C1.2 (MK) - Welke landschappen heeft Nederland?

Wat zijn kenmerken van Laag-Nederland?
1 / 15
volgende
Slide 1: Woordweb
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Wat zijn kenmerken van Laag-Nederland?

Slide 1 - Woordweb

Voorkennis activeren: Deze les behandelen we de drie landschappen van Laag-Nederland. Vorige les zijn we geëindigd met kenmerken van Hoog- en Laag-Nederland. Vraag leerlingen om zoveel mogelijk kenmerken op te noemen van Laag-Nederland en bespreek deze.
Hoe gaan we te werk?

Slide 2 - Tekstslide

Werkwijze: Komende 2 lessen werken we aan de lesvraag 'Welke landschappen heeft Nederland?'. Dat doen we door gezamenlijke activiteiten (groen), door informatie op te nemen uit leerstof in het boek of een filmpje (blauw) en door te oefenen (geel). Vink af wat je hebt gedaan. Zo hou je je voortgang bij.
Landschappen in Laag-Nederland
Duinlandschap
Zeekleilandschap
Laagveenlandschap
Strand en duinen met hoogte-verschillen.
Uitgestrekte akkers en weilanden, geschikt voor landbouw.
Vlak grasland in smalle stroken.
Deels begroeid met grassen en struiken.
Beschermd door dijken en duinen.
Veel sloten en plassen.
Grenzend aan zee.
Dorpen soms op heuvels (terpen) gebouwd.
Langgerekte dorpen.

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg: Vertel kort aan de leerlingen wat de belangrijkste kenmerken zijn van de landschappen in Laag-Nederland. Er staan nog geen foto's/kaarten bij. Deze gaan de leerlingen in de volgende opdracht zelf ordenen.

Slide 4 - Tekstslide

Uitdelen: Ieder duo krijgt een envelop met de drie landschappen (links), drie foto's en drie kaarten (rechts). Bij ieder landschap hoort één foto en één kaart. Leerlingen proberen juiste combinaties te maken.
Opdracht
  1. Werk in tweetallen.
  2. Combineer de foto's en kaarten met het juiste landschap.
  3. Klaar? → Bedenk per landschap een activiteit die je in dit gebied kunt doen.
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Instructie: Ieder duo krijgt een envelop met de drie landschappen (links), drie foto's en drie kaarten (rechts). Bij ieder landschap hoort één foto en één kaart. Leerlingen proberen juiste combinaties te maken.

Slide 6 - Tekstslide

Nabespreking: Vraag leerlingen naar hun keuze en laat ze hun keuze uitleggen. Ga in op hoe je de kenmerken in het landschap (foto + kaart) kunt zien.
Werktijd
  • Lees de leerstof op blz. 14 + 15.
  • Bekijk de bijbehorende video's.
  • Pak de atlas.
  • Maak opdracht 2 t/m 9 (blz. 14-16)
  • Klaar? → Afvinken studiewijzer.
  • Doorwerken cursus 1.2. 
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Instructie: Eerste 10 min. in stilte (verwerving). Leerlingen hebben toegang tot de video's via online studiewijzer (klik op link). Video's zijn aanvullend, niet verplicht. Daarna aan de slag met de opdrachten (verwerking).
Hoe gaan we te werk?

Slide 8 - Tekstslide

Werkwijze: Vandaag is de laatste les bij de vraag 'Welke landschappen heeft Nederland?'. Aan het einde van de les is het de bedoeling dat je alles af hebt (vinkje zetten). Niet af = huiswerk voor de volgende les.
Landschappen in Hoog-Nederland
Zand-landschap
Hoogveen-landschap
Rivierklei-landschap
Lösslandschap
Grasland, akkerland, bos en heide.
Grasland en rechte kanalen.
Grasland en veel fruitbomen.
Landbouw en bebossing.
Hoogteverschil-len.
Langgerekte dorpen.
Dijken ter bescherming.
Grootste heuvels van Nederland.
Langs grote rivieren
Vooral in Zuid-Limburg.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Uitdelen: Ieder duo krijgt een envelop met de vier landschappen (links), vier foto's en vier kaarten (rechts). Bij ieder landschap hoort één foto en één kaart. Leerlingen proberen juiste combinaties te maken.
Opdracht
  1. Werk in tweetallen.
  2.  Combineer de foto's en
     kaarten met het juiste
     landschap.
  3. Klaar? → Bedenk per landschap een activiteit die je in dit gebied kunt doen.
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Uitdelen: Ieder duo krijgt een envelop met de vier landschappen (links), vier foto's en vier kaarten (rechts). Bij ieder landschap hoort één foto en één kaart. Leerlingen proberen juiste combinaties te maken.

Slide 12 - Tekstslide

Nabespreking: Vraag leerlingen naar hun keuze en laat ze hun keuze uitleggen. Ga in op hoe je de kenmerken in het landschap (foto + kaart) kunt zien.
Werktijd
  • Lees de leerstof op blz. 17.
  • Bekijk de bijbehorende video's.
  • Pak de atlas.
  • Maak opdracht 10 t/m 16 (blz. 17-19)
  • Plusopdracht 17.
  • Klaar? → Afvinken studiewijzer.
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Instructie: Instructie: Eerste 10 min. in stilte (verwerving). Leerlingen hebben toegang tot de video's via online studiewijzer (klik op link). Video's zijn aanvullend, niet verplicht. Daarna aan de slag met de opdrachten (verwerking).
Lesvraag beantwoorden

Slide 14 - Tekstslide

Afsluiting: Vink eerst af welke onderdelen klaar zijn. Daarna beantwoorden we gezamenlijk de lesvraag.
Schrijf in één zin op wat je hebt geleerd over de zeven Nederlandse landschappen.

Slide 15 - Open vraag

Afsluiting: Leerlingen beantwoorden de vraag individueel op hun device. Antwoorden worden klassikaal besproken (conclusie). Daarna mogen leerlingen de lesvraag op de studiewijzer afvinken. Hierbij is de cursus afgerond.