Catch up Klassieken + examenoefening

FF to the point:


KLASSIEKEN
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

FF to the point:


KLASSIEKEN

Slide 1 - Tekstslide

Klassieke Oudheid
Tijd van Grieken en Romeinen
periode ca. 850 v. Chr. - ca. 400 n. Chr.

Romeinen namen Griekse cultuur over :
inspiratie voor renaissance en classicisme

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat weet jij (nog) over
GRIEKS DRAMA?

Slide 4 - Open vraag

Theater komt van 'theatron'.
Hoe ziet een Grieks theatron eruit?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Aristoteles en zijn visie op de tragedie 

  • eenheid van tijd, plaats en handeling 
Het verhaal speelt zich af op 1 locatie, binnen 24 uur en zonder minder belangrijke nevenverhalen
  • 5 bedrijven, eerste vier afgesloten dmv rei (koor zingt of reciteert moraal)
  • uiteindelijk doel: door angst en medelijden: catharsis na afloop (zuivering van ziel publiek)
rei= gezongen afsluiting van een acte die óf samenvat wat er eerder gebeurt is óf commentaar levert op dat wat eerder gebeurt is
catharsis = een zuivering van de ziel de die kijker ervaart na het ervaren van het toneelstuk (angst, vrees etc)

Slide 7 - Tekstslide

GRIEKEN
ROMEINEN
Spektakels/Gladiatorspelen
Colloseum
Rituele/politieke functie theater
Parthenon
Dionyssusfeesten (3 tragedies, 1 komedie
Theater als vermaak

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is een muze?
A
Een openluchttheater
B
Een antagonist
C
Godin/persoon die de kunstenaar inspireert
D
Grieks olijfhapje

Slide 9 - Quizvraag

Wie zijn de Griekse goden van de muziek?
A
Pythagoras
B
Pilatus
C
Apollo
D
Dionysus

Slide 10 - Quizvraag

Apollo
Dionysus
Gevoel
Roes

Extase

Rede, redelijkheid

Regelmaat

Evenwicht

Slide 11 - Sleepvraag

Pythagoras
Pythagoras ontdekte de toonladder op basis van wiskundige intervallen. Basis voor een toonladder zijn 'consonant' en 'dissonant'

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat betekent 'dissonant'?

Slide 14 - Open vraag

Noem kenmerken van Griekse bouwkunst (architectuur)?

Slide 16 - Open vraag

Dorisch
Kapiteel: eenvoudig

Ionisch
Kapiteel: spiraalvormige decoratie 

Korintisch
Kapiteel: bladervormige decoratie

Slide 17 - Sleepvraag

Waarom zijn kapitelen (verbredingen bovenaan een zuil) nodig?

Slide 18 - Open vraag

Romeinse bouwkunst

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van de Romeinse bouwkunst?

Slide 20 - Open vraag

Hiernaast zie je het Pantheon. Welke
elementen van het Pantheon hadden
de Romeinen NIET ontleend aan de
Griekse bouwkunst?
A
Het gebruik van zuilen
B
Het gebruik van beton
C
Het gebruik van architraafbouw
D
Het gebruik van een timpaan

Slide 21 - Quizvraag

GRIEKEN
ROMEINEN
Stapelen
Metselen
Muur
Gietbeton
Orchestra (gehalveerd)
Eenvoudig en harmonieus
Architraafbouw / bouworden
Theater rondom
Zuil
Boog, koepel

Slide 22 - Sleepvraag

Ideeën achter de klassieke Griekse beeldhouwkunst.

Welke bewering(en) is/zijn kloppend met wat je in de bron ziet?
A
De gezichten van klassieke Griekse beelden laten vaak emoties zien, zoals de spanning op het gezicht van de Discuswerper.
B
De maker van de Discuswerper heeft gebruikgemaakt van de contrapost om het lichaam een natuurgetrouwe pose te geven.
C
Een beeld zoals de Discuswerper geeft niet één bepaalde persoon weer, maar een ideaal, 'goddelijk volmaakt' menselijk lichaam.
D
Geen van de genoemde beweringen klopt.

Slide 23 - Quizvraag

Augustus van Prima Porta
Montage
Romeins
Mooi lichaam + hoofd van keizer
Grieks
Venus van Milo
Standbeelden van Goden
Volmaakt menstype (onpersoonlijk)

Slide 24 - Sleepvraag

In de categorie vieze praatjes:
Waarom hadden Griekse mannelijke standbeelden een kleine penis?
A
De Griekse mannen hadden allemaal een kleine penis.
B
De beeldhouwers waren niet zo kundig, dus konden ze alleen kleine penissen beeldhouwen.
C
De ideale Griekse man was rationeel, intellectueel en straalde autoriteit uit.
D
In het geleerde Griekenland werden grote piemels geassocieerd met domheid, lust en lelijkheid.

Slide 25 - Quizvraag

Slotvraag: wat veroorzaakte de val van het (West-)Romeinse Rijk?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Link