1ha_K1L6_Monate

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Du hast 3 min für:

je hebt 3 min om:

• te gaan zitten (altijd 1 plek vrij laten)

•  jas uit
• oortjes uit
• mobiel in je tas
• laptop (gesloten) op tafel
• schrift
  

In 3 min geschafft?

Punkt für die Klasse!

In 3 min nicht geschafft?

Punkt für Dozent

Nach 6 Stunden:

   Die Klasse hat die meisten Punkte?

Februar

Januar

März

April

Mai

Juni

Juli

August

September

Oktober

November

Dezember

Am Ende der Stunde...

... kannst du die Monate auf Deutsch benennen.

Programm

• Thema heute: Monate
  
• Lied: Die Jahresuhr
  
• An die Arbeit
• Besprechen
  
• Abschluss: Klassenarbeit ansehen
  

00:45

Welcher Monat liegt zwischen Februar und April?

01:06

In diesem Monat beginnt der Herbst:

1. August
2. Oktober
3. September
4. November

01:45

In welchen Monat ist Weihnachten?

02:11

Was ist der vierte Monat im Jahr?

Zu Hause: Maak de volgende opdrachten in je boek:

S. 43, Nr. 2 und S. 44, Nr. 3

hulp: S. 51

In der Klasse:

zusammen

Besprechen:

zu Hause = antworten

Klasse = richtig/falsch

Letzte Frage:
In welchem Monat hast du Geburtstag?

Abschluss

NIET inpakken - luisteren:

• na startsignaal: inpakken
• wel blijven zitten - stil
• dan afsluiting door docente!
• dan: klaar :)
  

toets inzien!!!