EMOTIES

EMOTIES
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapSecundair onderwijs

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

EMOTIES

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke emotie is dit?

Slide 2 - Open vraag

Gek

🧩 Lesverloop
1️⃣ Instap (10 min) – “Wat voel je bij deze gezichten?”
Werkvorm: klassikale start met prenten of emoji’s
Materiaal: PowerPoint / prenten met gezichten / emoji-kaartjes
Opdracht:
Toon verschillende gezichten of emoji’s (blij, boos, bang, verdrietig, verbaasd, afkeer, neutraal).
Laat leerlingen raden welke emotie het is.
💬 Bespreek kort:
“Hoe weet je dat iemand boos of blij is?”
“Kijk je dan naar het gezicht, of hoor je het in de stem?”
Doel: activeren van voorkennis en herkenning van emoties.
Welke emotie is dit?

Slide 3 - Open vraag

Gefrustreerd
Welke emotie is dit?

Slide 4 - Open vraag

Blij
Welke emotie is dit?

Slide 5 - Open vraag

Boos / woedend
Welke emotie is dit?

Slide 6 - Open vraag

Bang
Welke emotie is dit?

Slide 7 - Open vraag

Vrolijk
Welke emotie is dit?

Slide 8 - Open vraag

Enthousiast
Welke emotie is dit?

Slide 9 - Open vraag

Verlegen
Welke emotie is dit?

Slide 10 - Open vraag

Verrast
Welke emotie is dit?

Slide 11 - Open vraag

Verdrietig
Welke emotie is dit?

Slide 12 - Open vraag

Beschaamd
Wat zijn emoties? 
  • Wat zijn emoties?
  • Hoe herken je emoties?
  • Hoor je of zie je emoties? 

Slide 13 - Tekstslide

2️⃣ Verkenning (15 min) – “Wat zijn emoties eigenlijk?”
Werkvorm: leergesprek + notities
Materiaal: bord / digitale presentatie
Uitleg (in eenvoudige taal):
Emoties zijn gevoelens die je hebt bij iets wat gebeurt.
Iedereen voelt emoties — ze horen bij mens zijn.
Je kunt emoties zien, horen en voelen (in je lichaam).
Voorbeelden:
Blij → lachen, energie
Boos → rood gezicht, gespannen
Bang → trillen, hart klopt sneller
Verdrietig → tranen, stil zijn
Mini-opdracht:
Laat leerlingen 4 basisemoties op hun blad noteren (blij, boos, bang, verdrietig) en er één voorbeeld bij schrijven uit hun eigen leven.
Wat zijn emoties? 
Emoties zijn gevoelens die je hebt bij iets wat gebeurt.
Iedereen voelt emoties, ze horen bij mens zijn.
Je kunt emoties zien, horen en voelen (in je lichaam).


Voorbeelden:
Blij → lachen, energie
Boos → rood gezicht, gespannen
Bang → trillen, hart klopt sneller
Verdrietig → tranen, stil zijn

Slide 14 - Tekstslide

2️⃣ Verkenning (15 min) – “Wat zijn emoties eigenlijk?”
Werkvorm: leergesprek + notities
Materiaal: bord / digitale presentatie
Uitleg (in eenvoudige taal):
Emoties zijn gevoelens die je hebt bij iets wat gebeurt.
Iedereen voelt emoties — ze horen bij mens zijn.
Je kunt emoties zien, horen en voelen (in je lichaam).
Voorbeelden:
Blij → lachen, energie
Boos → rood gezicht, gespannen
Bang → trillen, hart klopt sneller
Verdrietig → tranen, stil zijn
Mini-opdracht:
Laat leerlingen 4 basisemoties op hun blad noteren (blij, boos, bang, verdrietig) en er één voorbeeld bij schrijven uit hun eigen leven.
Mini-opdracht
  • Schrijf 4 emoties op een blad. 
  • Noteer bij elke emotie 1 voorbeeld uit je eigen leven. 

Voorbeeld: 
  1. Blij 
  2. Ik werd enorm blij toen ik voor mijn verjaardag een nieuwe iPhone kreeg.
  3. Ik kreeg een lach op mijn gezicht en voelde me geliefd. 

Slide 15 - Tekstslide

Mini-opdracht:
Laat leerlingen 4 basisemoties op hun blad noteren (blij, boos, bang, verdrietig) en er één voorbeeld bij schrijven uit hun eigen leven.

Benodigdheden: 

Papier
Groepswerk 
"Hoe reageer jij?"
Bespreek per groepje:

  • Welke emotie voel je in die situatie?
  • Hoe zou je reageren?
  • Wat zou een goede manier zijn om ermee om te gaan?


  •  Bespreek in je groepje je resultaten en schrijf een conclusie. 

  • Elke groep deelt één situatie met de klas.

Slide 16 - Tekstslide

3️⃣ Toepassing (20 min) – “Hoe reageer jij?”
Werkvorm:  groepjes met situaties
Materiaal: emotie-kaartjes of korte situaties
Voorbeelden van situaties:
Iemand maakt een grap over jou.
Je krijgt een slecht cijfer.
Je wint een spel.
Je beste vriend negeert je.
Je moet spreken voor de klas.
Opdracht:
Bespreek per groepje:
Welke emotie voel je in die situatie?
Hoe zou je reageren?
Wat zou een goede manier zijn om ermee om te gaan?
Elke groep deelt één situatie met de klas.
Doel: leren herkennen dat iedereen anders reageert én leren omgaan met emoties.
Wat voel jij het vaakst op school?

Slide 17 - Woordweb

4️⃣ Reflectie (10 min) – “Wat doe ik met mijn gevoelens?”
Werkvorm: individuele reflectie + gesprek
Materiaal: werkblad of exitkaartje
Vragen:
Wat voel jij het vaakst op school?
Hoe ga jij om met boosheid of verdriet?
Wat helpt jou om rustig te blijven?

Hoe ga je om met boosheid of verdriet?

Slide 18 - Woordweb

4️⃣ Reflectie (10 min) – “Wat doe ik met mijn gevoelens?”
Werkvorm: individuele reflectie + gesprek
Materiaal: werkblad of exitkaartje
Vragen:
Wat voel jij het vaakst op school?
Hoe ga jij om met boosheid of verdriet?
Wat helpt jou om rustig te blijven?

Wat helpt je om rustig te blijven?

Slide 19 - Woordweb

4️⃣ Reflectie (10 min) – “Wat doe ik met mijn gevoelens?”
Werkvorm: individuele reflectie + gesprek
Materiaal: werkblad of exitkaartje
Vragen:
Wat voel jij het vaakst op school?
Hoe ga jij om met boosheid of verdriet?
Wat helpt jou om rustig te blijven?

Reflectie opdracht
Beantwoord de vragen in je eigen woorden.

  1. Welke emotie voel jij het vaakst op school?
  2. Wat helpt jou om rustig te blijven als je boos of verdrietig bent?
  3. Hoe kun jij anderen helpen als ze zich niet goed voelen? 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

🌈 Belangrijkste boodschap
  • Iedereen voelt emoties.
  • Dat is normaal.
  • Hoe jij ermee omgaat, bepaalt hoe jij je voelt en hoe anderen jou zien.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies