Impressionisme

Impressionisme
Schilderkunst
Hollands impressionisme
Fotografie
Beeldhouwkunst

1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
TekenenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Impressionisme
Schilderkunst
Hollands impressionisme
Fotografie
Beeldhouwkunst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overgang van Realisme naar Impressionisme
->Realisme
         -> School van Barbizon 
                   -> Impressionisme 
                            -> Post-impressionisme 
Le déjuner sur L'herbe - Eduard Manet (1863)
Het ging erom wat ze zagen en niet wat de academische regels hen voorschreef!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impressionism

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lunch van de roeiers - Pierre-Auguste Renoir(1880-1881)
Een bar in de Folies-Bergère - Edouard Manet 1882
 Impression, soleil levant - Claude Monet(1872)
Camille Pissarro, Entrée du village de Voisins, 1872

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan zou je een impressionistisch schilderij kunnen herkennen?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lunch van de roeiers - Pierre-Auguste Renoir(1880-1881)
Een bar in de Folies-Bergère - Edouard Manet 1882
 Impression, soleil levant - Claude Monet(1872)
Camille Pissarro, Entrée du village de Voisins, 1872

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rouen Cathedral - 1892 en 1893
minstens 37 schilderijen sinds herfst 1899 tot begin 1901 van de parlementsgebouwen in Londen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hollands Impressionisme
Haagse School
Amsterdamse school

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Haagse school
  • tussen 1860 en 1900
  • afzetten van Romantiek
  • School van Barbizon als inspiratie
  • Hollandse landschappen
  • sombere kleuren - > "de grijze school"
  • Voorbeelden: Jozef Israëls, Jan Hendrik Weissenbruch, Hendrik Willen Mesdag, Anton Mauve, Jacob Maris
Jacob Maris: De bomschuit, 1875

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Anton Mauve: Een Hollandse weg, ca. 1880

Jan Hendrik Weissenbruch: Ophaalbrug bij Noorden, ca. 1890

Constant Gabriël: In de maand juli, 1888

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Panorama Mesdag

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Amsterdamse school
  • ontstaat rond 1900
  • Amsterdamse Impressionisten
  • mens in stad en straat het belangrijkste onderwerp
  • schetsmatig een moment uit het volle leven te grijpen
  • onaf 
Isaac Israels, Het transport der kolonialen, 1883-84

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

George Hendrik Breitner: De Singelbrug bij de Paleisstraat in Amsterdam, ca. 1897
George Hendrik Breitner: Het oorringetje, c. 1893
George Hendrik Breitner: Het Damrak te Amsterdam, 1903

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Japonisme
De courtisane (1887)
Vincent van Gogh
George Hendrik Breitner: Meisje in rode kimono, liggend, 1896 (detail)
"La Princesse du Pays de la Porcelaine" James Abbot McNeil Whistler(1863-1864)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen de
Haagse en de Amsterdamse School?
(Kijk niet alleen naar de afbeeldingen,
gebruik je geheugen)

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fotografie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1826
Camera obscura
De eerste foto, belichtingstijd van 8 uur. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eerste fotografische afbeelding van een mens - Daguerre, 1838

belichtingstijd ruim 10 minuten

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1834          Ontdekking negatief-positiefprocedé.


1839          Officiele jaar dat uitvinding fotografie wordt aangekondigd. 


1861           met drie kleurfilters de eerste kleurenfoto.


1888         De eerste fotocamera met rolfilm voor het grote publiek. Met de slogan "You press the button, we do the rest".



1930          foto's (gemaakt met rolletjes) meermaals af te laten drukken door middel van negatieven van een 35mm-rolletje.



1960          kleurenfoto's voor consumenten 


1981           het eerste digitale fototoestel 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leo Gestel - Café-terras aan het Rembrandtplein, 1906


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zie je de invloed van fotografie op
dit impressionistische werk van Leo Gestel?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Beeldhouwkunst
Auguste Rodin

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Post-impressionism

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HUISWERK
Je gaat een kunstanalyse of beeldanalyse maken aan de hand van een kunst analysemodel. Volg de stappen en vul het formulier in dat ik heb klaargezet in It'slearning. 

Kies een schilderij uit het Realisme of Impressionisme.

