Examentraining I paradigma's

Welk probleem doet zich voor bij het fenomeen 'free-riders'?
1 / 29
volgende
Slide 1: Open vraag
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welk probleem doet zich voor bij het fenomeen 'free-riders'?

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het dilemma bij het 'dilemma van collectieve actie'?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 1: Lees de tekst
“Volgens Herbert Gans heeft armoede een positieve functie: armen in een samenleving zijn nodig omdat ze werk doen dat gevaarlijk en vuil is en ze doen dat voor weinig geld, armen hebben immers geen keuze. Ook zijn er mensen die werken om armoede te bestrijden, zo zorgt armoede voor werkgelegenheid. Armen zorgen bovendien voor een afzetmarkt van bepaalde producten, zoals tweedehands spullen en goedkope woningen.” 

Slide 13 - Tekstslide

a. Welk paradigma past het beste bij deze uitspraak?
A
Conflictparadigma
B
Functionalisme paradigma
C
Rationele-actor paradigma
D
Sociaal-constructivistisch paradigma

Slide 14 - Quizvraag

b. Hoe zou iemand vanuit het conflict paradigma denken over armoede? Leg dit uit met behulp van een korte uitleg van dat paradigma.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

In bron 1 is sprake van een conflict tussen de EU en Google. Geef de definitie van het kernconcept conflict en twee voorbeelden uit de bron

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Uit de strafbare feiten die worden genoemd in alinea 2 van bron 1 blijkt dat Google handelt op basis van rationaliteit. Gaat het om technische of om wetenschappelijke rationaliteit? Geef de definitie en een voorbeeld uit alinea 2

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

“If men define situations as real, they are real in their consequences” - dit is een sociaal-constructivistische benadering en dit noemen we het Thomas-theorema. Waar herken je dit in het artikel?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

De staking van de vakbonden is een voorbeeld van samenwerking. Leg uit met
de definitie van het kernconcept samenwerking
een voorbeeld uit de bron

Slide 27 - Open vraag

De staking is een collectieve actie van de buschauffeurs en vakbonden. Leg het dilemma van collectieve actie uit aan de hand van alinea 4.

Slide 28 - Open vraag

Verklaar vanuit het rationele actor paradigma waarom mensen lid worden van een vakbond.

Slide 29 - Open vraag