FL2 les 2.6

Welcome! 
Phones in box

Today:
homework in diary
Verb patterns
Homework time?

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welcome! 
Phones in box

Today:
homework in diary
Verb patterns
Homework time?

Slide 1 - Tekstslide

Homework
Tu 12-10: lr Build Up ch 24+25
M p22 ex 4, 5&6

Fri 15-10: Booktest Othello
bring Othello + Lr build up ch 28+29

Mo 25-20: no homework

Slide 2 - Tekstslide

Check ex 2
1 C      2 B     3 D     4 A     5 E

Slide 3 - Tekstslide

TB p22
M ex 3
Check in 5 mins

Slide 4 - Tekstslide

Check ex 3
1 D (enjoy) 
2 C (worried about) 
3 B (a waste of time)
4 E (offered) 
5 A (like someone
to do something)

Slide 5 - Tekstslide

TB p22
Language tip

Now watch the video and take notes

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

TB p22
Listen ex 2

Slide 8 - Tekstslide

Gerund 
gerund intro

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

In the example "smoking is prohibited" What is the gerund?
A
smoking
B
smoking is
C
is prohibited
D
prohibited

Slide 11 - Quizvraag

What is a Gerund?
A
A verb
B
A noun
C
A noun acting as a verb
D
A verb acting as a noun

Slide 12 - Quizvraag

I've started ... at this school this year.
A
To work
B
Working

Slide 13 - Quizvraag

I want ... with my friends.
A
to spend time
B
spending time

Slide 14 - Quizvraag

In which of the following cases can you use a Gerund?
A
As subject
B
After prepositions
C
After specific words and expressions
D
All of the above

Slide 15 - Quizvraag

He never eats breakfast before .... (to head out) to work

Slide 16 - Open vraag

What is an example of an to-infinitive?
A
happy
B
working
C
to read a book
D
going to school

Slide 17 - Quizvraag

She didn't hestitate .... (to dive) into the water.

Slide 18 - Open vraag

gerund or infinitive?
Tina has decided ... her car.
A
selling
B
to sell
C
is selling
D
sells

Slide 19 - Quizvraag

gerund or infinitive?
She continued ... about her accomplishments.
A
brags
B
to brag
C
bragging
D
to bragging

Slide 20 - Quizvraag

gerund or infinitive?
The film isn't worth ....
A
seeing
B
to see
C
to seeing
D
see

Slide 21 - Quizvraag

gerund or infinitive?
I don't mind ... up early.
A
to getting
B
to get
C
getting
D
gets

Slide 22 - Quizvraag

Fill in the gerund OR to + infinitive:
We hope ___ (get) a good mark for English.

Slide 23 - Open vraag

Fill in the gerund OR to + infinitive:
I practice ___ (play) tennis every day.

Slide 24 - Open vraag

Homework

Tu 12-10: lr Build Up ch 24+25
M p22 ex 4, 5&6


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Wat is de gerund?
- werkwoord neemt de rol van onderwerp of voorwerp (lijdend of meewerkend)
- werkwoord neemt dus rol aan van zelfstandig naamwoord
- werkwoord met -ing (Maar geen vorm van TO BE !!) --> lijkt dus op present continuous

ex. I love listening to music (Waar hou je van? --> luisteren naar muziek (onderwerp). De actie luisteren naar muziek wordt hier dus een ding, te vervangen met "het"

Slide 33 - Tekstslide

Voorbeelden
Onderwerp: Doing my homework is what I don't like to do.
Onderwerp: Reading is one of my favorite hobbies.
Lijdend/Meewerkend voorwerp: I was thinking about meeting them.
Lijdend/Meewerkend voorwerp: Jonathan is considering telling him everything.

Slide 34 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de gerund?
- Na werkwoorden waarmee je aangeeft wat je wel of niet leuk vindt 
- Na zintuigelijke werkwoorden
- Na de specifieke werkwoorden avoid, consider, give up, go on, keep, manage, mind, prefer, recommend, start, stop en suggest
- Na voorzetsels
- Na bepaalde uitdrukkingen

Slide 35 - Tekstslide

to-infinitive
- hele werkwoord MET TO ervoor (to work, to read, to like etc.)
- heeft rol van lijdend of meewerkend voorwerp

ex.
- Jochem loves to play the drums tomorrow.
- I decided to go shopping today.
- Bart hopes to see his son soon.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Tot slot
De gerund suggereert dat het al gebeurd is (al gaande is):

- I remember doing groceries (is al gebeurd)



De to + hele werkwoord suggereert dat het nog niet gebeurd is (in de toekomst pas echt gaat gebeuren):

- I remember to do groceries (moet je nog gaan doen)

Slide 40 - Tekstslide