WRB Les 8 Thema 14 H7&8 Bedreiging Diefstal Verduistering

Kanjers van MQB 1.3 !
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeveiligingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Kanjers van MQB 1.3 !

Slide 1 - Tekstslide

telefoons nodig
Schoolregels O&V

Slide 2 - Tekstslide

geen telefoon nodig
Thema 14 Wetboek van SR (Strafrecht)

 Les 8 Hoofdstuk 7 en 8 (blz 68-77)
  • Bedreiging (artikel 285 WSR)
  • Diefstal ( artikel 310 WSR)
  • Verduistering ( artikel 321 WSR)
  • Verduistering in dienstbetrekking( artikel 322 WSR)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesopbouw
  • Leerdoel
  • Terugblik
  • Theorie strafbare feiten
  • Opdracht
  • Afsluiting 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoel
Je kunt het begrip bedreiging volgens het Wetboek van Strafrecht beschrijven.
Je kunt strafbare en niet-strafbare bedreigingen benoemen en onderscheiden.

Je kunt de volgende strafbare feiten beschrijven en onderscheiden: diefstal, verduistering en verduistering in dienstbetrekking.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TERUGBLIK
terugblik

Slide 6 - Tekstslide

Sleuteladministratie is een administratie waarin álle sleutels zijn geregistreerd en waarin staat wie de sleutels in beheer hebben (de sleutelhouders). Het gaat in deze administratie om sleutels die iemand voor langere tijd in zijn bezit heeft.
Een sleutelregistratie is een overzicht van personen die tijdelijk een sleutel hebben ontvangen.

Surveilleren heeft twee doelen:
voorkomen dat ongewenste gebeurtenissen plaatsvinden (preventie)
ongewenste situaties die je hebt ontdekt, beëindigen. Waar nodig en mogelijk herstel je de situatie en beperk je eventuele schade (repressie).

Basisregels:
Melden CP aanvang/eind
Check verbinding
Bovenste verdieping beginnen/vermijd lift
Midden van gang lopen
Surveillance verschillende tijden en route

De algemene ronde
De brand- en sluitronde
De specifieke ronde
De openingsronde
De sluitingsronde

Toezicht houden op de naleving van huisregels hoort vaak bij de taken van een beveiliger.
eigen personeel van de onderneming
personeel van derden
bezoekers.
Welke strafuitsluitingsgronden ken je ?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke strafuitsluitingsgrond hoort: ‘redelijkerwijs ergens geen weerstand aan kunnen bieden’?
A
noodweer
B
ontoerekeningsvatbaarheid
C
overmacht
D
wettelijk voorschrift

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Roy moet van een lid van de marechaussee door een rood verkeerslicht rijden. Direct daarna wordt hij gefotografeerd. Hij krijgt na een aantal weken een bekeuring thuis.
Van welke strafuitsluitingsgrond is hier sprake?
A
noodweer
B
wettelijk voorschrift
C
overmacht
D
ambtelijk bevel

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke strafuitsluitingsgrond hoort: ‘overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging’?
A
noodweer
B
ontoerekeningsvatbaarheid
C
overmacht
D
noodweerexces

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een man staat terecht voor moord op zijn vrouw. Hij vertelt de rechter dat zijn vrouw vreemd is gegaan en dat zijn geloof hem dan het recht geeft om de vrouw te doden .Kan hier sprake zijn van een strafuitsluitingsgrond?
A
nee
B
ja, wettelijk voorschrift
C
ja, van ontoerekeningsvatbaar
D

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Artikel 285 Bedreiging

1. Bedreiging met openlijk geweld met verenigde krachten tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting,

 

wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

2. Indien deze bedreiging schriftelijk en onder bepaalde voorwaarde geschiedt, wordt ze gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
3. Bedreiging met een terroristisch misdrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strafbare bedreigingen !

Bedreiging met openlijk geweld met verenigde krachten tegen personen of goederen

'Als je niet binnen een week die tienduizend euro terugbetaalt, komen we jouw auto total loss slaan.'

Bedreiging met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen
'Als die gevaarlijke en waardeloze president van Sjarindo in Nederland op bezoek komt, schiet ik op het vliegveld een kogel door zijn kop.'

Bedreiging met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht
Patrick belt zijn school met de mededeling dat hij een bom heeft geplaatst. Hij hoopt op een ontruiming zodat het examen zal worden uitgesteld.









