In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
wat kun je verwachten deze les?
woordbetekenissen / spelling
inhoudelijke vragen
2 reflectieve vragen
Slide 1 - Tekstslide
lesopbouw
bekijk de fragmenten goed
daarna krijg je een of enkele vragen die (min of meer betrekking hebben op het fragment)
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wat betekent coöpteren?
A
betalen van belasting
B
status verkrijgen
C
nieuwe leden kiezen
D
voor gek staan
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent loyaliteit?
A
eerlijkheid
B
oprechtheid
C
trouw
D
toewijding
Slide 5 - Quizvraag
wat betekent conglomeraat?
A
zeer groot bedrijf
B
collegialiteit
C
zelfstandigheid
D
opeenhoping
Slide 6 - Quizvraag
wat betekent oikofobie (volgens Thierry Baudet)?
A
de angst om te falen
B
de angst voor armoede
C
de angst voor het eigene
D
de angst voor het vreemde
Slide 7 - Quizvraag
welke kleur heeft de stropdas van Arjen Lubach?
A
blauw
B
bordeauxrood
C
zwart
D
groen
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Video
Maak af: 'Onderwijsspecialisten vermoeden dat de opleiding ...
A
... een groot succes wordt.'
B
...een tegenreactie is.'
C
...geen lang leven beschoren is.'
D
...een nieuw onderwijsconcept aanbiedt.'
Slide 10 - Quizvraag
Wat vindt de cursist in de zwart-witte trui jammer aan de cursus?
A
de nadruk op geweld en agressie
B
de nadruk op samenwerken
C
de nadruk op het gebruik van wapens
D
de nadruk op leerlingen die het niet goed doen
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Video
Leg uit waar cabaretier Daniel Arends een hekel aan heeft.
Slide 13 - Open vraag
hoe heet de vorm van humor die hij gebruikt om zijn mening duidelijk te maken
A
moppen tappen
B
ironie
C
sarcasme
D
flauwe humor
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Video
sjappie
Slide 16 - Woordweb
Kies de juiste spelling
A
antimuffin
B
anti-muffin
C
anti muffin
Slide 17 - Quizvraag
uitleg
Zolang de leesbaarheid er niet onder lijdt, is het beter om het streepje na anti achterwege te laten. Vind je echter dat de samenstelling zonder streepje slecht leesbaar is, dan heb je de vrijheid een streepje na anti te schrijven.
Slide 18 - Tekstslide
uitleg anti-
Het streepje na anti is verplicht in de volgende gevallen:
voor een woorddeel dat met een e, een i of een j begint: anti-epileptisch, anti-intellectueel, anti-jachtlobby;
voor een woorddeel dat met een hoofdletter begint: anti-Cruijff, anti-Duits, anti-Europees, anti-Joods, anti-Vietnamdemonstratie.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
(laatste meerkeuzevraag) een haiku is
A
een klinkdicht is
een metrisch gedicht
van 14 regels.
B
een vorm van Japanse dichtkunst, geschreven in drie regels.
C
een meer directe vorm van proza van de Song-dynastie uit China.
D
een deel van een gedicht uit de Thaise letterkunde.
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
De drie cabaretiers hebben motief. Welk motief is dat?
Slide 23 - Open vraag
tot slot..
.. nog wat synoniemen (woorden die hetzelfde betekenen)
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Waarom is dit onderwerp een item in Zondag met Lubach?