Blok 4 les 3 Ontwikkeling stimuleren: voelen en bewegen

PDO blok 4 les 3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

PDO blok 4 les 3

Slide 1 - Tekstslide

                                             Nodig bij deze les


* Leer- en werkboek: Basisboek Didactiek, Communicatie en organisatie. Hoofdstuk 4

* Telefoon om deel te nemen aan de quizvragen tijdens de les

* Eventueel pen en papier voor aantekeningen


Slide 2 - Tekstslide

Wat wordt er in dit hoofdstuk behandeld?
4.1 Ik en de ander                                          (les 3)
4.2 Creativiteit stimuleren                          (les 3)

4.3 Lekker bewegen                                     (les 4)
4.4 iedereen is uniek                                    (les 4)

Slide 3 - Tekstslide

4.1 Ik en de ander
Wat gaan we vandaag behandelen?
- Doelen van deze les
- 4.1 + 4.2
- Opdracht mindmap
- Huiswerk

Slide 4 - Tekstslide

4.1 Ik en de ander
                                  Doelen van deze les:

Aan het eind van de les weet je wat de onderstaande begrippen inhouden:
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
- Sensitieve-responsiviteit
- Respect voor de autonomie
- Zelfvertrouwen en positief zelfbeeld

Slide 5 - Tekstslide

4.1 Ik en de ander
               4.1 Ik en de ander

Slide 6 - Tekstslide

Waar denk je aan bij
'Sociaal en emotionele ontwikkeling'?

Slide 7 - Open vraag

4.1 Ik en de ander
                     Sociaal-emotionele ontwikkeling

Het ontwikkelen van
- emoties, 
- het zelfbeeld, 
- temperament, 
- motivatie en de hechting van het kind spelen allemaal een rol in de sociaal-emotionele ontwikkeling.

Slide 8 - Tekstslide

4.1 Ik en de ander
De basis voor een gezonde sociale en emotionele ontwikkeling bij kinderen ligt in de thuissituatie.
Denk hierbij aan:
- Krijgt het kind de waardering en liefde die het nodig heeft?
- Leert het kind om op een positieve manier met gevoelens en met andere mensen om te gaan?

Slide 9 - Tekstslide

4.1 Ik en de ander
Jouw rol als begeleider: 
Opdracht: Lees de tekst op blz. 118/119 en schrijf voor jezelf op wat 
                   onderstaande begrippen betekenen:
- Pedagogische interactievaardigheden
- Sensitieve responsiviteit
- Begeleiden van interacties
- Praten en uitleggen
- Respect voor de autonomie
- Structureren en grenzen stellen
Je krijgt hier 8 minuten voor.


timer
8:00

Slide 10 - Tekstslide

4.1 Ik en de ander
            Sociaal-emotionele ontwikkeling
Pedagogisch werker/OA heeft een belangrijke rol
Sensitieve responsiviteit
Begeleiden van interacties
Praten en uitleggen
Respect voor de autonomie
Structureren en grenzen stellen


Slide 11 - Tekstslide

4.1 Ik en de ander
                                    Gerichte activiteiten
Programma’s voor sociale vaardigheidstrainingen in het onderwijs zijn o.a.:
- Kanjertraining
- Plezier op school
- Vreedzame school
- Kiva

Vraag: wie herkent één van deze trainingen vanuit de BPV?
             wie kent een andere training voor sociale vaardigheden?

Slide 12 - Tekstslide

4.1 Ik en de ander
                         Zelfvertrouwen en positief zelfbeeld
Versterken van … denk hierbij aan:
- Voorlezen
- Trotswand, zonnetje van de dag
- Complimentenkring
- Collage
- Filosoferen

Vraag: wat doen jullie in de klas aan het stimuleren van het                            zelfvertrouwen?

Slide 13 - Tekstslide

4.1 Ik en de ander
                   Inlevingsvermogen ontwikkelen

Stimuleren door bijvoorbeeld:
- Verhalen vertellen (Spijt van Carry Slee)
- Samen een film te bekijken
- Gastles (bijv. vluchtelingenverleden/WOII)

Slide 14 - Tekstslide

4.1 Ik en de ander
                       Emoties herkennen en ermee omgaan

Leren herkennen van emoties door gebruik:
- Emoticons
- Verhalen vertellen
- Creatieve materialen
- Muziek

Slide 15 - Tekstslide

Samenwerken.
Welke vaardigheden hebben
leerlingen nodig om dit te kunnen?

