Wat is literatuur?

Wat is literatuur?
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wat is literatuur?

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
1. Je kunt onderscheid maken tussen lectuur en literatuur;
2. Je weet welke kenmerken literaire boeken hebben;
3. Je kunt zelf nadenken over de literaire waarde van teksten;

Slide 2 - Tekstslide

Geef kenmerken van literatuur

Slide 3 - Woordweb

Muziekfragmenten
Luister naar de twee muziekfragmenten die je docent laat zien. Maak aantekeningen tijdens het luisteren:

probeer na het fragment te verwoorden waar het liedje over gaat en probeer te beschrijven wat je opvalt aan de stijl. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

timer
1:00
Waar gaat dit nummer volgens jou over?
Wat valt je op aan de stijl?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Video

timer
1:00
Waar gaat dit nummer volgens jou over?
Wat valt je op aan de stijl?

Slide 8 - Woordweb

Tekening 1

Slide 9 - Tekstslide

Tekening 2

Slide 10 - Tekstslide

Voor welke tekening heb je meer technische vaardigheden nodig als tekenaar dan de andere?
A
B

Slide 11 - Quizvraag

Welke tekening is mooier?
A
B

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Tekst 1
Sint en Zwarte Piet zaten te bedenken
Wat ze jou nu eens zouden schenken
Sinterklaas is weer in 't land
En dat verstevigt de vriendschapsband

Dit is 't cadeau dat precies bij je past
Sint hoopt dat hij je daar blij mee verrast
Sint staat bekend om z'n goede smaak
En geschenken uitzoeken is z'n belangrijkste taak.
(v)lucht, 
Tim Hofman

Slide 14 - Tekstslide

Welk gedicht kostte waarschijnlijk meer schrijversmoeite?
A
Het sinterklaasgedicht
B
(v)lucht

Slide 15 - Quizvraag

Welk gedicht begint met een cliché?
A
Het sinterklaasgedicht
B
(v)lucht

Slide 16 - Quizvraag

Over welk gedicht denk je langer na?
A
Het sinterklaasgedicht
B
(v)lucht

Slide 17 - Quizvraag

Muziek - Dries

-Vaker zoiets gehoord
 -Makkelijk taalgebruik
-Makkelijk te begrijpen
 -Kostte wrs weinig tijd om het liedje te schrijven
-Puur amusement

Muziek - Maarten

-‘Nooit’ eerder gehoord
-Er is nagedacht over de gebruikte taal
-Kostte wrs veel tijd om te schrijven
 -Bedoeld om mensen na te laten denken

Slide 18 - Tekstslide




- Vaker zoiets gezien
-Makkelijke techniek
- Makkelijk te begrijpen
- Kostte wrs weinig tijd om de tekening te maken
- Puur ‘amusement’




- ‘Nooit’ eerder gezien
- Je moet beschikken over behoorlijk wat tekentechniek
- Kostte wrs veel tijd 
- Bedoeld om mensen na te laten denken

Slide 19 - Tekstslide

Lectuur

- Vaker zoiets gelezen
- Cliché taalgebruik
- Makkelijk te begrijpen
- Kostte wrs weinig tijd om te schrijven
- Puur ‘amusement’

Literatuur

- ‘Nooit’ eerder gelezen
- Je moet opletten tijdens het lezen
- Kostte wrs veel tijd om te schrijven
- Bedoeld om mensen na te laten denken

Slide 20 - Tekstslide

Wat zie jij hier?

Slide 21 - Open vraag

Wat zie je hier?

Slide 22 - Open vraag

Meerduidigheid


Meerduidigheid geeft aan dat mensen op verschillende manieren een tekst kunnen interpreteren.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

De diepere boodschap

Wat wil een auteur de lezer vertellen?
Wil hij/zij je overtuigen?
Wil hij/zij je over een maatschappelijk vraagstuk of onderwerp laten nadenken? 
Wil hij/zij ontregelen?

Slide 25 - Tekstslide

Tim Hofman

Slide 26 - Tekstslide

Originele woordkeuze
“All animals are equal, but some animals are more equal than others.”
Vertaling: “Alle dieren zijn gelijk, maar sommigen zijn gelijker dan anderen.”

George Orwell, Animal-Farm, 1945

Slide 27 - Tekstslide

Geef nogmaals kenmerken van literatuur.

Slide 28 - Woordweb

Argumenten vóór 'verplicht lezen'

Slide 29 - Woordweb

timer
4:00
Bij welk niveau hoort fragment 1 en waarom?

Slide 30 - Woordweb

Opdracht leesniveaus
Jullie lezen vier fragmenten van verschillende boeken. Beoordeel (in viertallen) deze tekstfragmenten aan de hand van de zes literaire niveaus van Witte (2008). De beschrijving van de literaire niveaus is als hulpmiddel toegevoegd bij deze opdracht. Bij welk niveau zouden jullie het fragment onderverdelen en waarom? 

Slide 31 - Tekstslide

timer
4:00
Bij welk niveau hoort fragment 2 en waarom?

Slide 32 - Woordweb