H3 water en lucht paragraaf 4 smeltpunt en kookpunt

H3 water
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 water

Slide 1 - Tekstslide

H3 water en lucht

paragraaf 4 kookpunt en smeltpunt

Slide 2 - Tekstslide

Smelten is de fase-overgang van …… naar ……
A
Gas naar vloeibaar
B
Vloeibaar naar gas
C
Vloeibaar naar vast
D
Vast naar vloeibaar

Slide 3 - Quizvraag

smeltpunt
Smelten is de faseovergang waarbij een vaste stof vloeibaar wordt (zie paragraaf 1). Om een stof te kunnen laten smelten moet je de stof verwarmen.

De temperatuur waarbij de stof over gaat van de vaste naar de vloeibare fase noemt men het smeltpunt

Slide 4 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met het smeltpunt van een stof?
A
De plaats waar deze stof van vloeibaar naar vast over gaat
B
De plaats waar deze stof van vast naar vloeibaar over gaat
C
De temperatuur waarbij deze stof van vloeibaar naar vast gaat
D
De temperatuur waarbij deze stof van vast naar vloeibaar gaat

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer je water kookt, dan zie je bellen ontstaan in het water. Tijdens dit koken van water vind er een fase-overgang plaats, namelijk:
A
Condenseren
B
Verdampen
C
Stollen
D
Sublimeren

Slide 6 - Quizvraag

koken
Wanneer een stof kookt, dan gaat deze stof over van de vloeibare fase naar de gasvormige fase (verdampen). Dit kun je goed waarnemen, omdat er overal in de vloeistof gasbelletjes ontstaan. deze gasbelletjes zijn geen luchtbellen, maar bestaan uit water (vloeibaar) dat gasvormig is geworden We noemen dat waterdamp.

Slide 7 - Tekstslide

koken
Wanneer een stof kookt, dan is de stof aan het verdampen. Verdampen is de faseovergang van vloeibaar naar gasvormig. Verdampen kan bij iedere temperatuur plaats vinden, maar gaat het snelst op het kookpunt van een stof. dan vindt het verdampen niet alleen aan het oppervlak plaats, maar overal in de vloeistof. Je ziet dit als opstijgende belletjes.

Slide 8 - Tekstslide

verdampen en koken
verdampen en koken overeenkomst:
faseovergang van vloeibaar naar gasvormig

verdampen en koken verschillen:
temperatuur (koken alleen bij 100 graden)
belletjes (alleen bij koken)
Verdampen alleen aan oppervlak. Koken overal in de vloeistof.



Slide 9 - Tekstslide

kookpunt
Wanneer een vloeistof aan de kook raakt, dan gaat de vloeistof verdampen. verdampen is de faseovergang van vloeibaar naar gasvormig (zie paragraaf 1). Om een stof te kunnen laten verdampen moet je de stof verwarmen.
De temperatuur waarbij de stof over gaat van de vloeibare naar de gasvormige fase noemt men het kookpunt.

Slide 10 - Tekstslide

Juist/onjuist
Bij koken en verdampen vindt dezelfde faseovergang plaats
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Juist/onjuist
Wanneer een stof verdampt, dan zie je belletjes in die stof verschijnen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Juist/onjuist
Bij koken kan bij iedere temperatuur boven nul graden Celsius plaats vinden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Juist/onjuist
Koken en verdampen zijn exact hetzelfde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Smeltpunt/stolpunt
Kookpunt/condensatiepunt

Slide 15 - Tekstslide

(Zuivere stof of een mengsel)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

fase van een stof
vast: wanneer de temperatuur van de ruimte 
onder het smeltpunt van de stof ligt.
vloeibaar: wanneer de temperatuur van de ruimte 
tussen het smeltpunt en het kookpunt van de stof ligt.
gas: wanneer de temperatuur van de ruimte boven het kookpunt van de stof ligt.

Slide 19 - Tekstslide

In welke fase bevindt zuurstof zich bij 80 graden Celsius?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 20 - Quizvraag

In welke fase bevindt aluminium zich bij 850 graden Celsius?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 21 - Quizvraag

In welke fase bevindt goud zich bij 1000 graden Celsius?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 22 - Quizvraag

In welke fase bevindt kwik zich bij 20 graden Celsius?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 23 - Quizvraag

In welke fase bevindt stikstof zich bij -50 graden Celsius?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 24 - Quizvraag