Slide 16 - Woordweb

4.1 Ik en de ander
Vaardigheden nodig voor samenwerken zijn o.a.:

- Luisteren
- Je mening geven
- Initiatief nemen
- Volgen
- Overleggen

Slide 17 - Tekstslide

4.2 Creativiteit stimuleren

Slide 18 - Tekstslide

4.2 Creativiteit stimuleren
Creativiteit is meer dan alleen een tekening maken:

- Bedenken van originele oplossingen
- Creatief denken komt in elke activiteit terug
- Uitdagende spelomgeving
- Out-of-the-box
- Het resultaat telt (niet)

Slide 19 - Tekstslide

4.2 Creativiteit stimuleren
                                          Creatief proces:

- ontwikkelen fantasie
- ontwikkelen motoriek
- ontwikkelen cognitieve vaardigheden
- ontwikkelen ruimtelijk inzicht
- ontwikkelen taalvaardigheid
- ontwikkelen sociale vaardigheden
- ontwikkelen emotionele vaardigheden

Slide 20 - Tekstslide

4.2 Creativiteit stimuleren
              Reageren op creatieve werken van kinderen:
Enkele tips:

- Beschrijf wat je ziet zonder te oordelen
- Benoem op een neutrale manier wat je ziet of opvalt
- Stel open vragen aan kinderen
- Spreek geen negatieve oordelen uit
- Wees ‘echt’ en geef geen compliment om het compliment


Slide 21 - Tekstslide

4.2 Creativiteit stimuleren
Voor elke leeftijd iets anders

0 tot 2 jaar: verwondering en ontdekken
2 tot 4 jaar: rommelig, maar wel lekker zelf doen
4 tot 6 jaar: rust vinden in creativiteit
6 tot 12 jaar: je eigen plan maken
12 tot 21 jaar: zelfstandig aan de slag met creatieve vaardigheden

Slide 22 - Tekstslide

Ga naar Cumlaude- blok 4-PD0- Mindmappen

Inleveren in de week voorafgaand aan de toetsen:
Dus in de week van 7 t/m 11 juni

Opdracht Mindmap

Slide 23 - Tekstslide

Wat is sensitieve responsiviteit?
A
Je gebruikt je eigen gevoeligheid om op een juiste wijze te kunnen reageren op een leerling.
B
Je neemt de inbreng van leerlingen serieus en waardeert ze.
C
Je helpt leerlingen om hun sociale vaardigheden te ontwikkelen.
D
Je houdt rekening met de behoefte en gevoelens van de leerling. Je benoemt ze en houdt er rekening mee.

Slide 24 - Quizvraag

Wat is inlevingsvermogen hebben?
A
Het vermogen hebben om anderen te begeleiden.
B
Het vermogen hebben om op een goede manier te reageren op kinderen.
C
Kunnen invoelen van hoe iets voor iemand is.
D
Vertrouwen hebben in jezelf en anderen.

Slide 25 - Quizvraag

Wat is geen vaardigheid voor samenwerken?
A
Luisteren
B
Creatief zijn
C
Initiatief nemen
D
Je mening geven

Slide 26 - Quizvraag

Je laat een foto zien van een rivier met aan beide kanten van de rivier een kind.
Jij vraagt: ‘Op welke manieren kunnen deze kinderen weer bij elkaar komen’ of 'Waarom zijn deze kinderen niet bij elkaar?'

Zijn dit goede vragen om de creatieve ontwikkeling te stimuleren?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag


Huiswerk voor komende week/periode:
-maak de opdrachten van 4.1 en 4.2 in je werkboek. 

-lees 3.3 en 3.4 ter voorbereiding op de volgende les. 
Dan herkent je brein tijdens de les de informatie en verwerk je het beter.

Inleveren: Mindmap opdracht over hoofdstuk 3 en 4 in de week van 7 juni in CumLaude. Eerder mag uiteraard ook.

                                                                      ~Succes~


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide