2HV - Hoofdstuk 6: Licht

Hoofdstuk 6: Wat gaan we doen?
Week
Di
Do
20
--
§6.2 Licht en schaduw
21
Toetsbespreking + §6.2 af
§6.1 Licht en kleur
22
§6.1 Licht en kleur
Hemelvaart
23
§6.3 Spiegelbeelden
§6.4 IF en UV straling
24
Geen school
§6.4 IF en UV straling
25
Begin H7 (§7.1)
§7.1 + Inleverdatum
We besteden max. twee lesuren aan een paragraaf. Je maakt zelf thuis de weektaak af.

Praktische afsluiting H6
P.O. bestaande uit een werkblad en een video/schrijfopdracht. 

Dit moet met een V worden afgerond.

Inzet, motivatie, etc. in SOM.

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6: Wat gaan we doen?
Week
Di
Do
20
--
§6.2 Licht en schaduw
21
Toetsbespreking + §6.2 af
§6.1 Licht en kleur
22
§6.1 Licht en kleur
Hemelvaart
23
§6.3 Spiegelbeelden
§6.4 IF en UV straling
24
Geen school
§6.4 IF en UV straling
25
Begin H7 (§7.1)
§7.1 + Inleverdatum
We besteden max. twee lesuren aan een paragraaf. Je maakt zelf thuis de weektaak af.

Praktische afsluiting H6
P.O. bestaande uit een werkblad en een video/schrijfopdracht. 

Dit moet met een V worden afgerond.

Inzet, motivatie, etc. in SOM.

Slide 1 - Tekstslide

Let op!
Voor dit hoofdstuk zul je ALTIJD je geodriehoek, potlood, gum en tekenspullen nodig hebben.
En dus ook je WERKBOEK. Neem die dus mee.
Laptops blijven zoveel mogelijk in de TAS.

Slide 2 - Tekstslide

§6.1 Licht en schaduw

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
6.1.1 Je kunt voorbeelden noemen van natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
6.1.2 Je kunt schematisch lichtstralen tekenen
6.1.3 Je kunt uitleggen hoe je voorwerpen om je heen kunt zien die zelf geen licht geven.
6.1.4 Je kunt de schaduw van een voorwerp tekenen.
 6.1.5 Je kunt uitleggen welke schaduwbeelden ontstaan als een voorwerp verlicht wordt door één lamp of door twee lampen.

 


Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen Vandaag


6.1.1 Je kunt voorbeelden noemen van natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
6.1.2 Je kunt schematisch lichtstralen tekenen.
6.1.3 Je kunt uitleggen wat er gebeurt als licht diffuus teruggekaatst wordt.


 


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Lichtbron
Een voorwerp dat zelf licht geeft, noem je een lichtbron.
 De zon en de sterren zijn natuurlijke lichtbronnen. 
Kaarsen, lampen en tl-buizen zijn kunstmatige lichtbronnen (door de mens gemaakt).

Slide 7 - Tekstslide

De maan
De maan geeft zelf geen licht maar kaatst het licht van de zon terug. 

Slide 8 - Tekstslide

Directe lichtbronnen = lamp, zon, tv scherm = alles wat zelf licht geeft
Indirecte lichtbronnen = de maan, mensen, dieren = alle voorwerpen die licht weerkaatsen

Slide 9 - Tekstslide

Lichtstralen
Licht schijnt alle kanten op. Licht beweegt langs rechte lijnen. Deze lichtstralen kan je tekenen zoals hiernaast. 
Je ziet de lamp als een deel van het licht in je ogen valt. 
De lichtstralen bewegen steeds verder uit elkaar. Daarom is het licht zwakker hoe verder je van de lichtbron staat. 

Slide 10 - Tekstslide

Voorwerpen die zelf geen licht geven
De meeste dingen om je heen geven zelf geen licht. Je kunt ze alleen zien wanneer ze verlicht worden. Het licht dat op het voorwerp valt, wordt dan in alle richtingen teruggekaatst
In de natuurkunde zeg je dan dat het licht diffuus teruggekaatst wordt. Je ziet het voorwerp als een deel van dit teruggekaatste licht in je ogen valt.

Slide 11 - Tekstslide

 §6.2 - aan de slag!

Lezen: blz 73-76
Maken: §6.2 opdr 1, 2, 6

Klaar=zelfstandig nakijken in je online boek of bij mij.

