Taaltrap les 9 Familie

Welkom OAZ2!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom OAZ2!

Slide 1 - Tekstslide

STARTOPDRACHT
Welke dag is het vandaag?

Slide 2 - Open vraag

STARTOPDRACHT
Welke datum is het vandaag?

Slide 3 - Open vraag

STARTOPDRACHT
Welke dag is het morgen?
A
maandag
B
vrijdag
C
zaterdag
D
zondag

Slide 4 - Quizvraag

STARTOPDRACHT
Hoe laat eindigt deze les?
A
10.15 uur
B
11.00 uur
C
11.45 uur
D
12.15 uur

Slide 5 - Quizvraag

Taaltrap les 9

Familie
In deze les leer je:

  • namen van mensen
  • mijn, jouw, zijn, haar
  • vragen?
  • hebben en zijn

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling

Slide 7 - Tekstslide

Maria
Eindhoven
Hoofdstraat 12
14 jaar
Nederlandse
vader
oom en tante
broer en zus
moeder
opa en oma
Adres
Woonplaats
leeftijd
nationaliteit
Naam

Slide 8 - Sleepvraag

FAMILIE

Slide 9 - Tekstslide

9.1 Luisteren
Ga naar pagina 48 van je boek.

  1. Maak een boom
  2. Schrijf alle namen van jouw familie in de boom
Familie

Slide 10 - Tekstslide

Een stamboom maken

Slide 11 - Tekstslide

1. Bespreek de stamboom.


2. Nu jij!

Mijn vader heet................
Mijn moeder heet...............
Ik heet............................
Mijn zusje heet.....................
Mijn broer heet......................
Mijn adres is........................
Mijn nationaliteit is.......................
timer
4:00

Slide 12 - Tekstslide

mijn-jouw-zijn- haar
Kijk, dit is mijn vader
en dit is mijn moeder.
Dat is jouw broer.
Dit is mijn zus.
Wat is jouw naam?
Wat is haar naam?
Zijn naam is Ivan.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Jij hebt een boek.  
Het boek
Het is _______ boek. 
mijn
haar
zijn
jouw

Slide 15 - Sleepvraag

Ik heb een groene laars.
De laars
Het is _______ groene laars. 
mijn
haar
zijn
jouw

Slide 16 - Sleepvraag

Mijn moeder heeft een bloes.
De bloes
Het is _______ bloes. 
mijn
haar
zijn
jouw

Slide 17 - Sleepvraag

Ik heb een kat.  
De kat
Dit is _______ kat. 
mijn
haar
zijn
jouw

Slide 18 - Sleepvraag

Hij heeft een boot.  
De boot
Dit is _______ boot. 
mijn
haar
zijn
jouw

Slide 19 - Sleepvraag

Mijn vader heeft een boom.  
De boom
Het is _______ boom. 
mijn
haar
zijn
jouw

Slide 20 - Sleepvraag

Hij heeft een moeder.  
De moeder
Het is _______ moeder. 
mijn
haar
zijn
jouw

Slide 21 - Sleepvraag

Jij hebt een neus.  
De neus
Het is _______ neus. 
mijn
haar
zijn
jouw

Slide 22 - Sleepvraag

Vul in: ik - mijn en jij - jouw

........      heb een fiets. Het is mijn fiets.

Jij hebt ook een fiets. ............ fiets is groen.

............. fiets is nieuwer dan mijn fiets. 

Ik heb ook een zus. Zij is ............ zus. 

Ik
mijn
jij
jouw
jouw
mijn

Slide 23 - Sleepvraag

9.4 Luisteren
Luister naar de zinnen
9.4

Slide 24 - Tekstslide

heb
hebt
heeft
hebben
Ik ......... een broer en een zus.
Hij ........... een vader en een moeder.
Wij .......... een hond in ons huis.
Jij  ............  geen broers.

Slide 25 - Sleepvraag

is
ben
bent
zijn
Ik ......... een jongen.
Hij ........... 14 jaar.
Wij .......... nu op school.
Jij  ............  in de klas.

Slide 26 - Sleepvraag

zijn
Wij zijn in de klas.




ik ben
jij bent
hij is  -  zij is

wij zijn
jullie zijn
zij zijn

Slide 27 - Tekstslide

hebben
Wij hebben een fiets.
ik heb
jij hebt
hij heeft - zij heeft

wij hebben
jullie hebben
zij hebben

Slide 28 - Tekstslide

Spel
                                 klik hier

Slide 29 - Tekstslide

Ik weet alle woorden!
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll