Ontwikkelingspsychologie les 6

Ontwikkelingspsychologie les 6
d
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingspsychologie les 6
d

Slide 1 - Tekstslide

Ouderen met een migratiegeschiedenis
Boek: De Sociaal Werker, Hoofdstuk 10

Stukje Surinamers, Antillianen, Turken en Marokkanen, Zuid-Europeanen, Chinezen en Indonesië zijn niet relevant voor de toets !!


Slide 2 - Tekstslide

Leren voor de toets
Basisboek Sociaal Werk ​
Thema 17.10, 17.11 en 17.12: De levensloop van de mens ​

Sociaal Werk 2 ​
Thema 9.8.2 en 9.8.3: leeftijd-gerelateerde stoornissen ​

De sociaal werker ​
Thema 10, ouderen met een migranten achtergrond. ​

Reader en PowerPoints: zie Teams









Slide 3 - Tekstslide

Welke drie factoren dragen bij aan de kwaliteit van het leven? (Ouderen 70 +)

Slide 4 - Open vraag

Een zittende leefstijl bij ouderen kan leiden tot....
A
Obesitas, diabetes en hart en vaatziekten
B
Obesitas en diabetes
C
Diabetes en hart en vaatziekten

Slide 5 - Quizvraag

Welke vorm van dementie komt door eiwitophoping tussen de zenuwcellen?
A
Vasculaire dementie
B
Alzheimer
C
Syndroom van Korsakov

Slide 6 - Quizvraag

Welk deel van de hersenen is aangetast bij frontaalkwabdementie?
A
Het achterste deel van de hersenen
B
Het voorste deel van de hersenen

Slide 7 - Quizvraag

Vasculaire dementie ontstaat door...
(meerdere oorzaken)

Slide 8 - Open vraag

Wat is het verschil tussen botontkalking en artrose?
A
Bij artrose slijten de gewrichten en bij botontkalking worden de botten zwakker
B
Bij botontkalking slijten de gewrichten en bij artrose worden de botten kwetsbaar

Slide 9 - Quizvraag

Wat hoort er allemaal bij de levensevaluatie? (de jongere oudere)

Slide 10 - Open vraag

Wat wordt er bedoeld met eerste generatiemigranten?
A
Mensen waarvan één van de ouders in het buitenland geboren is
B
Mensen waarvan beide ouders in het buitenland geboren zijn
C
Mensen die uit het buitenland naar Nederland zijn gekomen als eerste en oudste van hun familie

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer ben je tweedegraadsmigrant?

Slide 12 - Open vraag

Migrantenouderen
Migrantenouderen zijn mensen vanaf 50 of 55 jaar met ten minste één in het buitenland geboren ouder. De migrantenouderen van nu zijn vooral eerste generatiemigranten, want zij zijn in het buitenland geboren. In de toekomst zullen er ook veel ouderen zijn die tot de tweede generatiemigranten behoren: zij zijn in Nederland geboren, maar één of beide ouders niet

Slide 13 - Tekstslide

Leren voor de toets
  • Eerste generatiemigranten 
  • tweede generatiemigranten 
  • Maatschappelijke positie 
  • Culturele verschillen 
  • Cultuursensitief werken

- De rest dat ik het boek staat is niet relevant 

Slide 14 - Tekstslide

Opzoeken in groepjes


  • Gastarbeider
  • Volgmigranten
  • Migranten uit voormalige koloniën
  • Studiemigranten
  • Asielmigranten





Slide 15 - Tekstslide

arbeidsmigranten: migranten die naar Nederland kwamen om te werken, veelal op uitnodiging van de overheid, ook wel gastarbeiders genoemd
volgmigranten: gezinsleden van migranten, die later overkwamen
migranten uit voormalige koloniën: bewoners van voormalige Nederlandse koloniën die kozen voor een bestaan in Nederland, soms om een studie te volgen (studiemigranten)
asielmigranten: mensen die moesten vluchten voor een onveilige situatie in hun thuisland

Slide 16 - Tekstslide

Maatschappelijke positie
Migrantenouderen hebben het financieel vaak krap en bevinden zich in een achterstandspositie wat betreft deelname aan het maatschappelijke leven (participatie). 
Dat heeft verschillende oorzaken:
  • Voor het pensioen Arbeidsongeschikte mannen: Op jonge leeftijd begonnen met (zwaar) werk
  • Vrouwen vaker thuis, dus leven van één inkomen
  • Geen kans gehad om te studeren, hierdoor slecht betaalde banen en fysiek zwaarder werk, werken onder slechte omstandigheden
  • Economische veranderingen in de jaren 70/80. Velen hebben hierna niet meer gewerkt 

Slide 17 - Tekstslide

Geld en inkomen
  • Deze ongunstige inkomenspositie wordt nog verslechterd door:
  •  Onvolledige AOW-uitkeringen (Algemene Ouderdomswet)
  • Deze uitkering bouw je in de vijftig jaar vóór de pensioenleeftijd op, maar alleen als je die jaren in Nederland woonde.
  • kleine pensioenen
  • Een vluchteling is eerst bezig om in de eerste levensbehoeften te voorzien en niet met het regelen van een pensioen. Arbeidsmigranten hadden niet altijd een pensioenverzekering en konden weinig sparen door de financiële steun die ze gaven aan familie in het thuisland.
  • Onvoldoende kennis
  • Veel migrantenouderen zijn slecht op de hoogte van mogelijkheden voor tegemoetkomingen en bijzondere bijstand.

Slide 18 - Tekstslide

Culturele verschillen
  • Nederlandse maatschappij: Ons zelf blijven ontwikkelen, ook tijdens ouderdom (WMO)
  • Migrantenouderen: ander beeld van ouder worden. Meer rust ervaren en de taken worden vaker overgenomen door de kinderen, zoals boodschappen.
  • Migrantenouderen trekken zich in tegenstelling tot ouderen die geboren zijn in Nederland, vaker terug van de maatschappij
  • Als sociaal werker kan je hier aan bijdragen door.. samen boodschappen te doen, maatjesproject etc. 
  • Participatie vergroten door te kijken naar de behoeften

Slide 19 - Tekstslide

Religie
  • Religie blijft belangrijk voor migrantenouderen
  • Religie is nog altijd een belangrijke bron van kracht en steun 
  • Zingeving


Slide 20 - Tekstslide

Ziektebeleving en voorzieningengebruik
  • Migrantenouderen gebruiken minder zorgvoorzieningen als thuiszorg, maaltijdverstrekking, ouderenvervoer, dagopvang, recreatieve activiteiten, verpleeghuizen en geestelijke gezondheidszorg

Slide 21 - Tekstslide

Zoek op in het boek: ''De sociaal werker'' wat mogelijke verklaringen zijn voor migrantenouderen om geen gebruik te maken van (sociale)voorzieningen

Slide 22 - Open vraag

Wat wordt er bedoeld met terugkeerdilemma?

Slide 23 - Open vraag

Wat wordt er bedoeld met zorgplichtdilemma?

Slide 24 - Open vraag

Cultuursensitiviteit is het waarnemen van culturele verschillen zonder waardeoordeel. Met jouw houding en gedrag maak je duidelijk dat je begrijpt en waardeert dat mensen in verschillende culturen leven. 

Slide 25 - Tekstslide

Zoek op in het boek/licentie de sociaal werker hoe je cultuur sensitief te werk kan gaan als sociaal werker

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Video

Je bent eerstegraads migrant wanneer.....
A
Jij zelf in het buitenland bent geboren en nu in Nederland woont
B
Één van je ouders in het buitenland geboren is

Slide 28 - Quizvraag

Leg uit wat migrantenouderen zijn en onder welke leeftijdscategorie zij behoren (maak gebruik van het boek)

Slide 29 - Open vraag

Leg uit in eigen woorden wat cultuursensitief werken betekend

Slide 30 - Open vraag

Leg uit: Wat wordt er bedoeld met formeel operationeel denken? ( De volwassene).

Slide 31 - Open vraag

Feedback tip & top
  • Wees eerlijk voor motiverende lessen
  • Het is voor mijn studie, zodat ik mijn bevoegdheid kan halen dankzij jullie 

Slide 32 - Tekstslide