Paragraaf 6.2

Planning
  • Blooket;
  • Theorie;
  • Tijd over --> zelfstandig werken.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning
  • Blooket;
  • Theorie;
  • Tijd over --> zelfstandig werken.

Slide 1 - Tekstslide

Zet de tekstblokken in de juiste volgorde van vroeger naar laat. 1= Wat gebeurde er eerst, daarna 2, etc etc
1
2
3
4
5
Er ontstonden steden.
Er kwam meer voedsel, waardoor de bevolking groeide.
Moerassen werden drooggelegd en gronden ontbost. 
Handelaren en ambachtslieden gingen dicht bij de markt wonen.


Landbouwoverschotten werden op de markt verkocht.

Slide 2 - Sleepvraag

De Nederlanden

  • Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen

  • Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.

  • In die losse kleine gebieden was een heer, edelman, (bijv. graaf of hertog) de baas

  • Hij maakte de wetten
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.

Slide 3 - Tekstslide

1. Holland wordt belangrijk
  • Het gebied dat nu Nederland, België en Luxemburg is was toen de Nederlanden
  • (17 gewesten, graafschappen en hertogdommen)

  • Holland was één van de belangrijkste gewesten en breidde het gebied flink uit.
  • Floris V liet de Ridderzaal bouwen.

  • In 1296 wordt hij vermoord door edelen, omdat hij teveel macht zou hebben.

Slide 4 - Tekstslide

Blij met de stad!
  • Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
  • Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn.
  • De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom!
  • De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten.
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland

Slide 5 - Tekstslide

Holland
Graaf Floris V had van het gewest Holland een heel belangrijk gewest gemaakt.

Je gaat zo verdere informatie zoeken over Floris V.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

2. Stadsrechten
  • Floris V gaf bepaalde groepen (boeren en burgers) rechten om het volk tevreden te houden.

  • Stadsrechten (privilege van een stad)
  1. - Recht om belasting te heffen
  2. - Rechten om een stadsmuur te bouwen
  3. - Marktrecht
  4. - Recht om tol te heffen
  5. - Eigen rechtsspraak

  •  Dordrecht was de eerste stad met stadsrechten in 1220. 
  • Kampen kreeg dit in 1248. Amsterdam  in 1275.

Slide 10 - Tekstslide


Stadsrechten
  • Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
  • De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer

  • De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
  • In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

3. Het stadsbestuur
'Stadslucht maakt vrij': horigen verloren de rechten en plichten als ze in de stad gingen wonen

Heren gaven meer rechten aan boeren om ze daar te houden, dus de horigheid verdween op veel plaatsen in Europa

Iemand kon na een jaar en een dag burger worden in een stad. Daarnaast moesten ze werken en een geldbedrag betalen-> burgerij (de gezamenlijke burgers)

De schepenen zorgden voor het bestuur en de rechtspraak en ze maakten keuren (wetten). De heer had ook een vertegenwoordiger, namelijk de baljuw/schout. De burgermeester was de hoogste stadsbestuurder en zij werden gecontroleerd door een vroedschap

Misdadigers werden vooral gestraft met boetes, de schandpaal of met de doodstaf. Een bekentenis werd gezien als schuldig en dit gebeurde vaak door marterlingen

Slide 14 - Tekstslide

Het stadsbestuur
'Stadslucht maakt vrij': horigen verloren de rechten en plichten als ze in de stad gingen wonen

Heren gaven meer rechten aan boeren om ze daar te houden, dus de horigheid verdween op veel plaatsen in Europa

Een man kon na een jaar en een dag in de stad te zijn burger worden in een stad.      Burgerij (= de gezamenlijke burgers)


Slide 15 - Tekstslide

Het stadsbestuur
  • De schepenen zorgden voor het bestuur en de rechtspraak en ze maakten keuren (wetten). De heer had ook een vertegenwoordiger, namelijk de baljuw/schout. De schout of baljuw was de voorzitter van de vergadering van schepenen. 

Slide 16 - Tekstslide

Wie is de baas?
  • De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
  • Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
  • Ze kregen advies van een raad.
  • De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.
  • Schout, schepenen en burgemeester(s) heten ook wel: magistraten

Slide 17 - Tekstslide


  • Misdadigers werden vooral gestraft met boetes, de schandpaal of met de doodstaf. Een bekentenis werd gezien als schuldig en dit gebeurde vaak door marterlingen

Slide 18 - Tekstslide

Straffen in de Middeleeuwen

  • Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
  • ...maar de meeste straffen waren geldboetes!
  • Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

4. Steden en edelen
  • Steden betaalden voor stadsrechten aan (hoge) edelen en vorsten.
  • Hoge edelen en vorsten kregen steun van steden in hun strijd tegen de lage edelen.
  • Steden werden wel steeds zelfstandiger en zelfs machtiger dan de heer.

Slide 21 - Tekstslide

Hieronder zie je de Middeleeuwse namen van steden staan. Sleep ze naar de juiste plek in de kaart.
Masetrieth
Daventre portu
Amestelledamme
Trecht
Gouwe

Slide 22 - Sleepvraag

Zelfstandig werken

  • Zelfstandig nakijken van de huiswerkdeadlines;
  • Tijd over --> zelfstandig verder werken .
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide


Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer

Slide 24 - Quizvraag