Verpleegkundig proces

Verpleegkundig proces
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Verpleegkundig proces

Slide 1 - Tekstslide

Inleiding
  • Iedere Client en iedere situatie is uniek. 
  • De (verpleegkundige zorg) zorg sluit aan op de situatie van de cliënt.
  • Door niets te vergeten doorloop je een aantal stappen tijdens het zorgproces, (cyclisch proces).
  • Vandaag gaan we kijken naar de stappen in het verpleegkundig proces
  • Methodisch werken is de basis 

Slide 2 - Tekstslide

Poster en Pitch
Visie op zorg door Steven en Marjet

Slide 3 - Tekstslide

Methodisch werken

Slide 4 - Woordweb

Wat zijn kenmerken van methodisch werken
Handelen is doelgericht
Handelen is systematisch= het verloopt volgens geplande stappen
Handelen is procesmatig=verschillende stappen sluiten op elkaar aan
Handelen is bewust= weet wat je doet en waarom

Slide 5 - Tekstslide

Continuïteit en coördinatie van zorg

De zorgverlening wordt zodanig georganiseerd en geregeld (coördineren), zodat de zorgafspraken voor de zorgvrager door iedere zorgverlener hetzelfde worden uitgevoerd. Er ontstaat geen onduidelijkheid of verschil in aanpak (continuïteit).

Basis voor Kwaliteit van zorg


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Stappen Verpleegkundig proces
  • Methodische wijze zorg verlenen
  • Opeenvolging van 6 stappen
  • Cyclisch

Slide 8 - Tekstslide

Gezondheidspatronen van GORDON

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Klinisch redeneren
Klinisch redeneren
Als verpleegkundige/verzorgende neem je de hele tijd grote en kleine beslissingen over de zorg: er valt je iets op, je ordent je gedachten en je neemt een beslissing. Die beslissing kun je uitleggen met feiten en argumenten.
Dit methodische proces van oriënteren, analyse en besluiten nemen noemen we klinisch redeneren.

Slide 11 - Tekstslide

Opstapopdracht afmaken en nabespreken

Ga in groepjes van 4 de opdracht nabespreken
Bespreek wat je had ingevuld bij het doorverwijzen: zijn er verschillen en waar komt dit door?

Slide 12 - Tekstslide