(CSE Vaardigheden)

De absintdrinkster - 
Edgar Degas (1876)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

QUIZ

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de tijdsperiode van het Impressionisme?
A
1810-1825
B
1875-1900
C
1900-1925
D
1755-1770

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de kern van het impressionisme?
A
Het gaat over autonomie van de kunstenaar en de kritiek op de maatschappij.
B
Het gaat over provoceren, anders denken en zorgen voor opschudding.
C
Het gaat over een zo realistische mogelijke weergave van de werkelijkheid. De sociale verhoudingen.
D
Het gaat over waarneming. Hoe ziet de kunstenaar de situatie en hoe vertaald hij dat naar kunst? Het gaat over kleur en licht.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je het impressionisme?
A
alle beelden zijn geromantiseerd
B
wazig en snel geschilderd
C
perfectie
D
actie en gevoel is belangrijk

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een stijlkenmerk van het impressionisme
A
Felle kleuren
B
Vlugge penseelstreken
C
Fotorealistisch geschilderd
D
Geometrische vormen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manier sluit het Impressionisme aan bij het realisme?
A
Gevoel is belangrijk
B
Belang van sociale status
C
Belang van het moment
D
Schilderstijl

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welk van onderstaande landschapsschilderijen behoort tot het impressionisme?
A
B
C
D

Slide 33 - Quizvraag

vraag de klas uit te leggen waarom B goed is en waarom de rest niet.
Waarom is dit werk typerend voor het impressionisme?
A
Weergeven van een moment.
B
Gebruik van verf direct uit tube, mengen op doek.
C
Invloed van de fotografie.
D
Veelvuldig gebruik van lichtwerking.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het impressionisme zie je terug:
A
Kritische blik op de maatschappij
B
Nauwkeurig vast leggen van de dagelijkse dag
C
Het vangen van veranderend licht
D
Werken vanuit de emotie

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem de twee stromingen van Hollands impressionisme
A
Hollandse en Belgische school
B
De Haagse en Rotterdamse school
C
De Haagse en Amsterdamse school
D
De Bergense en Haarlemse school

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke omschrijving behoort niet tot het
impressionisme in de schilderkunst?
A
Verdere uitwerking van het realisme
B
Gedetailleerd weergeven van de werkelijkheid
C
Nadruk op kleur en licht
D
Weergeven van zintuiglijke indrukken

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kenmerkend voor de schilderkunst van het impressionisme?
A
alledaagse voorstelling, losse toets, statische compositie, helder kleurgebruik
B
losse toets, spiegeling, afsnijding, egale kleurvlakken
C
schaduwen hebben kleur, losse toets, afsnijding
D
egale kleurvlakken, spiegelingen, alledaagse voorstelling

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kenmerkt het Neo classicisme?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De wandelaar boven de nevelen
Caspar David Friedrich
1818

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken Romantiek
Voorstelling:
- vlucht in het verleden (middeleeuwen), de eigen geschiedenis
- imitatie en dramatisering van de ongerepte natuur (Duitsland)
- persoonlijke beleving van religie, het bovennatuurlijke, het kosmische
- menselijke emoties en dramatiek: onbereikbare liefde, heroïek, melancholie, sehnsucht
- menselijke verbeeldingskracht, dromen en nachtmerries
- belangstelling voor exotische culturen

Vormgeving:
- Autonome vormgeving van de kunstenaar daardoor heel divers (compositie/kleur/techniek)

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat past bij Romantiek ratio (hoofd) of emotie (hart)?
A
Ratio
B
Emotie
C
Beide
D
Geen idee, mijn hoofd staat uit

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Romantisch kunstenaars willen als het ware wegvluchten uit de harde werkelijkheid. Ken je toevallig al een aantal onderwerpen die de Romantisch kunstenaars gebruikten en waar zij in 'wegvluchten'?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vrijheid en autonomie van de kunstenaar.

Individualisme:
eigen stijl! 
De originele, geniale
kunstenaar. 

Virtuositeit van de kunstenaar: sterk technisch begaafd. 
Ideaalbeeld: de geniale bohemien.
Is volkomen vrij in zijn kunstzinnige uittingen. Geen regels!

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De romantische kunstenaar, als Caspar David Friedrich, legt in zijn werk de nadruk op:
A
zo realistisch mogelijk verbeelden
B
de romantiek tussen mensen verbeelden
C
zijn ervaring verbeelden van de natuur
D
het maken van portretten

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Natuurgeweld!
De natuur is het onderwerp geworden, ipv een historisch onderwerp zoals voorgeschreven door de academische tradities.
Met een grove schildertoets ipv gedetailleerd.  

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De romantiek maakte nationalistische gevoelens los, 
waarin het eigen land, de eigen taal
en geschiedenis en de
traditionele normen en waarden werden verheerlijkt

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Noem drie voorstellingsaspecten waaraan je kunt zien dat de vrouw de godin van de strijd is.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies