De soldaat die 29 jaar te lang oorlog voerde

Verhaal 11
De soldaat die 29 jaar te lang oorlog voerde
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Verhaal 11
De soldaat die 29 jaar te lang oorlog voerde

Slide 1 - Tekstslide

  • Introduceer het boek 'Er was misschien eens' deel 2.
  • Deel kopieën uit met de tekst met het eerste deel van het verhaal.

Tijd om te lezen 
timer
0:00

Slide 2 - Tekstslide

  • De leerlingen lezen zelfstandig de tekst.
  • Zet de timer aan op een zelf gekozen tijd, afhankelijk van het niveau van de klas.
  • Laat kinderen moeilijke woorden markeren. 
Moeilijke woorden

Slide 3 - Woordweb

  • Laat de leerlingen inloggen met de code van LessonUp onder in het scherm.
  • De leerlingen kunnen de lastige woorden invullen. Deze verschijnen vervolgens op het bord.
  • Bespreek de moeilijke woorden met de klas zodat hun woordenschat wordt verbreed. 
Is het verhaal waar of niet waar?
Waar
Niet waar

Slide 4 - Poll

  • De leerlingen maken een keuze via LessonUp. Het gaat om het verhaal dat ze grondig hebben gelezen. 
WAAR!
  • Luitenant Hiroo Onoda was niet de enige soldaat die jaren te lang oorlog voerde...
  • Japan maakte tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruik van kamikazepiloten...
  • Het Nederlandse oorlogsschip Hr.Ms.Abraham Crijnssen werd in de Tweede Wereldoorlog vermomd als tropisch eiland...
  • De avonturier die op zoek was gegaan naar Hiroo en de majoor tot bij hem had gebracht, was nogal een gek geval... 

Slide 5 - Tekstslide

  • Lees het tweede deel van de tekst voor waaruit blijkt dat het verhaal waar is.
  • Bespreek vervolgens de weetjes met de klas. 
Wat is een debat?

Slide 6 - Tekstslide

  • Laat de kinderen nadenken (in tweetallen of groepjes) over wat een debat is. 
  • Bespreek dit vervolgens klassikaal. 
  • Leg uit: Een gesprek tussen voorstanders en tegenstanders van een bepaald onderwerp.
Voorstanders
Zijn het eens met de stelling

Tegenstanders
Zijn het oneens met de stelling

Slide 7 - Tekstslide

  • Ga in op voor- en tegenstanders. 
Stelling:
Het is beter om veel vrienden te hebben 
dan één vriend of vriendin.


Voor:
Als één van je vrienden geen tijd heeft, dan kun je altijd nog met iemand anders afspreken.
Tegen:
Één goede vriend of vriendin kent jou veel beter en kan je daarom beter helpen, dan een hele groep vrienden.

Slide 8 - Tekstslide

  • Leg uit wat een stelling is aan de hand van het voorbeeld. 
  • Leg uit wat de rol van vóór- en tegenstanders hierbij is. 
  • Gebruik hiervoor het volgende voorbeeld. 

Slide 9 - Video

  • Bekijk het filmpje. 
Stappen debatteren
  1. argumenten bedenken 
  2. uitleggen en voorbeelden bedenken
  3. vergaderen
  4. betoog houden (voor en tegen)
  5. debatteren
  6. jureren

Slide 10 - Tekstslide

  • Doorloop de stappen en leg uit wat ze inhouden. 
  • Heb je meer hulp nodig. Bekijk dan het volgende filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=HfdwXWcLr78 

Slide 11 - Link

  • Maak een overgang naar de oorlog in Oekraïne. 
  • Bekijk het filmpje. 
Stelling 1: Het is goed als gevluchte kinderen hier snel naar school kunnen.

Slide 12 - Tekstslide

  • Leg de stelling uit en bespreek wat hiermee wordt bedoelt. 
  • Ga in op de belevingswereld. 
Schrijf op waarom je het 
eens of oneens bent
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!

Slide 14 - Tekstslide

  • Laat de kinderen de overige stappen van een debat uitvoeren. 
  • Loop rond en ondersteun de kinderen waar nodig. 
  • Als de kinderen het lastig vinden kan je kiezen voor een overloopdebat. 
Presenteren en bespreken

Slide 15 - Tekstslide

Voer het debat daadwerkelijk uit.
Wat heb je geleerd?

Slide 16 - Open vraag

  • De kinderen vullen via de website van LessonUp in wat zij deze les geleerd hebben.
  • Bespreek de antwoorden klassikaal. 
Wat vond je van deze les?

Slide 17 - Open vraag

  • Laat de kinderen via de website van LessonUp invullen wat ze vonden van de les.
  • Bespreek dit klassikaal.