Drogredenen - havo 4

Drogredenen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Drogredenen

Slide 1 - Tekstslide

Mijn vader, die op een e-bike rijdt, heeft een ongeluk gehad, dus het is gevaarlijk fietsen met een e-bike.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
overhaaste generalisatie
D
persoonlijke aanval

Slide 2 - Quizvraag

Volgens de NS hoeft er in de Sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet!
A
overhaaste generalisatie
B
verkeerde vergelijking
C
ontduiken van de bewijslast
D
vertekenen van het standpunt

Slide 3 - Quizvraag

Wat weet jij nu van gezondheid? Jij weegt zelf 100 kilo!
A
persoonlijke aanval
B
cirkelredenering
C
ontduiken van de bewijslast
D
overhaaste generalisatie

Slide 4 - Quizvraag

Ik praat helemaal niet veel. Geef me één goede reden waarom ik minder zou moeten praten.
A
verkeerde vergelijking
B
ontduiken bewijslast
C
cirkelredenering
D
persoonlijke aanval

Slide 5 - Quizvraag

Epke Zonderland had wereldkampioen rekstok 2018 moeten worden. Louis van Gaal vond dat ook!
A
bespelen van het publiek
B
verkeerde vergelijking
C
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
D
verkeerd autoriteitsargument

Slide 6 - Quizvraag

Ze kan wel zeggen dat je vals zingt, maar zij kan zelf niet eens zingen.
A
overhaaste generalisatie
B
cirkelredenering
C
persoonlijke aanval
D
ontduiken van de bewijslast

Slide 7 - Quizvraag

Werklozen zijn te beroerd om te werken, dat zie je wel aan mijn buurman.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
overhaaste generalisatie

Slide 8 - Quizvraag

Iemand die niet vooraf een proefexamen maakt, haalt een slecht resultaat. Jan heeft een onvoldoende, dus hij heeft het proefexamen niet gemaakt.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
overhaaste generalisatie

Slide 9 - Quizvraag

Ik ben geen kleptomaan, want ik steel niets!
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
overhaaste generalisatie

Slide 10 - Quizvraag

Ik hoef niet te bewijzen dat huiswerk nuttig is. Dat is gewoon zo!
A
verkeerd autoriteitsargument
B
vertekenen van het standpunt
C
ontduiken van de bewijslast
D
persoonlijke aanval

Slide 11 - Quizvraag