Ga daarna verder met de andere opdrachten.







timer
15:00
Vraag jezelf: "Begrijp ik: lichtbronnen, lichtstralen, en diffuus licht?"

Slide 12 - Tekstslide

6.1 Licht en schaduw

Slide 13 - Tekstslide

Let op!
Voor dit hoofdstuk zul je ALTIJD je geodriehoek, potlood, gum en tekenspullen nodig hebben.
En dus ook je WERKBOEK. Neem die dus mee.
Laptops blijven in de TAS.

Slide 14 - Tekstslide

Planning
- Inleiding
- Korte terugblik licht
- Uitleg schaduw
- Opdrachten (tekenen schaduw)
- Afsluiting

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen Vandaag




6.1.4 Je kunt de schaduw van een voorwerp tekenen.
6.1.5 Je kunt bepalen in welk gebied zich de halfschaduw en de kernschaduw bevinden.



 


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Welke lichtbronnen zijn natuurlijk? en welke kunstmatig? Sleep de foto's naar de juiste omschrijving. 
Kunstmatige lichtbronnen
Natuurlijke lichtbronnen
Indirecte lichtbron

Slide 18 - Sleepvraag

Schaduw
Als een voorwerp het licht tegenhoudt, ontstaat er een schaduw. Dat is waar het licht niet rechtstreeks kan komen. 

Slide 19 - Tekstslide

Schaduw tekenen
Om een schaduw te tekenen volg je 2 stappen:

1) Teken de lichtstralen die net niet door het voorwerp tegengehouden worden. Deze heten de randstralen.

2) Kleur het gebied achter het voorwerp dat tussen de twee randstralen in ligt. Dit is het gebied waar het licht niet rechtstreeks kan komen: het schaduwgebied.
Lichtbron
Voorwerp
Schaduwgebied
Randstraal
Randstraal

Slide 20 - Tekstslide


Wat gebeurt er met de schaduw van een voorwerp, wanneer je het voorwerp dicht bij de lamp neerzet?

Slide 21 - Open vraag

Grootte schaduw
Als licht van een lamp komt kan de grootte van de schaduw veranderen als het voorwerp verplaatst.
Hoe dichter bij de lamp, hoe groter de schaduw. 

Staat het voorwerp verder bij de lamp weg, dan wordt de schaduw kleiner

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wanneer geen schaduw? 

Doorzichtige voorwerpen krijgen geen echte schaduw. 

Zij laten het licht wel (deels) door.

Slide 24 - Tekstslide

Soorten schaduw
Maar soms heb je meerdere, of een grote lichtbron. 

Dan krijg je verschillende soorten schaduw. 

Achter een ondoorzichtig voorwerp ontstaat schaduw omdat het licht wat er opvalt er niet doorheen kan.

Slide 25 - Tekstslide

Soorten schaduw
  • Halfschaduw: Een schaduw 
       waar niet alle lichtbronnen schijnen.
  • Kernschaduw: een schaduw waar geen enkele lichtbron schijnt.

Slide 26 - Tekstslide

Kernschaduw en halfschaduw
Als een voorwerp door één klein lampje wordt verlicht, krijg je een duidelijk schaduwbeeld. 
Als een voorwerp door twee lampjes wordt verlicht, ontstaan er twee schaduwbeelden .

Op de plaats waar die beelden over elkaar heen vallen, is de schaduw het donkerst. Dit noem je de kernschaduw. Het licht van de twee lampjes kan hier niet komen. Links en rechts van de kernschaduw zie je een lichtere halfschaduw. Hier kan het licht van het ene lampje wel komen, maar dat van het andere lampje niet. 

Slide 27 - Tekstslide

Één lichtbron
Twee lichtbronnen

Slide 28 - Tekstslide

Schaduw (kern en half)

Slide 29 - Tekstslide

 §6.1 - aan de slag!

Lezen: blz 58-59
Maken: §6.1 opdr 6 t/m 10

Klaar=zelfstandig nakijken in je online boek of bij mij.

Van je spel:
Je moet ook even uitleggen wat je ziet: waar zit de lichtbron? Waar zit de schaduw? Is de schaduw goed getekend? Waarom wel of waarom niet?









timer
15:00
Vraag jezelf: "Begrijp ik: schaduw en hoe ik een schaduw moet tekenen?"

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Prettige VAKANTIE!!!!!!!!!! Woohoo!!!!

Slide 32 - Tekstslide