V3: donderdag 11 februari
1 / 33
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Het boek 'Het leven uit een dag' zou ik...
A
niet willen lezen
B
niet willen lezen, maar wel ander werk van hem
C
misschien willen lezen
D
graag willen lezen!
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
De Nederlandse taal over honderd jaar... Wat denk jij?
A
De Nederlandse taal verdwijnt
B
De Nederlandse taal blijft bestaan
C
De Nederlandse taal verengelst
D
Engels wordt een universele taal
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Het artikel 'Schaf het Nederlands gewoon af' is een...
A
beschouwing
B
betoog
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Het artikel 'Nee hoor, het Nederlands verdwijnt niet' is een...
A
beschouwing
B
betoog
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Het artikel 'Is het erg dat taal verandert?' is een...
A
beschouwing
B
betoog
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
'Er verdwijnen jaarlijks tientallen talen, het geeft niks als het Nederlands daar over twee à drie generaties één van is.'
A
eens
B
oneens
Slide 19 - Quizvraag
'Als iedereen zich aan taalregels houdt, blijft de communicatie goed.'
A
eens
B
oneens
Slide 20 - Quizvraag
'Dat mensen minder waarde hechten aan de Nederlandse taal, gaat ten koste van de Nederlandse cultuur.'
A
eens
B
oneens
Slide 21 - Quizvraag
'Taal leeft, en of je nu wilt of niet, het Nederlands zal nooit hetzelfde blijven.'
A
eens
B
oneens
Slide 22 - Quizvraag
'De Nederlandse taal moet met de tijd mee gaan.'
A
eens
B
oneens
Slide 23 - Quizvraag
'Taalverloedering? Noem het gewoon taalverandering!'
A
eens
B
oneens
Slide 24 - Quizvraag
'We moeten de verloedering van de Nederlandse taal stoppen.'
A
eens
B
oneens
Slide 25 - Quizvraag
'Wereldwijd zou er maar één taal gesproken moeten worden.'
A
eens
B
oneens
Slide 26 - Quizvraag
'Wat maakt een spelfout nou uit, je begrijpt toch wat er staat?'
A
eens
B
oneens
Slide 27 - Quizvraag
'Er wordt tegenwoordig te slordig om gegaan met de Nederlandse taal.'
A
eens
B
oneens
Slide 28 - Quizvraag
Tot slot een kleine enquête. :-)
1/3: Dit 'blokuur' was...
1/3: Dit 'blokuur' was...
A
te lang
B
te kort
C
precies lang genoeg
D
kon iets korter
Slide 29 - Quizvraag
Tot slot een kleine enquête. :-)
2/3: Van dit 'blokuur' heb ik (...) geleerd.
2/3: Van dit 'blokuur' heb ik (...) geleerd.
A
niks :(
B
weinig
C
een beetje
D
veel!
Slide 30 - Quizvraag
Tot slot een kleine enquête. :-)
3/3: Dit 'blokuur' was ...
3/3: Dit 'blokuur' was ...
A
saai :(
B
te doen
C
wel oké
D
leuk!
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
Heb je nog suggesties/lesideeën? :)