Bedreiging met verkrachting
Een bankdirecteur en zijn dochter worden vastgehouden door twee mannen. De mannen dreigen de dochter te verkrachten als ze de sleutel van de kluis niet krijgen.

Bedreiging met feitelijke aanranding van de eerbaarheid
Een meisje wordt bedreigd met het aanraken van haar geslachtsdelen als ze haar bankpas met pincode niet afgeeft.

Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
?
Bedreiging met gijzeling
?
Bedreiging met brandstichting
?
Bedreiging met een terroristisch misdrijf
?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden niet-strafbare bedreigingen
'Ik weet wel waar je auto staat.'
'Ik zoek je binnenkort wel een keer op.'
'Ik krijg jou nog wel.'
'Wij weten waar je woont.'
'Ik weet precies naar welke school jouw kinderen gaan.'

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken diefstal
We spreken van diefstal als iemand iets dat geheel of gedeeltelijk van iemand anders is zonder toestemming van de eigenaar wegneemt met de bedoeling om het te houden.
Met ‘goed’ worden in dit artikel tastbare roerende goederen bedoeld. Er bestaan echter uitspraken van een rechter waarin deze van diefstal spreekt als zonder toestemming. (stroom, databestanden, hond bij scheiding)

Het is onmogelijk eigen goederen te stelen. Er kan alleen sprake zijn van diefstal als een goed geheel of gedeeltelijk eigendom van iemand anders is.
De strafbare handeling is het ‘wegnemen’ van enig goed zonder toestemming van de rechthebbende met de bedoeling het te houden.
‘Met het oogmerk’ betekent ‘met de opzettelijke bedoeling’
‘Wederrechtelijk’ betekent hier ‘zonder recht’. Het wegnemen heeft plaatsgevonden zonder toestemming van de eigenaar.

Slide 20 - Tekstslide

Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

Slide 21 - Tekstslide


Artikel 321 Verduistering
Hij die opzettelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort en dat hij anders dan door misdrijf onder zich heeft, wederrechtelijk zich toe-eigent, wordt, als schuldig aan verduistering, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Kenmerken verduistering
Meestal is bij verduistering sprake van lenen, huren of leasen en wordt het goed niet op tijd of helemaal niet bij de eigenaar terugbezorgd.
Een dader pleegt verduistering met het doel zich het goed wederrechtelijk toe te eigenen.
Iemand is strafbaar als hij dit opzettelijk doet terwijl hij weet dat hij geen rechthebbende is.

Slide 22 - Tekstslide


Artikel 321 Verduistering
Hij die opzettelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort en dat hij anders dan door misdrijf onder zich heeft, wederrechtelijk zich toe-eigent, wordt, als schuldig aan verduistering, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Slide 23 - Tekstslide

De beheerder van een fietsenstalling verkoopt zonder toestemming de fiets van een klant en steekt de opbrengst in zijn eigen zak.
Een medewerker van een magazijn van een ICT-leverancier neemt met opzet computeronderdelen mee naar huis om die in zijn privécomputer te gebruiken.
De financieel administrateur van een bedrijf stort € 10.000, - van het bedrijf op zijn privérekening om gokschulden te kunnen betalen.
Het ziekenhuis heeft nieuwe computers aangeschaft. Een afdelingshoofd krijgt de opdracht om de oude computers voor € 100,- per stuk aan liefhebbers te verkopen. Hij neemt drie computers mee voor zijn kinderen zonder daarvoor te betalen.
Kenmerken verduistering in dienstbetrekking
Ook in dit artikel gaat het over verduistering, maar het grote verschil met verduistering uit artikel 321 is dat de dader door zijn werk al over de verduisterde goederen kan beschikken. Hij is geen eigenaar, maar door zijn werk, kan hij wel gemakkelijk over de goederen beschikken.

Slide 24 - Tekstslide

Artikel 322 Verduistering in dienstbetrekking
Verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking of van zijn beroep, of tegen geldelijke vergoeding onder zich heeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Afsluiting
  • Zelf de opdrachten maken uit het hoofdstuk.
  • Volgende les huisvredebreuk/Lokaalvredebreuk/Verboden toegang/ Mishandeling/Zware mishandeling.
  • Feedback les/docent.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies