Week 42 argumenteren les 3

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

stelling
standpunt
argument
'Er moet meer geld naar de zorg.'
'Ik vind het een slechte zaak dat zorgpersoneel zo weinig verdient.'
'Meer geld voor zorgmedewerkers vergroot de kwaliteit van de zorg.'

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Stelling: 'Ik ga niet stemmen, want de meeste politici zijn niet te vertrouwen.'
Dit is een:
A
subjectief argument
B
objectief argument

Slide 7 - Quizvraag

Stelling: 'Ik wil liever niet naar buiten, want het vries drie graden.'
A
subjectief argument
B
objectief argument

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

0

Slide 21 - Video

Welk type drogreden zag je in het filmpje?
A
Generalisatie
B
Persoonlijke aanval
C
Cirkelredenering
D
Geen bewijslast

Slide 22 - Quizvraag

0

Slide 23 - Video

Welk type drogreden zag je in het filmpje?
A
Foute vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolg
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Cirkelredenering

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video

Welk type drogreden zag je in het filmpje?
A
Persoonlijke aanval
B
Generalisatie
C
Foute vergelijking
D
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Welk type drogreden zag je in het filmpje?
A
Generalisatie
B
Geen bewijslast
C
Cirkelredenering
D
Foute vergelijking

Slide 28 - Quizvraag

Oefening drogredenen
-De stelling luidt: ‘Alle gezinnen moeten een huisdier krijgen.’
-Verzin zoveel mogelijk drogredenen.
-Houd een betoog met daarin jouw drogredenen.
-Wie heeft de meeste/sterkste drogredenen gebruikt?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide