vendredi le 16 mai

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

vendredi le 16 mai, bonjour!

-spullen op tafel?

- jas aan de kapstok?

-telefoon uit en in je tas?

In stilte apprendre 4 herhalen

Les buts (leerdoelen):

Aan het einde van de les kun je Franse werkwoorden op -ir, -re en -er vervoegen en bezittelijke voornaamwoorden correct gebruiken.

De uitgangen van de werkwoorden op -re in de présent:

1. s / s / - / ons / ez / ent
2. s / s / t / ons / ez /ent
3. s / es / s / ons / ez / ent
4. es / s / - / ons / ez / ent

Wat gebeurt er bij werkwoorden op
-re in de passé composé?

1. re wordt i
2. re wordt é
3. er gebeurt niks
4. re wordt u

Het voltooid deelwoord van een werkwoord op ir

1. é
2. i
3. u
4. e

Wat zijn de uitgangen in de P van de werkwoorden op -ir?

1. is, is, it, ons, ez, ent
2. e, es, e, ons, ez, ont
3. is, is, it, issons, issez, issent
4. e, es, e, ons, ez, ent

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) frère

1. mon
2. ma
3. son
4. sa

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) tante

1. ma
2. ta
3. mon
4. son

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) soeur

1. sa
2. ton
3. son
4. ta

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (uw) mère

1. nos
2. votre
3. notre
4. ta

Au travail!

nakijken:

8a-8b-8c

3-4-5-6

16A en 16B

Les devoirs

Faire (maken)	XXXXX
Apprendre (leren):	- apprendre 5 en 6
Ammener (meenemen)	- opgeladen chromebook, boek en oortjes!

Au travail

Maken opdrachten 11A-12-13-14 

blz 103-105

Wie krijgt meer punten morgen?