De eerste alinea van een tekst is meestal de inleiding. De belangrijkste functie hiervan is de aandacht trekken van de lezer.
Slide 2 - Tekstslide
Lezen 2.3
Andere functies inleiding:
Het onderwerp van een tekst noemen
Een mening over het onderwerp geven
Een vraag over het onderwerp stellen
Een korte samenvatting van de tekst geven
Slide 3 - Tekstslide
Lezen 2.3
Na de inleiding komt de kern van de tekst. Dat is het langste deel van de tekst.
Slide 4 - Tekstslide
Lezen 2.3
Na de kern kan er nog een slot komen. Deze rondt de tekst af. Verschillende manieren van afronden:
Een samenvatting geven
Door een tip te geven
Door een antwoord te geven op een vraag uit de inleiding
Slide 5 - Tekstslide
Lezen 2.3
In de meeste teksten staan verwijswoorden. Deze verwijzen naar een of meerdere woorden in de tekst. Voorbeelden: hij, hem, haar, het, zij, die, dat, dit, daar, hier
Slide 6 - Tekstslide
Uitwisselen 2.3
Bedenk met je buurman/buurvrouw de functies van een inleiding.
Hier krijgen jullie 2 minuten voor.
Als jullie het weten, steken jullie je hand op.
Slide 7 - Tekstslide
Lezen 3.3
Als je vertelt waarom je iets vindt, is dat je mening. Vaak geef je daar een argument bij: de reden waarom je iets vindt.