Paragraaf 2.1 Tropisch Regenwoud

Paragraaf 2.1 Topische Regenwouden
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2.1 Topische Regenwouden

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag leren we .....

..... over etages en biodiversiteit in tropisch regenwouden.
..... waar we tropisch regenwouden over de wereld te vinden zijn.
..... waarom tropisch regenwouden juist daar in de wereld te vinden zijn. 

Slide 2 - Tekstslide

Tropisch Regenwoud
(Amazone)

Slide 3 - Woordweb

Tropische Regenwouden

Het Amazonegebied in Zuid-Amerika bestaat uit dichte, ondoordringbare, tropische bossen.  

Slide 4 - Tekstslide

De bomen en planten groeien in etages van verschillende hoogte. Daardoor is het schemerig in het bos. Er leven veel verschillende soorten planten, dieren en bomen: de biodiversiteit is groot.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Waarom groeien bomen en planten in het tropische regenwoud in etages?
A
Door de hoeveelheid zonlicht
B
Door de hoeveelheid neerslag
C
Door het verschil in warmte
D
Door het verschil in windsnelheid

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Waarom liggen tropisch regenwouden rond de evenaar?

A
Het is er warm en droog
B
Het is er warm en vochtig
C
Het is er koud en vochtig
D
Het is er koud en droog

Slide 9 - Quizvraag

De bossen liggen in de tropen, rond de evenaar. Het is daardoor altijd warm en er valt veel neerslag.

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is het rond de evenaar altijd warm?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Breedteligging en Temperatuur Basisboeknummer 38

De breedteligging van een plaats is van grote invloed op de temperatuur. 
Op hoge breedte , dus in de poolstreken, is het koud. 
Op lage breedte , dus in de tropen, is het warm. 
Die temperatuurverschillen hebben te maken met de hoogte van de zon.

Slide 13 - Tekstslide

Breedteligging en Temperatuur Basisboeknummer 38

De aarde is een bol. De zonnestralen vallen in de poolstreken daardoor schuin op het aardoppervlak. Schuine zonnestralen geven minder warmte dan loodrechte. Dat komt doordat ze een groter oppervlak moeten verwarmen dan loodrechte stralen. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Waarom is het rond de evenaar altijd warm?

Slide 16 - Open vraag

Waarom is het rond de evenaar altijd vochtig?

Slide 17 - Tekstslide

Soorten Neerslag
Basisboeknummer 48
Neerslag heeft te maken met opstijgende lucht. Hoe hoger je komt, hoe kouder het is. Lucht die opstijgt, koelt dan ook af. Koude lucht kan minder water bevatten dan warme. 
Er zit te veel waterdamp in: onzichtbaar, verdampt water. Dat teveel aan waterdamp verandert in waterdruppels of sneeuwvlokken. Door het opstijgen van lucht kan het dus gaan regenen, sneeuwen of hagelen.

Slide 18 - Tekstslide

Soorten Neerslag
Basisboeknummer 48

Er zijn drie situaties waarbij lucht gaat stijgen.
  1. Als de wind vochtige lucht tegen een gebergte omhoog duwt: stuwingsregen 
  2. Door opwarming bij de evenaar: stijgingsregen
  3. Door het botsen van warme en koude lucht: frontale regen

Slide 19 - Tekstslide

Welke vorm van regen valt er in het Amazone gebied?
A
Stuwingsregen
B
Stijgingsregen
C
Frontale regen

Slide 20 - Quizvraag

Stijgingsregen
Basisboeknummer 50

Bij de evenaar is het altijd warm. Door de warmte stijgt de lucht op. Bij het opstijgen koelt de lucht af. Want: hoe hoger je komt, hoe kouder het is. Als lucht afkoelt, ontstaan er wolken en kan het gaan regenen. De regens in het gebied rond de evenaar noem je stijgingsregen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Link

Aan de slag!

Maak opdracht 2 t/m 6 en zelftoets 1 t/m 3 van paragraaf 2.1 in de digitale leeromgeving van De Geo.

Dit is huiswerk voor vrijdag 6 november het 4e uur.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link