3H 1.3 Elektriciteit in huis

1.3 Elektriciteit in huis
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ExactMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

1.3 Elektriciteit in huis

Slide 1 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
  • 1,3 Elektriciteit in huis bespreken
  • maken DB 1.3 Elektriciteit in huis
      opdr: 1 t/m 9 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt de totale stroomsterkte in een groepsleiding berekenen.
  2. Je kunt het totale vermogen berekenen dat op een groep is aangesloten.
  3. Je kunt berekenen of in een groep overbelasting optreedt.
  4. Je kunt uitleggen tegen welke gevaren de onderdelen van de huisinstallatie beschermen.

Slide 3 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
De huisinstallatie
Door de muren en plafonds van een woonhuis loopt een netwerk van elektriciteitsdraden.

Slide 4 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
De huisinstallatie
Door de muren en plafonds van een woonhuis loopt een netwerk van elektriciteitsdraden.
  • De hoofdleiding komt via de voordeur het huis binnen.
  • Na de energiemeter splits het in 4 a 6 parallel groepen.

Slide 5 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
De huisinstallatie
Door de muren en plafonds van een woonhuis loopt een netwerk van elektriciteitsdraden.
  • De hoofdleiding komt via de voordeur het huis binnen.
  • Na de energiemeter splits het in 4 a 6 parallel groepen.
  • Op elk lichtpunt en stopcontact staat 230 V.

Slide 6 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
De huisinstallatie
Elke groep (vertakking) heeft een groepsschakelaar om veilig de spanning uit te zetten.

Slide 7 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
De huisinstallatie
Elke groep (vertakking) heeft een groepsschakelaar om veilig de spanning uit te zetten.
  • Hoe groter het vermogen, des te groter is de stroomsterkte. 

Slide 8 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
De huisinstallatie
Elke groep (vertakking) heeft een groepsschakelaar om veilig de spanning uit te zetten.
  • Hoe groter het vermogen, des te groter is de stroomsterkte. 
  • Als je de stroomsterkte van alle takken bij elkaar optelt krijg je de totale stroomsterkte.

Slide 9 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Het totale vermogen
De apparaten die op een groep zijn aangesloten staan niet allemaal gelijk aan.

Slide 10 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Het totale vermogen
De apparaten die op een groep zijn aangesloten staan niet allemaal gelijk aan.
  • Je kunt het totale vermogen berekenen door alle vermogens bij elkaar op te tellen.

Slide 11 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Het totale vermogen
De apparaten die op een groep zijn aangesloten staan niet allemaal gelijk aan.
  • Je kunt het totale vermogen berekenen door alle vermogens bij elkaar op te tellen.
  • Je kunt het totale vermogen ook berekenen door:

Slide 12 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Het totale vermogen
Een wasmachine (3000 W), een waterkoker (2000 W) en een stofzuiger (900 W) worden aangesloten op dezelfde groep (230 V) in de keuken.
Bereken de stroomsterkte die door de leiding loopt.

P = P1 + P2 + P3 = 3000 + 2000 + 900 = 5900 W

Slide 13 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Het totale vermogen
Een wasmachine (3000 W), een waterkoker (2000 W) en een stofzuiger (900 W) worden aangesloten op dezelfde groep (230 V) in de keuken.
Bereken de stroomsterkte die door de leiding loopt.

P = P1 + P2 + P3 = 3000 + 2000 + 900 = 5900 W
It=UP=2305900=25,7A

Slide 14 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Fasedraad en nuldraad

  • In het stopcontact zitten twee draden.
  • De draden zijn gemaakt van koper (geleider) en kunststof/vinyl (isolator).
  • Op de fasedraad staat een spanning van 230 V en is bruin van kleur.
  • Op de nuldraad staat geen spanning en is blauw van kleur.
  • Op het schakeldraad staat een spanning als de lamp in de AAN stand staat,                      het schakeldraad is zwart.

Slide 15 - Tekstslide

Fasedraaden nuldraad
Bruin - fasedraad
Blauw - nuldraad

Bruin 230V - Blauw geen spanning

Schakelaar naar lamp zwarte draad
 - Schakeldraad: Alleen spanning als schakelaar aan staat

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

1.3 Elektriciteit in huis
Overbelasting
De totale stroomsterkte in een groep mag niet groter worden dan 16 A.
  • Stroomsterkte groter dan 16 A, koperdraad wordt heet

Slide 18 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Overbelasting
De totale stroomsterkte in een groep mag niet groter worden dan 16 A.
  • Stroomsterkte groter dan 16 A, koperdraad wordt heet
  • Er ontstaat brandgevaar.

Slide 19 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Overbelasting
De totale stroomsterkte in een groep mag niet groter worden dan 16 A.
  • Stroomsterkte groter dan 16 A, koperdraad wordt heet
  • Er ontstaat brandgevaar.
  • Ontstaat al er teveel apparaten op dezelfde groep zijn aangesloten.

Slide 20 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Overbelasting
De totale stroomsterkte in een groep mag niet groter worden dan 16 A.


De totale vermogen mag niet groter worden dan 3,7 kW.

Slide 21 - Tekstslide

Overbelasting
Stroom per groep mag niet meer dan 16A zijn. 
Meer = brandgevaar

Teveel apparaten =overbelasting

Zolang totale vermogen niet meer 
dan 3,7 kW is, geen probleem

Slide 22 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Kortsluiting
Elektriciteitsdraden worden gemaakt van dik, goedgeleidend koperdraad.


Slide 23 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Kortsluiting
Elektriciteitsdraden worden gemaakt van dik, goedgeleidend koperdraad.
  • De weerstand van de draad is erg klein, de stroom kan er gemakkelijk door de draad heen.


Slide 24 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
Kortsluiting
Elektriciteitsdraden worden gemaakt van dik, goedgeleidend koperdraad.
  • De weerstand van de draad is erg klein, de stroom kan er gemakkelijk door de draad heen.
  • Als de stroom een kortere route neemt, met een lage weerstand, dan ontstaat er kortsluiting.


Slide 25 - Tekstslide

1.3 Elektriciteit in huis
  • Kortsluiting kan ontstaan als de koperdraden in bijvoorbeeld een stekker elkaar aanraken.
  • Kortsluiting kan ontstaan als plus- en de minpool van een spannings-bron met elkaar verbonden worden zonder weerstand. 
  • In beide bovenstaande gevallen wordt de weerstand heel klein en de stroomsterkte heel groot. 
  • De draden worden warm en kunnen doorbranden.

Slide 26 - Tekstslide

Kortsluiting:
Weerstand klein in elektriciteitsdraden.
Als stroom een ander weg (niet door apparaat) kan nemen
 - Kortsluiting: veel te kleine weerstand

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

1.3 Elektriciteit in huis
Maken 1.3 Elektriciteit in huis opdracht 1 t/m 9
timer
15:00

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video