Gedistilleerde dranken: van productie tot consumptie
1 / 28
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel van de les.
Wat weet je al over gedistilleerde dranken?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Definieer gedistilleerde dranken.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit hoe gedistilleerde dranken worden gemaakt.
Slide 6 - Tekstslide
Introduceer de verschillende soorten gedistilleerde dranken.
Slide 7 - Tekstslide
Beschrijf wat whisky is en hoe het wordt gemaakt.
Slide 8 - Tekstslide
Beschrijf wat rum is en hoe het wordt gemaakt.
Slide 9 - Tekstslide
Beschrijf wat gin is en hoe het wordt gemaakt.
Slide 10 - Tekstslide
Beschrijf wat vodka is en hoe het wordt gemaakt.
Slide 11 - Tekstslide
Beschrijf wat tequila is en hoe het wordt gemaakt.
Slide 12 - Tekstslide
Leg uit hoe gedistilleerde dranken geproefd moeten worden.
Slide 13 - Tekstslide
Beschrijf hoe de geur van gedistilleerde dranken belangrijk is.
Slide 14 - Tekstslide
Beschrijf hoe de smaak van gedistilleerde dranken belangrijk is.
Slide 15 - Tekstslide
Beschrijf hoe de afdronk van gedistilleerde dranken belangrijk is.
Slide 16 - Tekstslide
Introduceer het maken van cocktails met gedistilleerde dranken.
Slide 17 - Tekstslide
Geef een voorbeeldrecept van een cocktail met rum.
Slide 18 - Tekstslide
Geef een voorbeeldrecept van een cocktail met gin.
Slide 19 - Tekstslide
Maak een quiz om de kennis van de studenten te testen.
Wat kun je doen met gedistilleerde dranken?
A
Heerlijke cocktails maken.
B
Mengen met frisdrank.
C
Toevoegen aan je koffie.
D
Gebruiken als luchtverfrisser.
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke ingrediënten zitten er in een Gin & Tonic?
A
Rum, cola, citroen en suiker.
B
Whiskey, appelsap, kaneel en ginger ale.
C
Gin, tonic, limoen en ijs.
D
Vodka, sinaasappelsap, grenadine en bruiswater.
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke ingrediënten zitten er in een Mojito?
A
Whiskey, sinaasappelsap, honing, gember en ginger ale.
B
Vodka, citroensap, suiker, basilicum en tonic.
C
Tequila, grapefruitsap, agavesiroop, koriander en bruiswater.
D
Rum, limoensap, rietsuiker, munt en sodawater.
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is belangrijk bij het proeven van gedistilleerde dranken?
A
Laat de smaak goed inwerken.
B
Roer de drank door.
C
Schud de drank voor het proeven.
D
Drink het snel op.
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de afdronk van een gedistilleerde drank?
A
De kleur van de drank.
B
Het gevoel dat de drank achterlaat in je mond en keel nadat je het hebt doorgeslikt.
C
De temperatuur van de drank.
D
Het aroma van de drank.
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Vermeld de bronnen waar de informatie vandaan komt.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 26 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 27 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 28 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
