingen van verschillende verwantschappen

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was nieuw
en interessant
voor jou vandaag?

Slide 33 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies