Transport van vloeistoffen

Wat weten jullie over het van transporteren van vloeistoffen
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag
InfraMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Wat weten jullie over het van transporteren van vloeistoffen

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Wie heeft de lesstof van vandaag gelezen in Teams van?

Slide 3 - Poll

In welke kolom wordt de grootste druk opgebouwd?
A
Een kolom met een doorsnede van 1 cm2 en 3 m hoog.
B
Een kolom met een doorsnede van 10 cm2 en 3 m hoog.
C
Een kolom met een doorsnede van 10 cm2 en 5 m hoog.
D
Een kolom met een doorsnede van 1 cm2 en 10 m hoog.

Slide 4 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met de opbrengst van een verdringerpomp?
A
De volumestroom in m3/s.
B
De opvoerdruk in Pa.
C
De volumestroom bij een bepaalde opvoerdruk.
D
De opvoerdruk bij een bepaalde volumestroom.

Slide 5 - Quizvraag

Welk type verdringerpomp maakt een heen en weergaande
beweging?
A
Lobbenpomp.
B
Membraanpomp.
C
Schottenpomp.
D
Slangenpomp.

Slide 6 - Quizvraag

Wat gebeurt er met een impulspomp als er onvoldoende zuigdruk
aanwezig is?
A
Dan kan de pomp geen druk opbouwen.
B
Dan kan er cavitatie optreden.
C
Dan is er ook onvoldoende persdruk.
D
Dan zuigt de pomp zelf meer vloeistof aan.

Slide 7 - Quizvraag

Welke functie hebben de leischoepen in een axiaalpomp?
A
Leischoepen zorgen ervoor dat de zuigdruk niet onder de dampdruk van de vloeistof komt.
B
Leischoepen zorgen ervoor dat er geen cavitatie kan optreden in de pomp.
C
Leischoepen zorgen ervoor dat de vloeistofstroom na de pomp een betere stroomgeleiding krijgt.
D
Leischoepen zorgen ervoor dat de druk in de persleiding niet te hoog oploopt.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de functie van een windketel?
A
De windketel zorgt voor constante persdruk, dus voor een gelijkmatige vloeistofstroom in de persleiding.
B
De windketel zorgt ervoor dat eventuele dampbellen in de pomp niet kunnen imploderen.
C
De windketel vangt schommelingen op van de zuigdruk.
D
De windketel zorgt ervoor dat de pomp gekoeld wordt.

Slide 9 - Quizvraag

Welke pomp is bij uitstek geschikt om agressieve vloeistoffen mee te
transporteren?
A
De monopomp.
B
De lobbenpomp.
C
De membraanpomp.
D
De monopomp.

Slide 10 - Quizvraag

Welke van de onderstaande verdringerpompen is ook te gebruiken
als doseerpomp?
A
De lobbenpomp.
B
De tandradpomp.
C
De monopomp.
D
De schottenpomp.

Slide 11 - Quizvraag

Welke twee pompen zijn hydraulische pompen?
A
De plunjerpomp en de tandradpomp.
B
De zuigerpomp en de tandradpomp.
C
De schottenpomp en de lobbenpomp.
D
De tandradpomp en de lobbenpomp.

Slide 12 - Quizvraag

Een enkelwerkende zuigerpomp heeft een slaglengte van 16 cm en
de diameter van de zuiger is 5 cm.
De pomp verpompt water en draait gedurende 2,5 uur continu met
een toerental van 100 persslagen per minuut.
Het rendement van de pomp: η = 88%.
Hoeveel m3 water heeft deze pomp gedurende deze tijd
getransporteerd?
A
8,29 m3
B
4,71 m3
C
4,15 m3
D
16,59 m3

Slide 13 - Quizvraag

wat vond je van de les

Slide 14 - Open vraag